100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Answers

Scheikunde NOVA 5havo antwoorden

Rating
-
Sold
2
Pages
83
Uploaded on
27-10-2019
Written in
2018/2019

Bevat de antwoorden van alle hoofdstukken van havo5 NOVA scheikunde

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
October 27, 2019
Number of pages
83
Written in
2018/2019
Type
Answers
Person
Unknown

Subjects

Content preview

,7 Zuren en basen

Chemie in het aquarium
Praktijk
1 Dat komt door de uitwerpselen van de vissen.

2 aammoniak, ammoniumionen, nitraationen en nitrietionen
b De vissen produceren zelf ook stikstof.
c Ammoniak en ammoniumionen worden omgezet in nitrietionen en nitrietionen vervolgens in
nitraationen.

3 ade combinatie van HCO3–(aq) en CO2(aq)
b Hoeveel de zuur-basecombinatie kan opvangen als je zuur of base toevoegt zonder dat de pH-waarde
sterk verandert.
c Als extra zuur ontstaat, wordt dat weggenomen door de reactie met HCO3–(aq) als base. Als extra
base ontstaat, wordt dit weggenomen door de reactie met CO2(aq) dat dan als zuur reageert.

4 Bij een hogere temperatuur lost er minder zuurstof op in het water en kunnen de vissen minder
zuurstof uit het water opnemen.

5 amet behulp van een refractometer
b Hoe meer zout er is opgelost, des te sterker worden de lichtstralen in een refractometer gebroken.
c 35 massa‰ betekent 35 g per kilogram (1 000 g) zeewater.
De dichtheid van zeewater is 1,024∙103 kg m–3, dus 200 m3 zeewater heeft een massa van
m = ρ∙V = 1,024∙103 × 200 = 2,05∙105 kg. Dan is nodig: 35∙10–3 × 2,05∙105 = 7,2∙103 kg zout.




1 Zure, basische en neutrale oplossingen

1 aH2SO4(l)
b CH3COOH(l)
c HCl(g)
d H3PO4(s)
e HNO3(l)

2 abijvoorbeeld O2–, OH–, CO32–, HCO3–
b bijvoorbeeld NH3(g)

3 aH+(aq)
b De oplossing bevat vrij bewegende ionen: H+(aq) en NO3–(aq). Dat betekent dat er geladen deeltjes
in de oplossing aanwezig zijn die vrij kunnen bewegen. Hierdoor kan de oplossing elektrische
stroom geleiden.

4 ahet pH-gebied waarin je de mengkleur van de indicator waarneemt
b bij pH 3 geel; bij pH 8 rood
c Oranje. pH 7 ligt in het omslagtraject. De kleur is dan een mengkleur van geel en rood.

,d Het veranderen van kleur is een beschrijving op macroniveau, want het gaat om een waarneming.

, 5 akresolrood en thymolblauw
b




c Als kresolrood oranje kleurt, kan het een pH tussen 0,0 en 1,0 zijn, maar ook tussen 7,0 en 8,8.

6 aMethyloranje kleurt rood bij een pH lager dan 3,2 en thymolblauw kleurt geel bij een pH hoger dan
2,8. Conclusie: de pH ligt tussen 2,8 en 3,2 in.
b Thymolblauw: dat kleurt bij een pH tussen 8,0 en 9,6 groen (mengkleur van geel en blauw).

7 Op het strookje zijn diverse zuur-base-indicatoren aangebracht die bij verschillende pH-waarden van
kleur veranderen. Door het strookje kort in het water te houden, zal elke indicator de kleur aannemen
die bij de pH van het water hoort. Door het strookje te vergelijken met de index op het potje, is redelijk
nauwkeurig af te lezen wat de pH van het water is.

*8 aDe kleurloze toverstift bevat een base, want lakmoes kleurt blauw wanneer het in contact komt met
een basische oplossing met een pH 8,0. Zie Binas tabel 52A.
b De indicator moet bij hogere pH-waarden rood kleuren en bij lagere pH-waarden geel. Volgens
Binas tabel 52A kan dit fenolrood of kresolrood zijn.
c Deze moet hoger zijn dan 8; de indicator fenolrood kleurt pas rood bij een pH hoger dan 8.
d De pH van de toverstift is minimaal 8. Kleurstift 2 kleurt dus rood beneden pH 8 en oranje boven
pH 8. Dit is het geval bij neutraal rood.
e Kleurstift 3 is groen. Dat betekent dat de stift een pH heeft in het omslagtraject van
broomkresolgroen. De pH ligt dus tussen 3,8 en 5,4.




2 Zuren, zure oplossingen en pH

H H O
9 aH C C C
H H OH

b


c Propaanzuur is een eenwaardig zuur, het heeft één carboxylgroep en kan dus één H+-ion afstaan.
Oxaalzuur heeft twee carboxylgroepen, het is dus een tweewaardig zuur.

10 aEen sterk zuur ioniseert na oplossen voor 100%, een zwak zuur ioniseert na oplossen slechts
gedeeltelijk, afhankelijk van de zuursterkte.
b De pH van beide oplossingen is gelijk. Dat betekent dat [H+] in beide oplossingen gelijk is. Om een
gelijke hoeveelheid H+ te krijgen is meer azijnzuur nodig dan salpeterzuur, omdat azijnzuur slechts
voor een klein deel ioniseert. In bekerglas A is dus meer zuur opgelost dan in bekerglas B.
c salpeterzuuroplossing: H+(aq) + NO3–(aq); azijnzuuroplossing: CH3COOH(aq)
$6.64
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
chemistrymaster2012 Vrije Universiteit Amsterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
323
Member since
8 year
Number of followers
220
Documents
7
Last sold
12 hours ago

Over de jaren heb ik veel materiaal verzameld, vraagt en gij zult krijgen. Vooral Voortgezet onderwijs materiaal

4.1

138 reviews

5
76
4
31
3
13
2
3
1
15

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions