Burgerlijk procesrecht en strafprocesrecht
1. Algemene beginselen
● Toegang tot de rechter (art. 6 EVRM (+ art 5)):
rechter die ook recht spreekt en niet aan rechtsweigering doet
⇒ het recht om een geschil te kunnen voorleggen aan een rechterlijke
instantie en een oplossing te krijgen
● Aard van de rechtspleging
Accusatoire rechtspleging
- Mondeling
- Openbaar : uitz julie
- Tegensprekelijk : mogen tegenwoord geven
Vb) iemand beschuldigd, zeker het geval bij
strafprocesrecht
Inquisitoire rechtspleging
- schriftelijk
- geheim
- niet-tegensprekelijk
Vb) bij vooronderzoek
1
, ● Beginselen van “behoorlijke rechtspraak”
De uitspraak van een rechterlijke instantie waarin recht wordt gesproken.
- Onpartijdige rechter : neutraal naar zaak kijkt, zonder een partij te kiezen
- Motiveringsplicht: verplicht een motivatie te geven, laten zien dat het niet zomaar een
beslissing is maar degelijk een reden hebben
1. Onafhankelijkheid
- (art. 6 EVMR - art. 151, §1 Gw.)
- De rechter oordeelt in eer en geweten, zonder afhankelijk te zijn van een
overheid of overste.
2. Onpartijdigheid
- (art. 6 EVRM)
- De rechter oordeelt zonder vooroordelen. Zelfs een schijn van partijdigheid (=
objectieve partijdigheid) is verboden.
- Subjectief partijdig: dan is dat heel duidelijk bv is een politierechter
aan de overkant van het water die nogal vaak uitvliegt tegen bepaalde
partijen als ze van andere kant vant water komen
- Objectieve : schijn van partijdigheid ; niet een voorkeur vr ene of
andere partij maar wekt wel de schijn dat er partijdigheid is (bv
spaghetti arrest)
3. Eerlijke behandeling
- (art. 6 EVRM)
- Elke partij moet de kans krijgen haar standpunt uiteen te zetten en
tegenspraak te bieden. Ieder heeft het recht zich te verdedigen.
4. Motiveringsplicht
- (art. 149 Gw.)
- Een rechterlijke uitspraak moet met redenen omkleed zijn.
- de rechter moet verantwoorden waarom hij tot een bepaalde
beslissing komt (welke rechtsregels?)
- de rechter antwoordt op alle middelen en excepties
2
, 5. Redelijke termijn
- (art. 6 EVRM)
→ binnen een redelijke termijn beslechting van de zaak.: De rechter
moet binnen een bepaalde termijn een uitspraak doen , zo moet niemand
in een lange onzekerheid leven
→ Wat is redelijke termijn? wordt zaak per zaak beslist
- de complexiteit van de zaak
- houding van partijen
- overmacht? soms gaat het niets anders bv een doorbraak enz
Redelijke termijn is afhankelijk van de grote van het onderzoek
Bv door het rood licht rijden , zo een onderzoek duurt mr een paar maanden
Mr zaken zoals het strafonderzoek bij de zaak dutroux duren veel langer (jaren)
De rechter zelf beslist of de redelijke termijn geschonden is
als de redelijke termijn wordt overschreden kan er bv verjaring zijn
6. Openbaarheid
- (art. 6 EVRM - art. 149 Gw.)
- Toegang (lees: controle) van pers en publiek. De openbaarheid geldt zowel
bij de behandeling van de zaak als bij de uitspraak.
- uitzonderingen: zaken van jeugdrechtbank, de raadkamer,
familiezaken, je kan ook een verzoek doen zoals bv over een recept
van cocacola → deze zaken gebeuren achter gesloten deuren
7. Dubbele aanleg
- (art. 616 Ger.W.)
- uitgangspunt: hoger beroep is steeds mogelijk
- Er zijn uitzonderingen!: assisenzaken
- Eerste aanleg tweede aanleg (ik ben niet akkoord met de uitspraak , ik ga in
beroep): Twee rechterlijke instanties die naar je zaak kijken
3
, 2. Bronnen van het recht
Burgerlijkprocesrecht
- Potpourri wetten : hebben vanalles veranderd waaronder het gerechtelijk wetboek,
Het strafwetboek heeft hervormd
- Bijzondere wetten: over organisatie rechtbanken
- taalwetgeving
Strafprocesrecht
Bijzondere wetten bv wet op voorlopige hechtenis (strafonderzoek nog bezig)
VTSv. = Voorafgaande titel van het wetboek van strafvordering nog voor het wetboek van
strafvordering is niet hetzelfde als het Sv.
4
1. Algemene beginselen
● Toegang tot de rechter (art. 6 EVRM (+ art 5)):
rechter die ook recht spreekt en niet aan rechtsweigering doet
⇒ het recht om een geschil te kunnen voorleggen aan een rechterlijke
instantie en een oplossing te krijgen
● Aard van de rechtspleging
Accusatoire rechtspleging
- Mondeling
- Openbaar : uitz julie
- Tegensprekelijk : mogen tegenwoord geven
Vb) iemand beschuldigd, zeker het geval bij
strafprocesrecht
Inquisitoire rechtspleging
- schriftelijk
- geheim
- niet-tegensprekelijk
Vb) bij vooronderzoek
1
, ● Beginselen van “behoorlijke rechtspraak”
De uitspraak van een rechterlijke instantie waarin recht wordt gesproken.
- Onpartijdige rechter : neutraal naar zaak kijkt, zonder een partij te kiezen
- Motiveringsplicht: verplicht een motivatie te geven, laten zien dat het niet zomaar een
beslissing is maar degelijk een reden hebben
1. Onafhankelijkheid
- (art. 6 EVMR - art. 151, §1 Gw.)
- De rechter oordeelt in eer en geweten, zonder afhankelijk te zijn van een
overheid of overste.
2. Onpartijdigheid
- (art. 6 EVRM)
- De rechter oordeelt zonder vooroordelen. Zelfs een schijn van partijdigheid (=
objectieve partijdigheid) is verboden.
- Subjectief partijdig: dan is dat heel duidelijk bv is een politierechter
aan de overkant van het water die nogal vaak uitvliegt tegen bepaalde
partijen als ze van andere kant vant water komen
- Objectieve : schijn van partijdigheid ; niet een voorkeur vr ene of
andere partij maar wekt wel de schijn dat er partijdigheid is (bv
spaghetti arrest)
3. Eerlijke behandeling
- (art. 6 EVRM)
- Elke partij moet de kans krijgen haar standpunt uiteen te zetten en
tegenspraak te bieden. Ieder heeft het recht zich te verdedigen.
4. Motiveringsplicht
- (art. 149 Gw.)
- Een rechterlijke uitspraak moet met redenen omkleed zijn.
- de rechter moet verantwoorden waarom hij tot een bepaalde
beslissing komt (welke rechtsregels?)
- de rechter antwoordt op alle middelen en excepties
2
, 5. Redelijke termijn
- (art. 6 EVRM)
→ binnen een redelijke termijn beslechting van de zaak.: De rechter
moet binnen een bepaalde termijn een uitspraak doen , zo moet niemand
in een lange onzekerheid leven
→ Wat is redelijke termijn? wordt zaak per zaak beslist
- de complexiteit van de zaak
- houding van partijen
- overmacht? soms gaat het niets anders bv een doorbraak enz
Redelijke termijn is afhankelijk van de grote van het onderzoek
Bv door het rood licht rijden , zo een onderzoek duurt mr een paar maanden
Mr zaken zoals het strafonderzoek bij de zaak dutroux duren veel langer (jaren)
De rechter zelf beslist of de redelijke termijn geschonden is
als de redelijke termijn wordt overschreden kan er bv verjaring zijn
6. Openbaarheid
- (art. 6 EVRM - art. 149 Gw.)
- Toegang (lees: controle) van pers en publiek. De openbaarheid geldt zowel
bij de behandeling van de zaak als bij de uitspraak.
- uitzonderingen: zaken van jeugdrechtbank, de raadkamer,
familiezaken, je kan ook een verzoek doen zoals bv over een recept
van cocacola → deze zaken gebeuren achter gesloten deuren
7. Dubbele aanleg
- (art. 616 Ger.W.)
- uitgangspunt: hoger beroep is steeds mogelijk
- Er zijn uitzonderingen!: assisenzaken
- Eerste aanleg tweede aanleg (ik ben niet akkoord met de uitspraak , ik ga in
beroep): Twee rechterlijke instanties die naar je zaak kijken
3
, 2. Bronnen van het recht
Burgerlijkprocesrecht
- Potpourri wetten : hebben vanalles veranderd waaronder het gerechtelijk wetboek,
Het strafwetboek heeft hervormd
- Bijzondere wetten: over organisatie rechtbanken
- taalwetgeving
Strafprocesrecht
Bijzondere wetten bv wet op voorlopige hechtenis (strafonderzoek nog bezig)
VTSv. = Voorafgaande titel van het wetboek van strafvordering nog voor het wetboek van
strafvordering is niet hetzelfde als het Sv.
4