Voorbeeld pagina’s
1
,2
,3
,4
, ZSO 1 DE CEL
Deelinstructie 1: de cel, haar plasmamembraan en haar rol bij de endo- en
exoxytose
a. Welk molecuul is verantwoordelijk voor de instandhouding van het
celmembraan?
De fosfolipiden bilaag
b. Verklaar de term unit membraan en fosfolipiden dubbellaag.
Unit membraan komt voort uit het feit dat alle membranen op dezelfde manier zijn
opgebouwd (alle membranen van de cel vormen een eenheidsstructuur). Alle
cellen hebben immers een membraan dat uit een fosfolipiden dubbellaag bestaat. De
hydrofobe staarten zijn naar elkaar toegericht en de hydrofiele koppen naar het
intracellulaire of extracellulaire milieu gericht.
c. Maak een tekening van een celmembraan en geef aan hoe eiwitmoleculen hierin
aanwezig kunnen zijn.
d. Wat wordt verstaan onder de fluïditeit van de celmembraan en hoe is deze aan
te tonen.
De mate waarin de moleculen in het membraan zich vrij kunnen bewegen. De
fluïditeit wordt bepaald door een blok radioactieve stof ergens in het membraan te
plaatsen en na een uur of een dag te kijken waar de radioactieve stof nu zit.
e. Wat verstaat men onder het begrip endocytose, exocytose en transcytose?
Endocytose is het proces waarbij de cel stoffen opneemt die door de celmembraan
werden ingesloten. De stoffen die de celmembraan door mogen, worden ingesloten
doordat de celmembraan verder naar binnen toe instulpt, totdat het uiteindelijk een
zelfstandig blaasje (vesikel) vormt, het endosoom.
Exocytose is het proces waarbij een cel stoffen afgeeft aan of afscheidt naar de
celmembraan of het extracellulaire milieu. De af te scheiden stoffen zijn onder andere
proteïnen en lipiden. Dit proces loopt via organellen.
Tanscytose: endosomen worden doorgesluisd naar de andere zijde van de cel om
hun inhoud weer door exocytose te lozen.
f. Het schildklier stimulerend hormoon wordt geproduceerd in de hypofyse en
activeert slecht de cellen uit de schildklier. Wat is de verklaring hiervoor?
Het celmembraan van de schildklier heeft bepaalde receptoren die de hormonen
herkennen. Als een hormoon op de receptor valt wordt deze door het membraan
5
1
,2
,3
,4
, ZSO 1 DE CEL
Deelinstructie 1: de cel, haar plasmamembraan en haar rol bij de endo- en
exoxytose
a. Welk molecuul is verantwoordelijk voor de instandhouding van het
celmembraan?
De fosfolipiden bilaag
b. Verklaar de term unit membraan en fosfolipiden dubbellaag.
Unit membraan komt voort uit het feit dat alle membranen op dezelfde manier zijn
opgebouwd (alle membranen van de cel vormen een eenheidsstructuur). Alle
cellen hebben immers een membraan dat uit een fosfolipiden dubbellaag bestaat. De
hydrofobe staarten zijn naar elkaar toegericht en de hydrofiele koppen naar het
intracellulaire of extracellulaire milieu gericht.
c. Maak een tekening van een celmembraan en geef aan hoe eiwitmoleculen hierin
aanwezig kunnen zijn.
d. Wat wordt verstaan onder de fluïditeit van de celmembraan en hoe is deze aan
te tonen.
De mate waarin de moleculen in het membraan zich vrij kunnen bewegen. De
fluïditeit wordt bepaald door een blok radioactieve stof ergens in het membraan te
plaatsen en na een uur of een dag te kijken waar de radioactieve stof nu zit.
e. Wat verstaat men onder het begrip endocytose, exocytose en transcytose?
Endocytose is het proces waarbij de cel stoffen opneemt die door de celmembraan
werden ingesloten. De stoffen die de celmembraan door mogen, worden ingesloten
doordat de celmembraan verder naar binnen toe instulpt, totdat het uiteindelijk een
zelfstandig blaasje (vesikel) vormt, het endosoom.
Exocytose is het proces waarbij een cel stoffen afgeeft aan of afscheidt naar de
celmembraan of het extracellulaire milieu. De af te scheiden stoffen zijn onder andere
proteïnen en lipiden. Dit proces loopt via organellen.
Tanscytose: endosomen worden doorgesluisd naar de andere zijde van de cel om
hun inhoud weer door exocytose te lozen.
f. Het schildklier stimulerend hormoon wordt geproduceerd in de hypofyse en
activeert slecht de cellen uit de schildklier. Wat is de verklaring hiervoor?
Het celmembraan van de schildklier heeft bepaalde receptoren die de hormonen
herkennen. Als een hormoon op de receptor valt wordt deze door het membraan
5
