EVOLUTIEBIOLOGIE
1. Inleiding: studie van het leven op aarde
Hoe wordt het leven bestudeerd?
I. Trappen van organisatie van levende materie
gemeenschap ≥ twee populaties van verschillende soorten die in hetzelfde gebied leven en op elkaar
inwerken
populatie leden van één soort die hetzelfde gebied bewonen
meercellig organisme individueel levend wezen dat uit vele cellen bestaat
orgaansysteem / ≥ twee organen die samenwerken bij uitvoering van specifieke lichaamsfunctie
stelsel
orgaan structuur die bestaat uit verschillende weefseltypen die functionele eenheid vormen
weefsel groep vergelijkbare cellen die een specifieke functie uitvoeren
cel de kleinste eenheid van het leven
molecule combinatie van atomen
atoom kleinste deeltje van een element dat eigenschappen van dat element behoudt
● menselijk lichaam
○ start vanuit 1 cel
○ uiteindelijk 40 000 miljard cellen
● hoge ‘turn-over’
→ bv. rode bloedcellen: 2 500 000 cellen/seconde
● beperkte levensduur van cel
→ bv. elektrolyt: 100 dagen
II. Wetenschappelijke studie van een fenomeen
III. Wetenschappelijk onderzoek: gericht of toeval
→ in de buurt van schimmel (Penicillium) groeien geen bacteriën door toxische stoffen die voedingsbodem
wegnemen
, Zeven karakteristieken van het leven
vereisten om van ‘leven’ te kunnen spreken
I. complex, georganiseerd en bestaande uit cellen
II. gekenmerkt door homeostase
III. reageren op prikkels
IV. nood aan energie
● fotosynthese
● autotroof = energie uit anorganische stoffen
● heterotroof = energie uit andere organische stoffen
V. mogelijkheid tot groei
VI. mogelijkheid tot reproductie
VII. capaciteit om te evolueren
Diversiteit van het leven
I. Domeinen en rijken
II. Prokaryoten en eukaryoten
● één- en meercellige
● verschil in energievoorziening
2. Principes van evolutie
, Ontwikkeling van evolutietheorieën
evolutie = verandering (over lange tijd) van karakteristieken van populaties
I. Pre-Darwinisme – theologie
Lamarck
→ overerving van verworven eigenschappen (↔ genetica)
George Cuvier
→ alles is tezamen gecreëerd, maar sommige soorten zijn door catastrofe uitgestorven
= catastrofisme
William Smith
→ verschillende soorten leven op verschillende tijden
James Hutton & Charles Lyell
→ aarde bestond lang genoeg om evolutie op normale, natuurlijke wijze te laten plaatsvinden
II. Darwin en Wallace
1842: eerste publicatiedraft van Darwin
→ gaat in tegen godsdienst
1858: publicaties in Linnaean Society London
1859: “On the origin of species by means of natural selection”, C. Darwin
→ onderzoek op Galapagos-eilanden
Evidentie voor evolutie
I. Fossielen
→ hoe dieper fossielen in de bodem zitten, hoe ouder ze zijn
evolutie van land naar zee
→ stadia van evolutie: walvis was landdier dat terug naar zee ging
(klein achterpootje)
II. Vergelijkende anatomie
1. Inleiding: studie van het leven op aarde
Hoe wordt het leven bestudeerd?
I. Trappen van organisatie van levende materie
gemeenschap ≥ twee populaties van verschillende soorten die in hetzelfde gebied leven en op elkaar
inwerken
populatie leden van één soort die hetzelfde gebied bewonen
meercellig organisme individueel levend wezen dat uit vele cellen bestaat
orgaansysteem / ≥ twee organen die samenwerken bij uitvoering van specifieke lichaamsfunctie
stelsel
orgaan structuur die bestaat uit verschillende weefseltypen die functionele eenheid vormen
weefsel groep vergelijkbare cellen die een specifieke functie uitvoeren
cel de kleinste eenheid van het leven
molecule combinatie van atomen
atoom kleinste deeltje van een element dat eigenschappen van dat element behoudt
● menselijk lichaam
○ start vanuit 1 cel
○ uiteindelijk 40 000 miljard cellen
● hoge ‘turn-over’
→ bv. rode bloedcellen: 2 500 000 cellen/seconde
● beperkte levensduur van cel
→ bv. elektrolyt: 100 dagen
II. Wetenschappelijke studie van een fenomeen
III. Wetenschappelijk onderzoek: gericht of toeval
→ in de buurt van schimmel (Penicillium) groeien geen bacteriën door toxische stoffen die voedingsbodem
wegnemen
, Zeven karakteristieken van het leven
vereisten om van ‘leven’ te kunnen spreken
I. complex, georganiseerd en bestaande uit cellen
II. gekenmerkt door homeostase
III. reageren op prikkels
IV. nood aan energie
● fotosynthese
● autotroof = energie uit anorganische stoffen
● heterotroof = energie uit andere organische stoffen
V. mogelijkheid tot groei
VI. mogelijkheid tot reproductie
VII. capaciteit om te evolueren
Diversiteit van het leven
I. Domeinen en rijken
II. Prokaryoten en eukaryoten
● één- en meercellige
● verschil in energievoorziening
2. Principes van evolutie
, Ontwikkeling van evolutietheorieën
evolutie = verandering (over lange tijd) van karakteristieken van populaties
I. Pre-Darwinisme – theologie
Lamarck
→ overerving van verworven eigenschappen (↔ genetica)
George Cuvier
→ alles is tezamen gecreëerd, maar sommige soorten zijn door catastrofe uitgestorven
= catastrofisme
William Smith
→ verschillende soorten leven op verschillende tijden
James Hutton & Charles Lyell
→ aarde bestond lang genoeg om evolutie op normale, natuurlijke wijze te laten plaatsvinden
II. Darwin en Wallace
1842: eerste publicatiedraft van Darwin
→ gaat in tegen godsdienst
1858: publicaties in Linnaean Society London
1859: “On the origin of species by means of natural selection”, C. Darwin
→ onderzoek op Galapagos-eilanden
Evidentie voor evolutie
I. Fossielen
→ hoe dieper fossielen in de bodem zitten, hoe ouder ze zijn
evolutie van land naar zee
→ stadia van evolutie: walvis was landdier dat terug naar zee ging
(klein achterpootje)
II. Vergelijkende anatomie