100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Notas de lectura

Methodologie colleges VU

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
24
Subido en
21-07-2024
Escrito en
2023/2024

Hoorcollege aantekeningen van methodologie 1 VU

Institución
Grado










Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
21 de julio de 2024
Número de páginas
24
Escrito en
2023/2024
Tipo
Notas de lectura
Profesor(es)
Sander los
Contiene
Todas las clases

Temas

Vista previa del contenido

methodologie
Hoorcollege 1. 04-09-2023

Empirische wetenschap: verzamelen van data om een conclusie te trekken
Formele wetenschap: correct beredeneren op basis van data

Wetenschappelijke methode (overkoepelend bij alle studies): manier van denken van een
wisselwerking tussen rationeel denkprocessen en empirische observaties

Wel wetenschappelijk acceptabele bronnen:
Empirisme: systematische, volgens een plan, en nauwkeurig data verzamelen
Rationalisme: correct beredeneren  conclusie tolt uit argumenten

Niet wetenschappelijk acceptabele bronnen:
 Hardnekkigheid (Volhartentheid): hoe je iets vroeger geleerd heb
 Intuïtie: vanuit je gut feeling
 Autoriteit

Grootheden: Eigenschappen:
Plato  Aangeboren kennis  ideeën
(427-347  Nieuwe inzichten combineren met oude kennis
voor christus)  Sterk rationalisme, weinig empirisme
 Observaties moeten wantrouwen
Aristoteles Twee vormen van kennis: (1600)
(384, 322 1) Deductie: zekere kennis komt voort uit zekere waarheden
voor christus) 2) Inductie: onzekere kennis wordt verkregen vanuit observaties
 Sterk rationalisme, beetje empirisme
Alexander de  Stelde gelijkgestemde aan  zelfde manier van denken
Grote  Hellenisme: verspreiding van Griekse cultuur in veroverde gebieden
 Wetenschappers gingen naar Alexandria (Egypte):
- Astronomie en geografie  veel observeren, minder redeneren
- Sterk empirisme, weinig rationalisme
Claudius  Zon en planten draaien om de aarde in cirkels  theorie klopt niet
Ptolemy door ‘epicycles’
 Islamitische geleerden vertalen kennis uit Athene en Alexandria
 Nieuwe soorten wiskunde  algebra  ontstaan uit nummer 0
Copernicus  Zon in het midden van het zonnestelsel en niet de aarde
Galilei  Bestudeerde de theorie van Copernicus en was het er mee eens
 Kritische denker, onderzoeker en wiskundige
 Begin van de mathematisering van de werkelijkheid  gravitatiekracht
in een formule krijgen
Kepler  Ontdekte dat steeds verder van de aarde er geen cirkels maar ellipsen
waren
Newton  Ging verder dan observaties, dacht aan de onderliggende ideeën
 1700
Wat gebeurde er met de wetenschap vanaf het jaar 1700?

,Vanaf 1700 was er een omslag punt waarin mensen de opvattingen van de wetenschap van
het jaar 1600 niet meer geloofden  wetenschappelijke revolutie (aan de hand van
technologische ontwikkelen)

Wat is het verschil tussen de wetenschap van het jaar 1600 en 1700?
In het jaar 1600 was de kennis gebaseerd op autoriteit, vooruit de bijbel.
Vanaf 1700 was de kennis gebaseerd op kennis gebaseerd op de wetenschappelijke methode

Wat is het verschil tussen deductie en inductie:
 Deductie: zekere kennis komt voort uit zekere waarheden
 Inductie: onzekere kennis wordt verkregen vanuit observaties (veel rationalisme,
beetje empirisme)
Waar was de kennis in de middeleeuwen op gebaseerd?
 Vroeg  bijbel
 Late  kennis van Aristoteles

Athene  theoretisch, geen observaties
Alexandria  observaties, weinig theoretisch
Moderne wetenschap  theorieën onderzoeken door observaties



Hoorcollege 2. 06-09-2023

Filosofie van de wetenschap: onderzoek de grondslagen (fundamentele aannames) en
implicaties van de wetenschap  alle wetenschappelijke onderdelen ontstaan uit filosofie

Reificatie van een construct: de neiging om een construct te behandelen alsof het deel
uitmaakt van de werkelijkheid  zichtbaar

Aanname: uitspraak zonder bewijs
Fundamentele aannames:
 Materiele werkelijkheid onafhankelijk van ons
 Werkelijkheid is geordend
 De systematiek kan ontdekt worden van de werkelijkheid
 Verklaringen zijn nooit definitief > voorlopig

Observeerbare zaken:
 Data, gegevens, feiten, verschijnselen
- Resultaten van een onderzoeksverslag
Niet observeerbare zaken:
 Zwaartekracht, intelligentie
 Constructen  gebaseerd op observaties en data
 conclusies trekken uit dingen die niet zichtbaar
zijn  vind je vaak in de introductie of conclusie
Hypothese: toetsbare verklaring van een verschijnsel in
een onderzoeksvraag  niet observeerbaar

,  Wordt opgesteld door inductie
 Getest door een predictie: observeerbare consequentie van een specifieke situatie

Theorie: logisch gerelateerde constructen gericht op het uitleggen van een fenomeen in een
bepaald domein.
Eisen:
 Complexe hypothese: niet observeerbaar
 Consistent  geen tegenspraak
 Zo simpel mogelijk
 Deel hypotheses afleiden en die toetsen  als de hypothese waar is dan moeten ook
de simpele deel hypotheses waar zijn
 Moet falsifieerbaar zijn

Falsificatie:
 Data is inconsistent met de predictie  theorie blijkt niet waar te zijn
 Is direct, deductief argument  conclusie is waar, dus de premisses zijn waar

Verificatie:
 Data komt overeen met de voorspelling  kan nooit vast stellen dat de hypothese
juist
 Complex, inductief argument  conclusie is waarschijnlijk waar, dus de premisses zijn
waarschijnlijk waar

Premisse: waar je van uit gaat  uitspraken volgen eruit
Propositie: uitspraak kan juist of onjuist zijn  laatste propositie is de conclusie

Conditioneel argument: je begint je argument met “als” (e.g. als ik op de VU ben, ben ik in
Amsterdam)
 Antecedent: dingen die vooraf zijn gegaan
 Consequent: iets dat volgt
1. Als Q waar is, dan is R ook waar
2. Q is waar
3. Dus R is ook waar

Deductief argument: een argument die 100% waar is
Inductief argument: op zijn best waarschijnlijk waar

Valide argument: een geldig argument
 Modus Tollens (MT): ontkenning van de consequent
1. Als G dan R
2. Geen R
3. Dus geen Q
 Modus Ponnens: bevestiging van de antecedent


Invalide argument: een niet geldig argument
 Bevestiging van de consequent
$8.66
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor
Seller avatar
jentedekker239

Conoce al vendedor

Seller avatar
jentedekker239 Vrije Universiteit Amsterdam
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
1
Miembro desde
2 año
Número de seguidores
1
Documentos
6
Última venta
1 año hace

0.0

0 reseñas

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes