Eva Bardoul | Leerling Stella Maris College Meerssen
BIOLOGIE
Hoofdstuk 9
9
Gedragsbiologie
Ethologie / gedragsbiologie = de studie van het gedrag van dieren.
Burrhus Skinner (1904 – 1990) bestudeerde ratten en kwam tot de conclusie dat dieren alles
konden leren. Skinnerbox = ratten leerden als een soort automaat een hefboompje over te
halen om een stukje voedsel te krijgen.
Karl von Frisch bestudeerde de communicatie van bijen om de bijentaal te kennen.
Konrad Lorenz bestudeerde ganzen en beschreef vormen van aangeboren gedragen en
leerprocessen van jonge dieren.
Nico Tinbergen is een van de belangrijkste grondleggers van de moderne ethologie, omdat
hij dieren bestudeerde in hun natuurlijke omgeving.
Ethologen vonden gedrag aangeboren (nature) maar psychologen vonden gedrag
aangeleerd (nurture).
Uiteindelijk is gedrag een fenotypisch verschijnsel dat zich ontwikkelt door de wisselwerking
tussen erfelijke aanleg en milieu. Gen en omgeving bepalen het gedrag.
9.1
Wat is gedrag?
1. Wat doet het levend wezen?
2. Waarom handelt het zo?
3. Waardoor wordt het gedrag veroorzaakt?
3a. Is het overgeërfd?
3b. Door welke prikkels wordt het gedrag opgewekt?
3c. Door welke processen in het zenuwstelsel komt het gedrag tot stand?
3d. Wat is de rol van de hormonen?
4. Wat is het doel van dit gedrag?
4a. Op welke manier helpt het gedrag het dier te overleven of voor nakomelingen te
zorgen?
5. Hoe en waarom is dit gedrag ontstaan?
5a. Hoe en waarom is dit gedrag ontstaan in de evolutie?
5b. Hoe is het verder ontwikkelt?
, Eva Bardoul | Leerling Stella Maris College Meerssen
BIOLOGIE
9.1.1
Motivatie en fitness
Het centrale zenuwstelsel bestuurt de organen na het ontvangen van prikkels uit de
uitwendige omgeving of uit het eigen lichaam.
De inwendige toestand bepaalt meestal de motivatie voor een bepaald gedrag.
Functies van gedrag
De eigen overlevingskansen vergroten
Voor nakomelingschap zorgen en de kans op nakomelingen vergroten
De nakomelingen verzorgen of beschermen
De fitness van het dier bepaalt ook zijn gedrag, dit is de mate waarin het dier zijn genen kan
doorgeven aan het nageslacht. Dit is ook wel de geschiktheid om te overleven.
9.1.2
Gedragsonderzoek
Gedragsonderzoek bestaat uit drie componenten:
Het ethogram
Observeren
Experimenteren
Ethogram
Voor ieder gedragselement (beweging) zet je een code vast. Een ethogram is een
gecodeerde beschrijving van het gedrag van een dier in een bepaalde situatie.
Observeren
Het gedrag observeren en beschrijven.
Experimenteren
Hierbij kijk je hoe het dier reageert.
9.1.3
Gedragssystemen
Gedragssystemen zijn er als er reeksen van handelingen zijn die met elkaar samenhangen,
en die hetzelfde doel dienen.
Voortplantingsgedrag
Territoriumgedrag
Vluchtgedrag
BIOLOGIE
Hoofdstuk 9
9
Gedragsbiologie
Ethologie / gedragsbiologie = de studie van het gedrag van dieren.
Burrhus Skinner (1904 – 1990) bestudeerde ratten en kwam tot de conclusie dat dieren alles
konden leren. Skinnerbox = ratten leerden als een soort automaat een hefboompje over te
halen om een stukje voedsel te krijgen.
Karl von Frisch bestudeerde de communicatie van bijen om de bijentaal te kennen.
Konrad Lorenz bestudeerde ganzen en beschreef vormen van aangeboren gedragen en
leerprocessen van jonge dieren.
Nico Tinbergen is een van de belangrijkste grondleggers van de moderne ethologie, omdat
hij dieren bestudeerde in hun natuurlijke omgeving.
Ethologen vonden gedrag aangeboren (nature) maar psychologen vonden gedrag
aangeleerd (nurture).
Uiteindelijk is gedrag een fenotypisch verschijnsel dat zich ontwikkelt door de wisselwerking
tussen erfelijke aanleg en milieu. Gen en omgeving bepalen het gedrag.
9.1
Wat is gedrag?
1. Wat doet het levend wezen?
2. Waarom handelt het zo?
3. Waardoor wordt het gedrag veroorzaakt?
3a. Is het overgeërfd?
3b. Door welke prikkels wordt het gedrag opgewekt?
3c. Door welke processen in het zenuwstelsel komt het gedrag tot stand?
3d. Wat is de rol van de hormonen?
4. Wat is het doel van dit gedrag?
4a. Op welke manier helpt het gedrag het dier te overleven of voor nakomelingen te
zorgen?
5. Hoe en waarom is dit gedrag ontstaan?
5a. Hoe en waarom is dit gedrag ontstaan in de evolutie?
5b. Hoe is het verder ontwikkelt?
, Eva Bardoul | Leerling Stella Maris College Meerssen
BIOLOGIE
9.1.1
Motivatie en fitness
Het centrale zenuwstelsel bestuurt de organen na het ontvangen van prikkels uit de
uitwendige omgeving of uit het eigen lichaam.
De inwendige toestand bepaalt meestal de motivatie voor een bepaald gedrag.
Functies van gedrag
De eigen overlevingskansen vergroten
Voor nakomelingschap zorgen en de kans op nakomelingen vergroten
De nakomelingen verzorgen of beschermen
De fitness van het dier bepaalt ook zijn gedrag, dit is de mate waarin het dier zijn genen kan
doorgeven aan het nageslacht. Dit is ook wel de geschiktheid om te overleven.
9.1.2
Gedragsonderzoek
Gedragsonderzoek bestaat uit drie componenten:
Het ethogram
Observeren
Experimenteren
Ethogram
Voor ieder gedragselement (beweging) zet je een code vast. Een ethogram is een
gecodeerde beschrijving van het gedrag van een dier in een bepaalde situatie.
Observeren
Het gedrag observeren en beschrijven.
Experimenteren
Hierbij kijk je hoe het dier reageert.
9.1.3
Gedragssystemen
Gedragssystemen zijn er als er reeksen van handelingen zijn die met elkaar samenhangen,
en die hetzelfde doel dienen.
Voortplantingsgedrag
Territoriumgedrag
Vluchtgedrag