ZINTUIGEN
10.1 Inleiding
• Zintuigen of zintuigcellen: verbinden in en uitwendig milieu met zenuwstelsel
• Zintuigcellen (gespecialiseerde cellen of celuitlopers) registreren omstandigheden binnen
en buiten en lichaam
• → Oppikken en doorsturen sensorische info
• Zintuigen geven geen volledig beeld (onzichtbare kleuren en tonen)
• Zintuigen kunnen ons bedriegen (fantoompijn)
Eenvoudigste zintuigen:
• Dendrieten van sensibele neuronen (= vrije zenuwuiteinden)
• Gevoelig voor meerdere typen prikkels (pijn bij kneuzing, warmte of snijwond)
• Specifieke zintuigcellen: gevoelig voor 1 type prikkel
- Vb tastzintuig = gevoelig voor druk maar ongevoelig voor chemische prikkels
Ingewikkelde zintuigcellen:
• Beschermd door accessoire structuren en bindweefsellagen
• Gespecialiseerd in 1 type prikkel
• Zelden blootgesteld aan andere prikkels
- Vb. lichtgevoelige cellen in het oog
o Receptorveld = gebied dat info levert aan zintuigcel/sensorische cel
o Hoe groter: hoe moeilijker om prikkel te lokaliseren (minder nauwkeurig)
Tastzintuig lichaamsoppervlak van 7 cm
= minder nauwkeurig dan testzintuig op
De tong of vingertoppen → receptorveld
Van een diameter kleiner als een milimeter
,Prikkel in receptorveld
Zorgt voor actiepotentialen
Actiepotentialen bereiken CZS via afferente banen
Aankomen info in CZS in een sensibele (afferente) vezel (= gewaarwording)
Verder leiden van info in CZS naar specifiek gebied in hersenschors
Bewust worden van de gewaarwording (= waarneming)
• CZS interpreteerd de sensorische informatie op basis van het geprikkelde gebied
• Geen verschil maken tussen ‘ware’ gewaarwording en ‘valse’ gewaarwording
→ wrijven over ogen = ‘zien’ van lichtflitsen → mechanische prikkel niet visueel maar de
activiteit van de oogzenuw wordt naar de visuele cortex gestuurd en wordt als visuele
waarneming beleefd
Soort prikkel (locatie/aard) bepaalt waar sensorische info naartoe gaat:
• Aanraking, druk, tast, pijn, temperatuur primaire sensorische schors
• Info vd ogen visuele cortex
• Info vd oren auditieve cortex
• Info v reukzintuig olfactorische cortex
,• Adaptatie:
o = afname gevoeligheid in aanwezigheid constante prikkel
o In koud/warm water → na bep tijd = ervaren als minder extreem
o Minder info naar hersenschors (bewustzijn)
o Grootste deel van info naar centra in het ruggenmerg of hersenstam (onwillekeurige
reflex vb. Terugtrekreflex)
• Reticulaire activerende systeem:
o In middenhersenen
o Verhoogt of verlaag bewustwording van binnenkomende gewaarwordingen
o Rol bij concentreren van aandacht
o Aanpassing gevoeligheid kan bewust of onbewust
o Vb. Achtergrondgeluid uitschakelen in drukte of goed luisteren = extra gevoeligheid
voor gehoorprikkels
10.2 Algemene zintuigen
• Zintuigcellen verspreid over hele lichaam
• Relatief eenvoudig qua bouw
• Indeling volgens aard prikkel waarvoor ze gevoelig zijn:
o Pijn nociceptoren
o Temperatuur thermoreceptoren
o Fysische vervorming mechanoreceptoren
o Chemische prikkels chemoreceptoren
, 1. Pijn
• Nociceptoren = vrije zenuwuiteinden
• Huid, gewrichtskapsels, bloedvatwanden, beenvliezen die beenderen bedekken
• Vooral oppervlakkig gelegen
• Grote receptorvelden
• Gevoelig voor extreme temperatuur, mechanische beschadiging of chemische stoffen
• 2 types axonen geleiden de pijnlijke gewaarwording:
o Snelle pijn (stekend) gemyeliniseerde vezels snel naar CZS (somatische reflex)
naar primaire sensorische schors = worden
o Trage pijn (brandend) ongemyeliniseerde vezels algemeen betrokken gebied
identificeren
o Gerefereerde pijn: pijnwaarneming in delen van het lichaam die niet werkelijk
worden geprikkeld → pijn in ander delen van het lichaam die door dezelfde
ruggenmergzenuwen worden geïnnerveerd
2. Temperatuur
• Warmte- of thermoreceptoren (vrije zenuwuiteinden)
• Temperatuurgewaarwordingen = via zelfde banen als pijngewaarwordingen
• Huid, skeletspieren, lever, hypothalamus
• # koudereceptoren > # warmtereceptoren (4:1)
• Geleid naar de formatio reticularis, de thalamus en de primaire sensorische schors
• Zeer actief wanneer T verandert
• Snelle aanpassing aan stabiele T (warme ruimte naar koude buitenlucht)
10.1 Inleiding
• Zintuigen of zintuigcellen: verbinden in en uitwendig milieu met zenuwstelsel
• Zintuigcellen (gespecialiseerde cellen of celuitlopers) registreren omstandigheden binnen
en buiten en lichaam
• → Oppikken en doorsturen sensorische info
• Zintuigen geven geen volledig beeld (onzichtbare kleuren en tonen)
• Zintuigen kunnen ons bedriegen (fantoompijn)
Eenvoudigste zintuigen:
• Dendrieten van sensibele neuronen (= vrije zenuwuiteinden)
• Gevoelig voor meerdere typen prikkels (pijn bij kneuzing, warmte of snijwond)
• Specifieke zintuigcellen: gevoelig voor 1 type prikkel
- Vb tastzintuig = gevoelig voor druk maar ongevoelig voor chemische prikkels
Ingewikkelde zintuigcellen:
• Beschermd door accessoire structuren en bindweefsellagen
• Gespecialiseerd in 1 type prikkel
• Zelden blootgesteld aan andere prikkels
- Vb. lichtgevoelige cellen in het oog
o Receptorveld = gebied dat info levert aan zintuigcel/sensorische cel
o Hoe groter: hoe moeilijker om prikkel te lokaliseren (minder nauwkeurig)
Tastzintuig lichaamsoppervlak van 7 cm
= minder nauwkeurig dan testzintuig op
De tong of vingertoppen → receptorveld
Van een diameter kleiner als een milimeter
,Prikkel in receptorveld
Zorgt voor actiepotentialen
Actiepotentialen bereiken CZS via afferente banen
Aankomen info in CZS in een sensibele (afferente) vezel (= gewaarwording)
Verder leiden van info in CZS naar specifiek gebied in hersenschors
Bewust worden van de gewaarwording (= waarneming)
• CZS interpreteerd de sensorische informatie op basis van het geprikkelde gebied
• Geen verschil maken tussen ‘ware’ gewaarwording en ‘valse’ gewaarwording
→ wrijven over ogen = ‘zien’ van lichtflitsen → mechanische prikkel niet visueel maar de
activiteit van de oogzenuw wordt naar de visuele cortex gestuurd en wordt als visuele
waarneming beleefd
Soort prikkel (locatie/aard) bepaalt waar sensorische info naartoe gaat:
• Aanraking, druk, tast, pijn, temperatuur primaire sensorische schors
• Info vd ogen visuele cortex
• Info vd oren auditieve cortex
• Info v reukzintuig olfactorische cortex
,• Adaptatie:
o = afname gevoeligheid in aanwezigheid constante prikkel
o In koud/warm water → na bep tijd = ervaren als minder extreem
o Minder info naar hersenschors (bewustzijn)
o Grootste deel van info naar centra in het ruggenmerg of hersenstam (onwillekeurige
reflex vb. Terugtrekreflex)
• Reticulaire activerende systeem:
o In middenhersenen
o Verhoogt of verlaag bewustwording van binnenkomende gewaarwordingen
o Rol bij concentreren van aandacht
o Aanpassing gevoeligheid kan bewust of onbewust
o Vb. Achtergrondgeluid uitschakelen in drukte of goed luisteren = extra gevoeligheid
voor gehoorprikkels
10.2 Algemene zintuigen
• Zintuigcellen verspreid over hele lichaam
• Relatief eenvoudig qua bouw
• Indeling volgens aard prikkel waarvoor ze gevoelig zijn:
o Pijn nociceptoren
o Temperatuur thermoreceptoren
o Fysische vervorming mechanoreceptoren
o Chemische prikkels chemoreceptoren
, 1. Pijn
• Nociceptoren = vrije zenuwuiteinden
• Huid, gewrichtskapsels, bloedvatwanden, beenvliezen die beenderen bedekken
• Vooral oppervlakkig gelegen
• Grote receptorvelden
• Gevoelig voor extreme temperatuur, mechanische beschadiging of chemische stoffen
• 2 types axonen geleiden de pijnlijke gewaarwording:
o Snelle pijn (stekend) gemyeliniseerde vezels snel naar CZS (somatische reflex)
naar primaire sensorische schors = worden
o Trage pijn (brandend) ongemyeliniseerde vezels algemeen betrokken gebied
identificeren
o Gerefereerde pijn: pijnwaarneming in delen van het lichaam die niet werkelijk
worden geprikkeld → pijn in ander delen van het lichaam die door dezelfde
ruggenmergzenuwen worden geïnnerveerd
2. Temperatuur
• Warmte- of thermoreceptoren (vrije zenuwuiteinden)
• Temperatuurgewaarwordingen = via zelfde banen als pijngewaarwordingen
• Huid, skeletspieren, lever, hypothalamus
• # koudereceptoren > # warmtereceptoren (4:1)
• Geleid naar de formatio reticularis, de thalamus en de primaire sensorische schors
• Zeer actief wanneer T verandert
• Snelle aanpassing aan stabiele T (warme ruimte naar koude buitenlucht)