9.1 Reinigen
Reinigen: Oppervlaktes die vettig zijn worden gereinigd met basische oplossingen
(zeep, soda, ammonia, loog, gootsteenontstopper).
9.2 Basen in water
Base: is een deeltje dat een H+ ion kan opnemen.
Basisch oplossing: alle basisch oplossingen bevatten OH- ionen, want OH-
ontstaat bij een reactie met water.
De pH van een basisch oplossing is > 7
De pH bepaal je door een indicator of met een pH meter.
Als een H2O molecuul een H+ ion verliest, blijft er een OH- ion over. Het kenmerkende
deeltje van een basisch oplossing is OH-.
Sterke base: basen die in water volledig splitsen in ionen, dit is een aflopende
reactie.
Zwakke base: basen die in water gedeeltelijk splitsen in ionen. Dit is
een evenwichtsreactie
Hoe zien of iets zwak of sterk is?
Onderaan tabel 49 rechts onder = sterke basen. Hoe hoger, hoe zwakker de basen.
Helemaal bovenaan reageren de basen niet meer met water, omdat ze zo zwak zijn
(= theoretische base)
Geconjugeerd zuur-base paar: Als een zwakke base een H+ ion opneemt ontstaat
er een zwak zuur dat weer een H+ ion kan afgeven
|(bijvoorbeeld CH3COO- en CH3COOH)
Namen en formules van belangrijke basen
Naam Formule
Hydroixide-ion OH-
Oxide-ion O2-
Carbonaat-ion CO32-
Waterstofcarbonaat-ion HCO3-
Sulfide-ion S2-
Waterstofsulfide-ion HS-
Fosfaation PO43-
Monowaterstoffosfaation HPO42-
Sulfietion SO32-
Cyanide in CN-
Acetaation CH3COO-
, Ammoniak NH3
9.3 Formules en namen van basen
Ionen als basen
I. Goed oplosbaar zout met een sterk basisch ion: Als een goed oplosbaar
zout een sterk basisch ion bevat, reageert het zout direct aflopend met water.
Je noteert dan 1 reactievergelijking.
Voorbeeld:Na2O + H2O → 2Na+ + 2 OH-
II. Slecht oplosbaar zout met een sterk basisch ion / Een slecht oplosbaar
zout met een zwak basisch ion: Als een slecht oplosbaar zout een basisch
ion bevat, verloopt er geen reactie met water.
Er zijn drie mogelijkheden van water met een zout gebeurd:
1.Het zout splitst in ionen.
2.Het zout reageert met water.
3.Het zout lost niet op in water.
III. Goed oplosbaar zout met een zwak basisch ion: Als een goed oplosbaar
zout een zwak basisch ion bevat, noteer je 2 Reactievergelijkingen. 1 van het
oplossen van zout en een van de reactie van de base met water.
Voorbeeld: Oplossen zout: NaF → Na+ + F-
F- is een zwakke base dus: F- + H2O HF + OH-
IV. Meerwaardige basen: basen die instaat zijn om meer dan 1 H+ -ion op te
nemen. Een meerwaardige zwakke base neemt meestal maar één H+ ion op.
De tweede reactie noteer je dus niet.
Moleculaire stoffen als basen:
Aminen: zijn zwakke organische basen. Ook ammoniak is een zwakke base. :
Notaties van basische oplossingen:
1. Een oplossing van een sterke base noteer je als de ionen die ontstaan door
de reactie met water
2. Een ion als zwakke base noteer je als het oorspronkelijk ion
3. Een oplossing van een moleculaire stof als zwakke base noteer je als het
oorspronkelijk ion.
Namen belangrijke basisch oplossingen
Ammonia NH3 (aq)
Natronloog Na+ (aq) + OH- (aq)
Kaliloog K+ (aq) + OH- (aq)
Reinigen: Oppervlaktes die vettig zijn worden gereinigd met basische oplossingen
(zeep, soda, ammonia, loog, gootsteenontstopper).
9.2 Basen in water
Base: is een deeltje dat een H+ ion kan opnemen.
Basisch oplossing: alle basisch oplossingen bevatten OH- ionen, want OH-
ontstaat bij een reactie met water.
De pH van een basisch oplossing is > 7
De pH bepaal je door een indicator of met een pH meter.
Als een H2O molecuul een H+ ion verliest, blijft er een OH- ion over. Het kenmerkende
deeltje van een basisch oplossing is OH-.
Sterke base: basen die in water volledig splitsen in ionen, dit is een aflopende
reactie.
Zwakke base: basen die in water gedeeltelijk splitsen in ionen. Dit is
een evenwichtsreactie
Hoe zien of iets zwak of sterk is?
Onderaan tabel 49 rechts onder = sterke basen. Hoe hoger, hoe zwakker de basen.
Helemaal bovenaan reageren de basen niet meer met water, omdat ze zo zwak zijn
(= theoretische base)
Geconjugeerd zuur-base paar: Als een zwakke base een H+ ion opneemt ontstaat
er een zwak zuur dat weer een H+ ion kan afgeven
|(bijvoorbeeld CH3COO- en CH3COOH)
Namen en formules van belangrijke basen
Naam Formule
Hydroixide-ion OH-
Oxide-ion O2-
Carbonaat-ion CO32-
Waterstofcarbonaat-ion HCO3-
Sulfide-ion S2-
Waterstofsulfide-ion HS-
Fosfaation PO43-
Monowaterstoffosfaation HPO42-
Sulfietion SO32-
Cyanide in CN-
Acetaation CH3COO-
, Ammoniak NH3
9.3 Formules en namen van basen
Ionen als basen
I. Goed oplosbaar zout met een sterk basisch ion: Als een goed oplosbaar
zout een sterk basisch ion bevat, reageert het zout direct aflopend met water.
Je noteert dan 1 reactievergelijking.
Voorbeeld:Na2O + H2O → 2Na+ + 2 OH-
II. Slecht oplosbaar zout met een sterk basisch ion / Een slecht oplosbaar
zout met een zwak basisch ion: Als een slecht oplosbaar zout een basisch
ion bevat, verloopt er geen reactie met water.
Er zijn drie mogelijkheden van water met een zout gebeurd:
1.Het zout splitst in ionen.
2.Het zout reageert met water.
3.Het zout lost niet op in water.
III. Goed oplosbaar zout met een zwak basisch ion: Als een goed oplosbaar
zout een zwak basisch ion bevat, noteer je 2 Reactievergelijkingen. 1 van het
oplossen van zout en een van de reactie van de base met water.
Voorbeeld: Oplossen zout: NaF → Na+ + F-
F- is een zwakke base dus: F- + H2O HF + OH-
IV. Meerwaardige basen: basen die instaat zijn om meer dan 1 H+ -ion op te
nemen. Een meerwaardige zwakke base neemt meestal maar één H+ ion op.
De tweede reactie noteer je dus niet.
Moleculaire stoffen als basen:
Aminen: zijn zwakke organische basen. Ook ammoniak is een zwakke base. :
Notaties van basische oplossingen:
1. Een oplossing van een sterke base noteer je als de ionen die ontstaan door
de reactie met water
2. Een ion als zwakke base noteer je als het oorspronkelijk ion
3. Een oplossing van een moleculaire stof als zwakke base noteer je als het
oorspronkelijk ion.
Namen belangrijke basisch oplossingen
Ammonia NH3 (aq)
Natronloog Na+ (aq) + OH- (aq)
Kaliloog K+ (aq) + OH- (aq)
