Probleem 2 Learning and memory
Leren
Een lange termijn verandering in mentale representaties of associaties door ervaring.
Implicit learning leren zonder bewust proberen iets te bereiken of na te denken over wat
je leert. Zonder intentie
Explicit learning bewust denk over, interpreteren en reconstrueren wat je ziet en hoort in
de omgeving. Met intentie.
Cognitieve processen
Wat mensen doen als ze proberen te interpreteren en onthouden wat ze zien, horen en leren.
- Encoding
Veranderen of toevoegen van binnenkomende informatie op een bepaalde manier,
zodat ze het makkelijker onthouden.
- Retrieval
Het terugvinden van informatie die was opgeslagen.
Dual-store model
Sensory register
Informatie van zintuigen. Onthoudt de informatie net lang genoeg om voorafgaand te
verwerken. De vorm van opslag is in precies dezelfde vorm als het waargenomen
wordt, voordat er encoding plaatsvindt. De capaciteit is groot, maar de duratie is kort.
Auditief duurt langer dan visueel omdat hier sneller associaties gelegd worden.
Perceptie
Het proces waarbij een stimulus wordt gedetecteerd en hier betekenis aan
wordt gegeven. De betekenis wordt gevormd door een combinatie van fysieke
representaties van de wereld, de bestaande kennis en de context.
Twee factoren die de duratie verklaren:
Interferentie
Er komt nieuwe informatie binnen, dit vervaagd de oude informatie
Decay
Ook zonder nieuwe input vervaagd de informatie snel.
Informatie van sensory naar werkgeheugen
Om de informatie naar het werkgeheugen te krijgen, moet er aandacht zijn.
Factoren die aandacht beïnvloeden:
- Beweging
- Grootte
- Intensiteit
- Nieuw of onbekend
- Incongruentie
- Sociale cues
- Emotie
- Persoonlijke significantie
Bottom-up processing / data-driven
Kenmerken organiseren in patronen.
Top-down processing / conceptually driven
Kenmerken en patronen combineren met context en al bestaande kennis. Vindt
plaats na bottom-up processing.
, Figure-ground
Wanneer er gefocust wordt op de details van een object, kunnen andere dingen
niet waargenomen worden.
Limited processing capacity
Voor sommige taken heb je minder aandacht nodig, bv. makkelijke taken en
voor andere meer.
Twee vormen voor multitasken
- Sequential multitasking
Waarbij taken elkaar opvolgen
- Simultaneous multitasking
Waarbij men twee acties op hetzelfde moment probeert uit te voeren.
Werkgeheugen / korte termijngeheugen
Hier vindt bewust, actief denken plaats. identificeert informatie uit sensory register
waar aandacht aan gegeven is en bewaart dit voor een langere tijd. Bevat ook
informatie uit het langetermijngeheugen dat teruggeroepen is.
De capaciteit bestaat uit 3-5 woorden tegelijk, de duratie is minder dan 30 seconden.
De central executive is een component van het werkgeheugen en regelt het proces.
Effortful control houdt afleidingen tegen en zegt iets over de efficiëntie van de central
executive.
Drie manieren om informatie op te slaan.
- Fonologische loop
Het herhalen van auditieve informatie.
- Visual-special sketchpad
Gedachten koppelen aan de omgeving waarin je je bevond op het moment van het
krijgen van de informatie.
- Episodic buffer
Communicatie tussen alle informatie. Input van sensory register en
langetermijngeheugen.
3 controle processen die invloed hebben op het functioneren:
- Organisatie
Intergreren van informatie. Informatie indelen om het beter te onthouden.
Bv. chunking informatie combineren. En het verdelen van informatie in groepen in
logische en betekenisvolle onderdelen.
- Retrieval
Het terughalen van informatie. Hoe meer informatie hierin zit, hoe moeilijker dit is.
- Rehearsal
Maintenance rehearsal
Herhalen van informatie om het te onthouden.
Elaborative rehearsal
Combineren van al bestaande informatie met informatie die je wilt onthouden.
Cognitieve belasting
Hoeveelheid mentale resources voor het werkgeheugen nodig zijn om een bepaalde taak uit te
voeren. Hiervan zijn 3 soorten:
- Intrinsieke cognitieve belasting
Complexiteit van de taak en de vaardigheden van het individu.
- Extraneous (irrelevante) cognitieve belasting
Problemen die niet gerelateerd zijn aan de taak. Bijvoorbeeld geluid.
- Germane (nuttige) cognitieve belasting
Relevantie informatie. Deze informatie wordt georganiseerd en geïntegreerd met
eerdere informatie.
Leren
Een lange termijn verandering in mentale representaties of associaties door ervaring.
Implicit learning leren zonder bewust proberen iets te bereiken of na te denken over wat
je leert. Zonder intentie
Explicit learning bewust denk over, interpreteren en reconstrueren wat je ziet en hoort in
de omgeving. Met intentie.
Cognitieve processen
Wat mensen doen als ze proberen te interpreteren en onthouden wat ze zien, horen en leren.
- Encoding
Veranderen of toevoegen van binnenkomende informatie op een bepaalde manier,
zodat ze het makkelijker onthouden.
- Retrieval
Het terugvinden van informatie die was opgeslagen.
Dual-store model
Sensory register
Informatie van zintuigen. Onthoudt de informatie net lang genoeg om voorafgaand te
verwerken. De vorm van opslag is in precies dezelfde vorm als het waargenomen
wordt, voordat er encoding plaatsvindt. De capaciteit is groot, maar de duratie is kort.
Auditief duurt langer dan visueel omdat hier sneller associaties gelegd worden.
Perceptie
Het proces waarbij een stimulus wordt gedetecteerd en hier betekenis aan
wordt gegeven. De betekenis wordt gevormd door een combinatie van fysieke
representaties van de wereld, de bestaande kennis en de context.
Twee factoren die de duratie verklaren:
Interferentie
Er komt nieuwe informatie binnen, dit vervaagd de oude informatie
Decay
Ook zonder nieuwe input vervaagd de informatie snel.
Informatie van sensory naar werkgeheugen
Om de informatie naar het werkgeheugen te krijgen, moet er aandacht zijn.
Factoren die aandacht beïnvloeden:
- Beweging
- Grootte
- Intensiteit
- Nieuw of onbekend
- Incongruentie
- Sociale cues
- Emotie
- Persoonlijke significantie
Bottom-up processing / data-driven
Kenmerken organiseren in patronen.
Top-down processing / conceptually driven
Kenmerken en patronen combineren met context en al bestaande kennis. Vindt
plaats na bottom-up processing.
, Figure-ground
Wanneer er gefocust wordt op de details van een object, kunnen andere dingen
niet waargenomen worden.
Limited processing capacity
Voor sommige taken heb je minder aandacht nodig, bv. makkelijke taken en
voor andere meer.
Twee vormen voor multitasken
- Sequential multitasking
Waarbij taken elkaar opvolgen
- Simultaneous multitasking
Waarbij men twee acties op hetzelfde moment probeert uit te voeren.
Werkgeheugen / korte termijngeheugen
Hier vindt bewust, actief denken plaats. identificeert informatie uit sensory register
waar aandacht aan gegeven is en bewaart dit voor een langere tijd. Bevat ook
informatie uit het langetermijngeheugen dat teruggeroepen is.
De capaciteit bestaat uit 3-5 woorden tegelijk, de duratie is minder dan 30 seconden.
De central executive is een component van het werkgeheugen en regelt het proces.
Effortful control houdt afleidingen tegen en zegt iets over de efficiëntie van de central
executive.
Drie manieren om informatie op te slaan.
- Fonologische loop
Het herhalen van auditieve informatie.
- Visual-special sketchpad
Gedachten koppelen aan de omgeving waarin je je bevond op het moment van het
krijgen van de informatie.
- Episodic buffer
Communicatie tussen alle informatie. Input van sensory register en
langetermijngeheugen.
3 controle processen die invloed hebben op het functioneren:
- Organisatie
Intergreren van informatie. Informatie indelen om het beter te onthouden.
Bv. chunking informatie combineren. En het verdelen van informatie in groepen in
logische en betekenisvolle onderdelen.
- Retrieval
Het terughalen van informatie. Hoe meer informatie hierin zit, hoe moeilijker dit is.
- Rehearsal
Maintenance rehearsal
Herhalen van informatie om het te onthouden.
Elaborative rehearsal
Combineren van al bestaande informatie met informatie die je wilt onthouden.
Cognitieve belasting
Hoeveelheid mentale resources voor het werkgeheugen nodig zijn om een bepaalde taak uit te
voeren. Hiervan zijn 3 soorten:
- Intrinsieke cognitieve belasting
Complexiteit van de taak en de vaardigheden van het individu.
- Extraneous (irrelevante) cognitieve belasting
Problemen die niet gerelateerd zijn aan de taak. Bijvoorbeeld geluid.
- Germane (nuttige) cognitieve belasting
Relevantie informatie. Deze informatie wordt georganiseerd en geïntegreerd met
eerdere informatie.
