Inleiding
Economisch recht = alle rechtsregels die in het economisch leven moeten worden nageleefd.
- Ondernemingen
- Consumenten
- B2B & B2C
ondernemingsrecht
Economisch recht
marktrecht
Ondernemingsrecht
Het geheel van rechtsregels over de oprichting, organisatie en werking van de onderneming
bij de uitoefening van haar economische activiteiten.
ð Algemene verplichtingen, regels handelstussenpersonen, verdelen producten.
ð Wetgeving met betrekking tot de vennootschappen en verenigingen
ð Wetgeving met betrekking tot de ondernemingen in moeilijkheden (insolventie)
Marktrecht
Het geheel van regels die door de ondernemingen moeten worden gerespecteerd bij het
verdelen van goederen en diensten op de markt.
ð Normen ter bescherming van de concurrenten, consumenten en spaarders.
ð Mededinging, marktpraktijken en consumentenkrediet.
Regel: producten met verlies verkopen is verboden (uitz: verouderde producten wel =>
Delhaize: vervaldag, mag je met verlies verkopen en -30%).
Vroeger ecomisch recht = handelsrecht. Handelaar, handelsrechtbank. Alles wat te maken
had met handelaar, bestaat niet meer. Te maken met onderneming, ondernemingsrechbank.
ð Wetboek van koophandel vervangen door wetboek van economisch recht
ð Handelaar werd vervangen door onderneming.
Handelaar: ‘uitoefening van een economische activiteit en dit met winst’.
ð Ondernemingsrechtbank is van toepassing.
Onderneming = hij / zij die op regelmatige basis economische activiteiten gaat stellen.
ð Moet op courante basis zijn.
Iemand die één maal per jaar (bv oudejaar) als taxi speelt = geen onderneming. De courante
activiteit is er niet.
1
, ð Ook vrije beroepen (dokter, advocaat) zijn ondernemingen. Valt onder bewijsvoering
van ondernemingsrecht en onder ondernemingsrechtbank.
Ecomisch recht = bijzonder en afwijkend recht
• Afwijkend
o Niet omdat iets van toepassing is in het BR, dat het ook van toepassing is in
het ER (bv: hoofdelijkheid in BR, wordt hier aangenomen, in BR expliciet
vermeld worden). Hier is hoofdelijkheid de regel.
• Bijzonder recht
o Op bepaalde categorie van mensen van toepassing, enkel op zij die
ondernemingsactiviteiten uitoefenen. BR op alle burgers.
• Gebundeld in WER
2
,Deel 1: fundamentele elementen economisch recht
Hoofdstuk 1: Bronnen van het economisch recht
4 klassieke rechtsbronnen
1. Wetgeving
2. Rechtspraak
3. Gewoonte
4. Rechtsleer
1. Wetgeving
1.1 Nationale wetgeving
Nationale wetten (volledig grondgebied, decreten/ordonnanties => Brussel)
- Grondwet
- Wetten (WER)
- KB
- MB
Wetboek van vennootschappen en verenigingen
Burgerlijk wetboek
1.2 Internationale wetgeving
- Wetgeving uitgevaardigd door supranationale politieke instellingen
- Traditioneel internationaal recht
Rechtsregels uitgevaardigd door supranationale politieke instellingen
- Recht van de Europese Unie
o Doelstellingen EU door 5 instellingen:
1. Europees Parlement
2. Europese Raad
3. Europese Commissie
4. Hof van Justitie
5. Rekenkamer
- Verordeningen
o Rechtstreeks van toepassing in alle lidstaten
- Richtlijnen
o Moeten door de lidstaten worden omgezet in de wetgeving (nat) – nationale
overheden moeten de door de richtlijnen beoogde resultaten bereiken,
middelen mogen ze kiezen. Europa zegt ‘kwaliteit milieu moet verbeteren’,
dan mag ieder lidstaat vrij bepalen hoe ze dat gaan doen.
- Beschikkingen / besluiten
o Enkel van toepassing op een bepaalde bestemmeling (staten, ondernemingen
of bedrijven).
Traditioneel recht
- Bi- of multilaterale verdragen tussen soevereine staten.
- Juridat
3
, 2. Rechtspraak
Geheel van beslissingen door rechtscolleges soms vaste rechtsspraak.
Juportal.
3. Gewoonte
Gebaseerd op welbepaalde en herhaalde handelswijzen die als algemeen verbindend
worden aanvaard. Wetgever verwijst er soms naar.
Vermoeden van passieve hoofdelijkheid tussen meerdere ondernemers die contractueel
verbonden zijn ten overstaan van hun schuldeiser.
4. Rechtsleer
Geheel van studies geschreven door rechtsgeleerden (die verschijnen in juridische
tijdschriften en boeken).
ð Rekenkundig Weekblad
Rechters zijn hier niet aan gebonden, maar rechtspraak wordt er wel door beïnvloed.
Rechtsleer vormt een indirecte rechtsbron.
4