Tekstverbanden :
Concluderend verband : Dus, Daarom, Concluderend, Kortom, Al met al
Chronologisch verband : Nadat, Eerst, Daarna, Wanneer, Vroeger, Later,
Voordat
Opsommend verband : En, Ook, Ten eerste, Ten tweede, Ten slotte, Vervolgens
Tegenstellend verband : Maar, Echter, Hoewel, Toch, Daarentegen, Staat
tegenover
Vergelijkend verband : Zoals, Zo, Evenals, In vergelijking met, Soortgelijke
Toelichtend verband : Bijvoorbeeld, Zo, Zoals, Een voorbeeld hiervan, Ter
illustratie
Redengevend verband : Want, Omdat, Daarom, Vanwege, Immers, Namelijk,
Voorwaardelijk verband : Wanneer, Mits, Tenzij, In het geval dat, Als
Doel- middel verband : Om te, Daarmee, Waarmee, Opdat, Door middel van
Oorzakelijk verband : Door, Doordat, Waardoor, Te danken aan, Zodoende
Samenvattend verband : Samengevat, Kortom, Met andere woorden, Vandaar
dat, Hieruit volgt
Tekstsoorten
Uiteenzetting : In de tekst wordt iets uitgelegd, beschreven, verklaard/
meegedeeld. Het doel is de lezer de informeren. Herkennen aan een
opsomming van feiten, uitleggen hoe een onderwerp in elkaar zit.
Beschouwing : In de tekst worden verschillende interpretaties/ verklaringen en
opinies ter overweging aangeboden. Een onderwerp ter discussie stellen door
het van verschillende kanten te belichten met uitleg en argumentatie.
Betoog : In de tekst wordt een standpunt ingenomen en wordt deze verdedigd
d.m.v van argumenten. De schrijver wilt het publiek overtuigen/ activeren.
Verschil tussen een uiteenzetting en een beschouwing is dat in een
beschouwing verschillende meningen zitten en in een uiteenzetting niet.
Concluderend verband : Dus, Daarom, Concluderend, Kortom, Al met al
Chronologisch verband : Nadat, Eerst, Daarna, Wanneer, Vroeger, Later,
Voordat
Opsommend verband : En, Ook, Ten eerste, Ten tweede, Ten slotte, Vervolgens
Tegenstellend verband : Maar, Echter, Hoewel, Toch, Daarentegen, Staat
tegenover
Vergelijkend verband : Zoals, Zo, Evenals, In vergelijking met, Soortgelijke
Toelichtend verband : Bijvoorbeeld, Zo, Zoals, Een voorbeeld hiervan, Ter
illustratie
Redengevend verband : Want, Omdat, Daarom, Vanwege, Immers, Namelijk,
Voorwaardelijk verband : Wanneer, Mits, Tenzij, In het geval dat, Als
Doel- middel verband : Om te, Daarmee, Waarmee, Opdat, Door middel van
Oorzakelijk verband : Door, Doordat, Waardoor, Te danken aan, Zodoende
Samenvattend verband : Samengevat, Kortom, Met andere woorden, Vandaar
dat, Hieruit volgt
Tekstsoorten
Uiteenzetting : In de tekst wordt iets uitgelegd, beschreven, verklaard/
meegedeeld. Het doel is de lezer de informeren. Herkennen aan een
opsomming van feiten, uitleggen hoe een onderwerp in elkaar zit.
Beschouwing : In de tekst worden verschillende interpretaties/ verklaringen en
opinies ter overweging aangeboden. Een onderwerp ter discussie stellen door
het van verschillende kanten te belichten met uitleg en argumentatie.
Betoog : In de tekst wordt een standpunt ingenomen en wordt deze verdedigd
d.m.v van argumenten. De schrijver wilt het publiek overtuigen/ activeren.
Verschil tussen een uiteenzetting en een beschouwing is dat in een
beschouwing verschillende meningen zitten en in een uiteenzetting niet.