1a -a –a 2a –us 2b –um 3a mv –es 3b mv –a 4 -us 5 -es
ev/mv
vrlk mnlk onz vrlk / mnlk onz mnlk vrlk
rosa servus bellum rex nomen currus res
rosae servi belli regis nominis currus rei
rosae servo bello regi nomini currui rei
rosam servum bellum regem nomen currum rem
rosa servo bello rege nomine curru re
rosae servi bella reges nomina currus res
rosarum servorum bellorum regum nominum curruum rerum
rosis servis bellis regibus nominibus curribus rebus
rosas servos bella reges nomina currus res
rosis servis bellis regibus nominibus curribus rebus
Nominativus onderwerp of naamwoordelijk deel van het gezegde
Genitivus ‘van’, eigenschap: ‘met’, objectivus: ‘voor’
Dativus ‘aan’ of ‘voor’, possessivus (aan mij is een vader = ik heb een vader)
Accusativus lijdend voorwerp of onderwerp in de A.C.I., richting bij plaatsnamen ‘naar’
Ablativus ‘met’ of ‘door’, tijdstop, in een vergelijking, eigenschap
Twee woorden die vaak verward worden zijn vir = man en vis = kracht.
vis vir
- viri
- viro
vim virum
vi vero
vires viri
virium virorum
viribus viris
vires viros
viribus viris
Bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijke naamwoorden nemen het geslacht, getal en de naamval over van het zelfstandig naamwoord,
congruentie.
-us
mannelijk vrouwelijk onzijdig
magnus magna magnum
magni magnae magni
magno magnae magno
magnum magnam magnum
magno magna magno
magni magnae magna
magnorum magnarum magnorum
magnis magnis magnis
magnos magnas magna
magnis magnis magnis
Miser (= ruw) en pulcher (= mooi): miser, misera, miserum en pulcher, pulchra, pulchrum
, Fortis (= sterk, dapper), ingens (= groot) en felix (= gelukkig) komen veel overeen met de uitgangen van rex, maar let
op de ablativus enkelvoud.
-is mannelijk / vrouwelijk onzijdig
fortis forte
fortis fortis
forti forti
fortem forte
forti forti
fortes fortia
fortium fortium
fortibus fortibus
fortes fortia
fortibus fortibus
Acer (= hevig, fel): genitivus mannelijk: acris, nominativus vrouwelijk: acris en nominativus onzijdig: acre
-ns mannelijk / vrouwelijk onzijdig
ingens ingens
ingentis ingentis
ingenti ingenti
ingentem ingens
ingenti ingenti
ingentes ingentia
ingentium ingentium
ingentibus ingentibus
ingentes ingentia
ingentibus Ingentibus
-ax mannelijk / vrouwelijk onzijdig
audax audax
audacis audacis
audaci audaci
audacem audax
audaci audaci
audaces audacia
audacium audacium
audacibus audacibus
audaces audacia
audacibus audacibus
Een bijvoeglijk naamwoord wordt soms ook predicatief gebruikt. Voorbeeld: Puella laeta exclamat = Het meisje roept
blij uit. Het is hier verbonden met het zelfstandig naamwoord, maar ook met de persoonsvorm.
De vergrotende trap: comparativus
Stam bijvoeglijknaamwoord + -ior (mannelijk en vrouwelijk)/-ius (onzijdig)
Betekenis:
1. Hoger
2. tamelijk hoog, nogal hoog, te hoog
3. hoogste (van twee personen of dingen die met elkaar vergeleken worden)
ev/mv
vrlk mnlk onz vrlk / mnlk onz mnlk vrlk
rosa servus bellum rex nomen currus res
rosae servi belli regis nominis currus rei
rosae servo bello regi nomini currui rei
rosam servum bellum regem nomen currum rem
rosa servo bello rege nomine curru re
rosae servi bella reges nomina currus res
rosarum servorum bellorum regum nominum curruum rerum
rosis servis bellis regibus nominibus curribus rebus
rosas servos bella reges nomina currus res
rosis servis bellis regibus nominibus curribus rebus
Nominativus onderwerp of naamwoordelijk deel van het gezegde
Genitivus ‘van’, eigenschap: ‘met’, objectivus: ‘voor’
Dativus ‘aan’ of ‘voor’, possessivus (aan mij is een vader = ik heb een vader)
Accusativus lijdend voorwerp of onderwerp in de A.C.I., richting bij plaatsnamen ‘naar’
Ablativus ‘met’ of ‘door’, tijdstop, in een vergelijking, eigenschap
Twee woorden die vaak verward worden zijn vir = man en vis = kracht.
vis vir
- viri
- viro
vim virum
vi vero
vires viri
virium virorum
viribus viris
vires viros
viribus viris
Bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijke naamwoorden nemen het geslacht, getal en de naamval over van het zelfstandig naamwoord,
congruentie.
-us
mannelijk vrouwelijk onzijdig
magnus magna magnum
magni magnae magni
magno magnae magno
magnum magnam magnum
magno magna magno
magni magnae magna
magnorum magnarum magnorum
magnis magnis magnis
magnos magnas magna
magnis magnis magnis
Miser (= ruw) en pulcher (= mooi): miser, misera, miserum en pulcher, pulchra, pulchrum
, Fortis (= sterk, dapper), ingens (= groot) en felix (= gelukkig) komen veel overeen met de uitgangen van rex, maar let
op de ablativus enkelvoud.
-is mannelijk / vrouwelijk onzijdig
fortis forte
fortis fortis
forti forti
fortem forte
forti forti
fortes fortia
fortium fortium
fortibus fortibus
fortes fortia
fortibus fortibus
Acer (= hevig, fel): genitivus mannelijk: acris, nominativus vrouwelijk: acris en nominativus onzijdig: acre
-ns mannelijk / vrouwelijk onzijdig
ingens ingens
ingentis ingentis
ingenti ingenti
ingentem ingens
ingenti ingenti
ingentes ingentia
ingentium ingentium
ingentibus ingentibus
ingentes ingentia
ingentibus Ingentibus
-ax mannelijk / vrouwelijk onzijdig
audax audax
audacis audacis
audaci audaci
audacem audax
audaci audaci
audaces audacia
audacium audacium
audacibus audacibus
audaces audacia
audacibus audacibus
Een bijvoeglijk naamwoord wordt soms ook predicatief gebruikt. Voorbeeld: Puella laeta exclamat = Het meisje roept
blij uit. Het is hier verbonden met het zelfstandig naamwoord, maar ook met de persoonsvorm.
De vergrotende trap: comparativus
Stam bijvoeglijknaamwoord + -ior (mannelijk en vrouwelijk)/-ius (onzijdig)
Betekenis:
1. Hoger
2. tamelijk hoog, nogal hoog, te hoog
3. hoogste (van twee personen of dingen die met elkaar vergeleken worden)
