13.1 Modelmatige benadering van de winkelformule
Retailmonitorformule: een formule die laat zien hoeveel potentiële klanten in een
verzorgingsgebied zitten en deze klanten zoveel mogelijk kunnen laten kopen.
Formule: O = VG x UB x BF x C x APK x GAP
- O = omzet: totale omzet van een retailer
- VG = verzorgingsgebied: gebied waar de bezoekers van de winkel vandaan komen
- UB = unieke bezoekers: het aantal unieke bezoekers van een retailer in een periode als
percentage van VG.
- BF = bezoekfrequentie: de frequentie waarmee unieke bezoekers gemiddeld de retailer
bezoeken.
- C = conversie: percentage van de bezoekers die daadwerkelijk iets koopt
- APK = artikelen per klant
- GAP = gemiddelde artikelenprijs
Opkomstindex: percentage van inwoners uit het VG die de winkel bezoekt (UB x BF)
Aantal bezoekers: VG x UB x BF
Aantal kopende bezoekers: VG x UB x BF x C
Attractiewaarde: de externe winkeldominantie en geeft aan hoeverre men in staat is met de
winkelformule bezoekers naar de winkel te trekken. (VG x UB x BF)
Transactiewaarde: een leuk uitziende winkel, maar waar niks wordt verkocht.
(C x APK x GAP).
13.2 Gebruik van het model op globaal niveau
Verschillende afzetkanalen detailhandel:
- supermarkten
- speciaalzaken
- warenhuizen
- onlineretailers
Definiëren van verschillende afzetkanalen: om de verschillende afzetkanalen te
onderscheiden, wordt er gekeken naar zes verschillende criteria.
1. Verzorgingsgebied: het gebied waarin een vestiging opereert. Van de HEMA is dit
relatief klein omdat er veel winkels zijn, maar van de Bijenkorf groot want daar zijn
maar enkele winkels van.
2. Unieke bezoekers: het assortiment bepaalt of je unieke of terugkerende bezoekers
hebt. HEMA heeft producten waarvoor een consument maandelijks langs komt,
waartegen de Bijenkorf misschien maar eens in het half jaar naartoe gaat.
3. Bezoekfrequentie: de frequentie waarmee je de producten koopt en gebruikt.
4. Conversie: het aantal keer dat een bezoeker ook iets koopt en niet met lege handen
de winkel uit loopt.
5. Artikelen per klant: aantal artikelen die een klant koopt.
6. Gemiddelde artikelprijs: het gemiddelde bedrag wat een artikel kost.