H1: introduction to psychological
assessment
Geschiedenis van testen
Eerste testen: 2200 voor christus
China
Officieren testen om competentie vast te stellen
18e-19e eeuw
Gauss: wiskundige, astronomie
Formele herkenning van meetfouten
Civil service examinations: vergelijkbaar met China, nu in Europa
Physicians and psychiatrists: 19e eeuw: Engeland en VS
Classificatiesysteem voor mensen met mentale achterstand of problemen
Brass instruments era: ontwikkeling van testen cognitieve vermogens
Objectieve procedures die makkelijk gerepliceerd kunnen worden
Galton: oprichter van mentale tests en metingen
Cattell: simpele sensorische en motor tests kunnen gebruikt worden om intellectueel vermogen te
meten
Wissler: sensory-motor metingen hebben geen correlatie met academische prestaties
20e eeuw testen
Binet: intelligentietesten
Standford-Binet Intelligence Scale
Binet-Simon scale → 1905
Eerste intelligentietest met een goede voorspeller voor academisch succes
Army alpha and beta tests
Tijdens WOI in VS militairen testen om te kijken voor welke baan/taken ze geschikt zijn
Alpha: verbaal
Beta: nonverbaal
Robert Woodworth: persoonlijkheidstesten
H1: introduction to psychological assessment 1
, Woodworth personal data sheet: eerste persoonlijkheidstest
Rorschach inkblot test
Veel debat geweest
Een van de populairste persoonlijkheidstesten in begin 21e eeuw
College admission tests
Scholastis aptitude test (SAT) - 1926
Hiervoor: toelating subjectief en beinvloed door familie achtergrond en status
Nu meer objectieve selectie universiteiten
Wechsler intelligence scales
1930: test bevat metingen verbale vermogen en nonverbale vermogen op zelfde test
Populairste intelligentietest → nog steeds
Minnesota multiphasic personality inventory (MMPI)
diagnose psychiatrische stoornissen
Taal van assessment
Test: procedure/methode waarbij steekproef van gedrag van individu wordt verkregen, gevevalueerd en
gescoord mbv. gestandaardiseerde procedures
Standardized test: test afgenomen en gescoord volgens standaard manier
Measurement/meting: set regels om nummers toe te kennen → test is een meetinstrument → regels voor
scores persoon
Assessment: systematische procedure om informatie te verzamelen die gebruikt kan worden om
conclusies te trekken
Reliability: stabiliteit/consistentie van test
Types testen
Maximum performance test
Limieten van kennis/vermogen/vaardigheden persoon testen
Achievement vs. aptitude tests
Objectief vs. subjectief
Speed vs. power test
H1: introduction to psychological assessment 2
, Achievement/aptitude
Achievement test: meet kennis en vaardigheden in gebied waar instructie over is geweest
Aptitude test: meet cognitieve vaardigheden en capaciteiten die voortkomen uit ervaringen
Objectief vs. subjectief
Objectief: afwezigheid van bias → hoe minder de test beinvloed wordt door de onderzoeker, hoe
objectiever de test
Subjectief: test hangt af van persoonlijk oordeel over score
Speed vs. power
Speed test: prestatie reflecteert snelheid (makkelijke items, gaat om snelheid) (typwedstrijd)
Power test: lastige items, kijken of persoon deze goed kan antwoorden (spellingwedstrijd)
Goede test: niemand haalt perfecte score
Want: als je perfecte score haalt weet je niet wat iemands limiet is → dat is het
doel:
maximum performance test
Typical response test
Meten van typisch gedrag en kenmerken van persoon
Objective personality tests: items die niet beinvloed worden door subjectief oordeel onderzoeker
Waar/niet waar = objectief
Projective personality tests: materiaal presenteren dat veel verschillende reacties kan uitlokken →
subjectief
Types scores
Norm-referenced score: gestandaardiseerd, prestaties vergelijken met anderen
H1: introduction to psychological assessment 3
, Criterion-referenced score: prestaties niet vergelijken met anderen, maar met specifiek niveau van
prestatie
Aannames van psychologisch assessment
10 aannames
Psychologische constructen bestaan
Construct: kenmerk/variabele die test moet meten
Psychologische constructen kunnen gemeten worden
Ondanks dat we constructen kunnen meten: metingen zijn niet perfect
Meeftouten
Er zijn verschillende manieren om construct te meten
Alle assessmentprocedures hebben sterke punten en limitaties
Verschillende bronnen van informatie moeten deel van assessmentproces: beoordelingsproces
Prestatie op test kan gegeneraliseerd worden naar niet-test gedrag
Assessment kan informatie bieden die helpt om betere keuzes te maken voor psychologen
Assessments kunnen op eerlijke manier plaatsvinden
Testen en assessment kan voordelen bieden voor individuen en maatschappij
Waarom tests gebruiken?
Mensen zijn niet goed in objectief beoordelen → test kan helpen
Formele testen helpen psychologen betere klinische en diagnostische keuzes te maken
Feilbaarheid menselijk oordeel = belangrijke reden dat psychologische testen populair zijn geworden
Toepassingen van psychologische assessments
Diagnose → verschillende tests, DSM
Behandeling plannen + effectiviteit
H1: introduction to psychological assessment 4
assessment
Geschiedenis van testen
Eerste testen: 2200 voor christus
China
Officieren testen om competentie vast te stellen
18e-19e eeuw
Gauss: wiskundige, astronomie
Formele herkenning van meetfouten
Civil service examinations: vergelijkbaar met China, nu in Europa
Physicians and psychiatrists: 19e eeuw: Engeland en VS
Classificatiesysteem voor mensen met mentale achterstand of problemen
Brass instruments era: ontwikkeling van testen cognitieve vermogens
Objectieve procedures die makkelijk gerepliceerd kunnen worden
Galton: oprichter van mentale tests en metingen
Cattell: simpele sensorische en motor tests kunnen gebruikt worden om intellectueel vermogen te
meten
Wissler: sensory-motor metingen hebben geen correlatie met academische prestaties
20e eeuw testen
Binet: intelligentietesten
Standford-Binet Intelligence Scale
Binet-Simon scale → 1905
Eerste intelligentietest met een goede voorspeller voor academisch succes
Army alpha and beta tests
Tijdens WOI in VS militairen testen om te kijken voor welke baan/taken ze geschikt zijn
Alpha: verbaal
Beta: nonverbaal
Robert Woodworth: persoonlijkheidstesten
H1: introduction to psychological assessment 1
, Woodworth personal data sheet: eerste persoonlijkheidstest
Rorschach inkblot test
Veel debat geweest
Een van de populairste persoonlijkheidstesten in begin 21e eeuw
College admission tests
Scholastis aptitude test (SAT) - 1926
Hiervoor: toelating subjectief en beinvloed door familie achtergrond en status
Nu meer objectieve selectie universiteiten
Wechsler intelligence scales
1930: test bevat metingen verbale vermogen en nonverbale vermogen op zelfde test
Populairste intelligentietest → nog steeds
Minnesota multiphasic personality inventory (MMPI)
diagnose psychiatrische stoornissen
Taal van assessment
Test: procedure/methode waarbij steekproef van gedrag van individu wordt verkregen, gevevalueerd en
gescoord mbv. gestandaardiseerde procedures
Standardized test: test afgenomen en gescoord volgens standaard manier
Measurement/meting: set regels om nummers toe te kennen → test is een meetinstrument → regels voor
scores persoon
Assessment: systematische procedure om informatie te verzamelen die gebruikt kan worden om
conclusies te trekken
Reliability: stabiliteit/consistentie van test
Types testen
Maximum performance test
Limieten van kennis/vermogen/vaardigheden persoon testen
Achievement vs. aptitude tests
Objectief vs. subjectief
Speed vs. power test
H1: introduction to psychological assessment 2
, Achievement/aptitude
Achievement test: meet kennis en vaardigheden in gebied waar instructie over is geweest
Aptitude test: meet cognitieve vaardigheden en capaciteiten die voortkomen uit ervaringen
Objectief vs. subjectief
Objectief: afwezigheid van bias → hoe minder de test beinvloed wordt door de onderzoeker, hoe
objectiever de test
Subjectief: test hangt af van persoonlijk oordeel over score
Speed vs. power
Speed test: prestatie reflecteert snelheid (makkelijke items, gaat om snelheid) (typwedstrijd)
Power test: lastige items, kijken of persoon deze goed kan antwoorden (spellingwedstrijd)
Goede test: niemand haalt perfecte score
Want: als je perfecte score haalt weet je niet wat iemands limiet is → dat is het
doel:
maximum performance test
Typical response test
Meten van typisch gedrag en kenmerken van persoon
Objective personality tests: items die niet beinvloed worden door subjectief oordeel onderzoeker
Waar/niet waar = objectief
Projective personality tests: materiaal presenteren dat veel verschillende reacties kan uitlokken →
subjectief
Types scores
Norm-referenced score: gestandaardiseerd, prestaties vergelijken met anderen
H1: introduction to psychological assessment 3
, Criterion-referenced score: prestaties niet vergelijken met anderen, maar met specifiek niveau van
prestatie
Aannames van psychologisch assessment
10 aannames
Psychologische constructen bestaan
Construct: kenmerk/variabele die test moet meten
Psychologische constructen kunnen gemeten worden
Ondanks dat we constructen kunnen meten: metingen zijn niet perfect
Meeftouten
Er zijn verschillende manieren om construct te meten
Alle assessmentprocedures hebben sterke punten en limitaties
Verschillende bronnen van informatie moeten deel van assessmentproces: beoordelingsproces
Prestatie op test kan gegeneraliseerd worden naar niet-test gedrag
Assessment kan informatie bieden die helpt om betere keuzes te maken voor psychologen
Assessments kunnen op eerlijke manier plaatsvinden
Testen en assessment kan voordelen bieden voor individuen en maatschappij
Waarom tests gebruiken?
Mensen zijn niet goed in objectief beoordelen → test kan helpen
Formele testen helpen psychologen betere klinische en diagnostische keuzes te maken
Feilbaarheid menselijk oordeel = belangrijke reden dat psychologische testen populair zijn geworden
Toepassingen van psychologische assessments
Diagnose → verschillende tests, DSM
Behandeling plannen + effectiviteit
H1: introduction to psychological assessment 4