Aantekeningen hoofdstuk 9
Verdienmodellen
Verdienmodellen: Omzetmodel, afrekenmodel, revenu model
Verdienmodellen: Manieren waarop een bedrijf geld binnen krijgt. (omzet genereert/maakt) (Making
money)
1. Het handelsmodel: Directe goederenverkoop (transactemodel)
Voorbeeld: Winkel goed koop Geld binnen. Je gaat naar een winkel en je koopt iets, hieraan
verdient de winkel.
Nadeel: Eenmalige geld instroom
Koppelverkoop (variant van het handelsmodel): Bij een product moet een ander product/dienst
worden gekocht.
Voorbeeld: Vakante boeken + verplichte verzekering
Nadeel: Eenmalige geld instroom
2. Abonnementsmodel: Het bedrijf verkoopt abonnementen
Voordeel voor bedrijf: Contnue geldinstroom
Gebruiksmodel (variant abonnementsmodel): Basis prijs voor abonnement + meer betalen als je
meer verbruikt.
Voorbeeld: Gas, water, licht
Servicemodel (variant abonnementsmodel):
Voorbeeld: Onderhoudscontract etc.
3. Instapmodel: Ookwel het freemium model
Free = Grats
Mium: Komt van premium = betalen voor upgrade of voor langere tjd
Voorbeeld: Grats basis product, proefproduct, basis app, Netlix (30 dagen grats, daarna betalen)
Lokaasmodel (variant instapmodel): Basis product is goedkoop maar onderdelen/accessoires zijn
duur.
Voorbeeld: Printer is goedkoop (60,-), cartridge is duur (40,-)
4. Advertentemodel: Verdienen aan advertentes
Voorbeeld: Krant verdient op advertentes
Krant (websites etc.) verdient op: Handelsmodel, abonnementsmodel, advertentes
Hoe meer verdienmodellen, hoe meer je verdient.
5. Lease model: Consument betaald alleen voor gebruik maar is geen eigenaar
Voordeel consument: Minder grote uitgave in één keer, geen onderhoudskosten
Voordeel bedrijf: Krijgen elke maand een goed bedrag binnen.
6. Makelaarsmodel: Ookwel het yield model
Verdient zijn geld door te bemiddelen. Bedrijf bezit product niet maar wordt betaald voor
bemiddeling tussen koper + verkoper.
Voorbeeld: Headhunters, relatebureaus
, Prijsbepaling methoden:
Concurrentebepalende methode:
Me-too pricing: Going rate price
Put-out pricing: Concurrent verjagen uit de markt
Stay-out pricing: Prijsstelling, uit de markt blijven
Kostbepalende methode:
Cost-plus pricing: Kostprijs + methode
Target pricing: Rendementsmethode
Stay-out = tegen mogelijke concurrent uit de markt houden.
Put-out = concurrent uit de markt weg werken.
Stay-out marketngdoelstelling: Je marktaandeel handhaven
Put-out marketngdoelstelling: Je marktaandeel verhogen
Stay-out prijsdoelstelling: Verhinderen dat nieuwe aanbieders toe kunnen treden op de markt.
Put-out prijsdoelstelling: Concurrenten uit de markt drijven.
Verdienmodellen
Verdienmodellen: Omzetmodel, afrekenmodel, revenu model
Verdienmodellen: Manieren waarop een bedrijf geld binnen krijgt. (omzet genereert/maakt) (Making
money)
1. Het handelsmodel: Directe goederenverkoop (transactemodel)
Voorbeeld: Winkel goed koop Geld binnen. Je gaat naar een winkel en je koopt iets, hieraan
verdient de winkel.
Nadeel: Eenmalige geld instroom
Koppelverkoop (variant van het handelsmodel): Bij een product moet een ander product/dienst
worden gekocht.
Voorbeeld: Vakante boeken + verplichte verzekering
Nadeel: Eenmalige geld instroom
2. Abonnementsmodel: Het bedrijf verkoopt abonnementen
Voordeel voor bedrijf: Contnue geldinstroom
Gebruiksmodel (variant abonnementsmodel): Basis prijs voor abonnement + meer betalen als je
meer verbruikt.
Voorbeeld: Gas, water, licht
Servicemodel (variant abonnementsmodel):
Voorbeeld: Onderhoudscontract etc.
3. Instapmodel: Ookwel het freemium model
Free = Grats
Mium: Komt van premium = betalen voor upgrade of voor langere tjd
Voorbeeld: Grats basis product, proefproduct, basis app, Netlix (30 dagen grats, daarna betalen)
Lokaasmodel (variant instapmodel): Basis product is goedkoop maar onderdelen/accessoires zijn
duur.
Voorbeeld: Printer is goedkoop (60,-), cartridge is duur (40,-)
4. Advertentemodel: Verdienen aan advertentes
Voorbeeld: Krant verdient op advertentes
Krant (websites etc.) verdient op: Handelsmodel, abonnementsmodel, advertentes
Hoe meer verdienmodellen, hoe meer je verdient.
5. Lease model: Consument betaald alleen voor gebruik maar is geen eigenaar
Voordeel consument: Minder grote uitgave in één keer, geen onderhoudskosten
Voordeel bedrijf: Krijgen elke maand een goed bedrag binnen.
6. Makelaarsmodel: Ookwel het yield model
Verdient zijn geld door te bemiddelen. Bedrijf bezit product niet maar wordt betaald voor
bemiddeling tussen koper + verkoper.
Voorbeeld: Headhunters, relatebureaus
, Prijsbepaling methoden:
Concurrentebepalende methode:
Me-too pricing: Going rate price
Put-out pricing: Concurrent verjagen uit de markt
Stay-out pricing: Prijsstelling, uit de markt blijven
Kostbepalende methode:
Cost-plus pricing: Kostprijs + methode
Target pricing: Rendementsmethode
Stay-out = tegen mogelijke concurrent uit de markt houden.
Put-out = concurrent uit de markt weg werken.
Stay-out marketngdoelstelling: Je marktaandeel handhaven
Put-out marketngdoelstelling: Je marktaandeel verhogen
Stay-out prijsdoelstelling: Verhinderen dat nieuwe aanbieders toe kunnen treden op de markt.
Put-out prijsdoelstelling: Concurrenten uit de markt drijven.