Studentnummer: 4943373
Datum: Februari 2024
Opleider: Scheidegger
Opleiding: Social work
Module: Professioneel en oplossingsgericht werken
,Inhoud
Begrippenlijst...........................................................................................................................................................3
Voorwoord...............................................................................................................................................................5
Samenvatting...........................................................................................................................................................6
Onderdeel C: Het standpunt Hier worden alle resultaten en argumenten besproken en aan de hand van een
redenatieschema neem ik mijn uiteindelijke persoonlijke standpunt in (U vindt het schema in de bijlage). Waarin
ik mijn eigen twijfels zal ontkrachten of bevestigen. “In het redenatieschema zijn de geraadpleegde bronnen
verwerkt met de voor- en tegenargumenten ten aanzien van de stelling. Het redenatieschema ondersteunt in
het beter begrijpen van de argumentatie voor een stelling en het kritisch analyseren ervan” (Van den Herik &
Schuitema, 2016).....................................................................................................................................................6
A: Inleiding...............................................................................................................................................................7
B: Bronnenonderzoek...............................................................................................................................................8
C: standpunt...........................................................................................................................................................13
Literatuurlijst..........................................................................................................................................................14
Bijlage.....................................................................................................................................................................17
2
, Begrippenlijst
ADHD: Om uit te leggen wat ADHD is en wat dit betekent doe ik er wijs aan om deskundigen te citeren. Deze
kunnen soms in enkele zinnen uitleggen wat ADHD letterlijk betekent en welke invloed het heeft op de persoon.
ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) is een stoornis waarbij je vaak erg druk en snel afgeleid bent. Dat
kan op verschillende manieren voor problemen zorgen.
ASS: Als je de diagnose autismespectrumstoornis (ASS) hebt, wordt informatie in je hersenen anders verwerkt
dan bij de meeste mensen. Een ASS is niet bij iedereen hetzelfde, de kenmerken kunnen per persoon verschillen.
Je hebt moeite met het omgaan met andere mensen.
Je bent voor sommige prikkels heel gevoelig, voor andere juist niet.
Je gaat helemaal op in dingen die je interessant vindt.
Je kunt je niet makkelijk in anderen verplaatsen.
Je houdt niet van onverwachte veranderingen.
Je herhaalt sommige dingen vaak.
Je herkent snel patronen.
Cluster 4 onderwijs:
Het (voortgezet) speciaal onderwijs bestaat uit 4 clusters:
• Cluster 1: blinde, slechtziende leerlingen;
• Cluster 2: dove, slechthorende leerlingen of met een taal-spraakontwikkelingsstoornis;
• Cluster 3: lichamelijk gehandicapte en/of verstandelijk gehandicapte en langdurig zieke leerlingen
somatisch);
• Cluster 4: kinderen met psychische stoornissen en gedragsproblemen.
Het gaat om onderwijs voor leerlingen die vastlopen in het reguliere onderwijs. Waar extra aandacht en-of bijles
niet voldoende is en er naar een meer specialistische onderwijs omgeving gezocht wordt. Door middel van
samenwerkingsverbanden tussen reguliere en speciale scholen zijn deze in staat aan de zorgplicht te voldoen en
leerlingen onderwijs te bieden in hun eigen regio. Leerlingen van het VSO mogen op deze school blijven tot het
jaar waarin ze 20 worden. Er zijn 3 mogelijke uitstroomprofielen, de leerling gaat naar vervolgonderwijs, de
leerling gaat de arbeidsmarkt op of de leerling stroomt uit naar dagbesteding.
DSM-V:
DSM staat voor Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders: het diagnostisch en statistisch handboek
van psychiatrische aandoeningen. Dit handboek wordt uitgegeven door de American Psychiatric Association.
Gamificatie: Gamificatie is het Nederlandse woord voor Gamification. Het betekent letterlijk het gebruik van
spelelementen in een onderwijsomgeving.
Gameverslaving en/of Digitale disbalans: Er is sprake van digitale disbalans als het gebruik van digitale media
niet meer goed voelt of gezond voor je is. Wanneer de balans verloren lijkt te gaan en het gebruik van digitale
media ervoor zorgt dat je je niet goed meer voelt. Vooral bij leerlingen met ASS en ADHD is dit uitvoerig
3