100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

samenvatting tvda deeltoets 1

Rating
4.0
(3)
Sold
14
Pages
16
Uploaded on
29-10-2018
Written in
2018/2019

Alle uitwerkingen van hoorcolleges en werkcolleges van de gehele eerste periode van het vak toekomstperspectief voor de aarde

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Unknown
Uploaded on
October 29, 2018
Number of pages
16
Written in
2018/2019
Type
Summary

Subjects

Content preview

THEMA 1: DE AARDKORST
Aantekeningen college 1
Antroposfeer (anthroposphere) = menselijke invloed
Cryosfeer = ijs
Asthenosfeer = bovenste deel aardmantel
Lithosfeer = het buitenste gedeelte van de
vaste Aarde
Atmosfeer = bevat alle gassen

Geodynamiek  warmte zet uit en krijgt
kleinere dichtheid dus stijgt op en koelt daar weer op (mantel)
Daardoor gaan platen divergeren (uit elkaar)
Divergent boundaries  divergente plaatzones
Waar platen convergeren (naar elkaar) wordt een koele plaat eronder geplaatst

Oceaanbodem = vulkanisch gestold gesteente
Continentale korst heeft een kleinere dichtheid dan oceanische korst en het vloeibare
materiaal uit de mantel  drijft op oceanische korst

Isostasie  (principe van Archimedes)  werkcollege opdracht

Convergent boundaries  botsende plaatzones
Bij oceanische en continentale convergerende platen heb je sprake van subductie
(= verdwijning ene plaat onder een andere plaat  afhankelijk van dichtheid)

Vaak ook sprake van vulkanisme bij subductiezones.  Gedeelte van de plaat die
subduceert gaat smelten wat zorgt voor vulkanisme
(De plaat die naar beneden wordt geduwd in de laag gesmolten gesteente eronder, smelt
waardoor er magma ontstaat. Dit magma stijgt op en moet eerst door de aardkorst heen breken
voor het naar buiten kan stromen) Dit gebeurd niet gelijkmatig maar in kleine schokjes

Ondiepe aardbevingen bij 2 continentale platen doordat er geen subductie plaatsvind (bijna
zelfde dichtheid)  alleen een botsing
Diepe aardbeving vind
plaats bij subductie dieper
in de bodem



Losgeraakt sediment door
erosie bouwt zich op en
vormt uiteindelijk onder
druk sedimentaire
gesteenten verder onder
druk word dit gesmolten en
krijg je magma. Magma
stoelt en je krijgt weer hard
gesteente

,Aardbevingen
Tsunami na aardbeving in zee door twee oceanische platen
Gas en olie zitten in poreuze gesteenten (zandgesteenten) gas blijft bewaard in klei wat je
kan aanboren en winnen. Volume van poriën word minder  plotselinge inzakkingen wat
ervaart wordt als een aardbeving ( zelfde gebeurd met grondwater ontrekking  volume
water in de grond wordt minder)

Sheetsamenvatting canvas:
• Tektoniek zorgt voor beweging van aardplaten langs breuklijnen
• Beweging gaat plotseling waarbij veel energie vrijkomt
• Aardbevingen worden ook door mijnbouw gegenereerd (gas, olie, steenkool en delfstoffen,
grondwater) of door kern explosies (N Korea!)
• Aardbevingen zijn zeldzamer (kleinere herhalingstijd) naarmate ze zwaarder zijn
(hogere magnitude)


Vulkanisme
Opgeweld vloeibaar materiaal aan oppervlakte
Vulkanisme in 3 gevallen:

- Rifting (oceanisch en terrestrisch) 
Een rift is een gebied in een continent
waar extensie van de aardkorst
plaatsvindt; de plaatbeweging is er
divergent, uit elkaar bewegend. Onder
invloed van dit proces wordt een
langgerekte depressie in het landschap
gevormd, een riftvallei.

- Subductie = Oceaanplaat onder
andere oceaanplaat of continentale
plaat zorgt voor vulkanisme


- Hotspot = vaste plek waar magma opweld, plaat beweegt ten opzichte van zo’n
hotspot  vulkaan verplaatst. Vloeibaar magma welt op door grote druk en smelt
door de aardkorst/oceaankorst, heen dit vormt eilandengroep (Canarische eilanden)


As = water in contact met lava
Magma met veel SiO2 krijg je explosieve vulkaan
( explosieve vulkaan is een zure vulkaan)
Hoe basischer, hoe rustiger de vulkaan vloeit

 Grote uitbarstingen hebben ook effect op klimaat
 Chemie van magma bepaalt mede de explosiviteit
 Vulkanisme neemt niet toe

, Aantekeningen college 2: 11-9 Bodems en chemie

Bodems bergen regenwater  grote hoeveelheden water word afgevoerd via rivieren, water
gaat de bodems in zodat er niet overstromingen zijn ( probleem grote steden en asfaltering )

Bodems zijn cruciaal voor de koolstof (c) cyclus  Ze bevatten meer koolstof dan planten en
atmosfeer samen

Bodems leveren bouwmateriaal (bijvoorbeeld industrie) en zijn funderingen voor gebouwen
Bodems zijn sink/source (input/output) van verontreiniging

Ontstaan bodems:
1. Onverweerd moedermateriaal (vast gesteente of ‘bedrock’)
2. Fysische verwering: fragmentatie van gesteente en bodemdeeltjes door
temperatuurfluctuaties  Scheurt door vries en dooi cycli
3. Chemische verwering: verandering van bodemdeeltjes door chemische reacties door
regenwater met daarin opgelost CO2 en O2
4. Biologische activiteit: input organische stof, activiteit bodemfauna
5. Stap 2/3 blijven continu doorwerken

CLORPT-vergelijking  deze factoren zorgen voor bodemvorming
Cl-climate : bijv tropisch klimaat warm en veel regen  snelle omzetting organische stof en
veel verwering door regenwater
O-Organisme : wat voor planten, welke organische stoffen meer schimmel of bacteriën etc
R-reliëf : Steile helling = geen bodemvorming ( bij breken begint het weer opnieuw) voet van
de heuvel juist enorm dikke bodem door erosie berg )
P-Parent material: Moedermateriaal zorgt wat voor bodem je krijgt
T-time : de tijd waarin dit plaatsvindt

- Verschillende bodemtypen hebben verschillende eigenschappen qua fysische en
chemische samenstelling ( structuur, waterdoorlatendheid, beschikbare nutriënten,
omzettingssnelheid , organische stof, zuurgraad etc. )
- Het bodemtype bepaalt het gebruik van de bodem (bijv. geschiktheid voor landbouw)
- Het gebruik van de bodem beïnvloed te ontwikkeling ( bemesting vegetatie etc.)

L/F/H of O = organische horizont boven op de bodem
A = horizont aan oppervlakte of direct onder O horizont met
duidelijke inmenging van organische stof en/of invloeden van
landbouw
E = horizont waar klei, ijzer, aluminium en/of organische stof is
uitgespoeld
B = horizont van regolith is veranderd van kleur, structuur of
chemische samenstelling door chemische verwering; inspoeling
klei, Fe, Al en/of organisch materiaal; of verdwijnen van
carbonaten
C = regolith (fysisch verweerd gesteente)
R = vast gesteente

Pagina 480 in Online drive document
$9.67
Get access to the full document:
Purchased by 14 students

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Reviews from verified buyers

Showing all 3 reviews
3 year ago

3 year ago

6 year ago

4.0

3 reviews

5
1
4
1
3
1
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
irisvr99 Universiteit van Amsterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
28
Member since
7 year
Number of followers
24
Documents
6
Last sold
1 year ago

3.9

7 reviews

5
2
4
2
3
3
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions