Probleem 1
Wat is de visie van Harkness & Super? Harkness & Super bedachten de Developmental
Niche, om een culturele dimensie toe te voegen
aan het ecologisch model van Bronfenbrenner.
In de developmental niche wordt het kind
omringt door drie dimensies:
- Settingen
- Psychologie van de ouders
- Gewoonten in zorg en opvoeding
Wat zijn 1e , 2e en volgende generatie 1e generatie Jij en tenminste één van je
allochtonen? ouders zijn in het buitenland geboren.
2e generatie Ten minste één van je ouders is
in het buitenland geboren, jij zelf bent in
Nederland geboren.
Volgende generatie Ten minste één van jouw
ouders is 2e generatie, jij zelf bent in Nederland
geboren.
Allochtoon: betekent letterlijk ander land. Jij
bent dan dus geboren in een ander land, maar
woont in Nederland. Past dus bij 1e generatie.
Autochtoon: betekent letterlijk eigen land. Je
bent dan geboren in het land waar je woont.
Past dus bij 2e en volgende generatie.
,Wat valt op in de tabel? Bevolkingsomvang:
Bij Antillianen, Marokkanen en Turken
meer dan de helft 2e generatie; bij
Surinamers minder dan de helft. Bij
Polen heel klein deel 2e generatie.
Migratiereden:
Alleen de vluchtelingen/asielzoekers
komen niet vanwege economische (en
studie-) redenen.
Migratiegeschiedenis:
De Turken en Marokkanen zijn
vergelijkbaar in hun
migratiegeschiedenis, omdat ze allebei
vanwege arbeidsmigratie kwamen in de
jaren 60.
De Surinamers en Antillianen kwamen
eerst vanwege studie en daarna
vanwege betere
woon/werkomstandigheden.
Voor Surinamers en Antillianen was er
niet altijd werk, terwijl Turken en
Marokkanen juist naar Nederland
werden gehaald om te werken.
De migratiegeschiedenis van China laat
veel verschillende migratieredenen
zien.
De Polen zijn veel vaker teruggegaan
dan andere groepen en hun
migratiestroom kwam het laatste op
gang.
Taal:
Marokkaanse kinderen beter dan
Turkse kinderen, terwijl zij dezelfde
migratiegeschiedenis hebben.
Bij Antillianen en vooral Surinamers is
de taalbeheersing goed.
1e generatie Chinezen hebben moeite
met Nederlands, terwijl ze relatief hoog
geschoold zijn.
Opleiding / werk en inkomen:
, Turken zijn hoger geschoold dan
Marokkanen, maar de stijging van
opleidingsniveau van Marokkanen is
wel hoger dan de stijging bij Turken.
Antillianen en vooral Surinamers
hebben hogere inkomsten en beter
werk dan andere groepen, maar het
opleidingsniveau komt wel overeen.
Chinezen zijn hoog opgeleid en hebben
een goede positie op de arbeidsmarkt,
maar toch moet 1/5 rondkomen van
minder dan 10.000.
Polen worden door Poolse
uitzendbureaus uitgezonden naar
Nederland.
Tussen de vluchtelingengroepen zijn
grote verschillen. Het opleidingsniveau
van Somaliërs ligt veel lager en dat van
Iraniërs veel hoger. Dat is ook te zien op
de arbeidsmarkt.
Religie:
De toename van moskeebezoek onder
de 2e generatie Marokkanen.
In Suriname zijn vier ongeveer even
grote religies en iedereen is religieus,
terwijl op de Antillen het Christendom
duidelijk de grootste is en het belang
van religie af lijkt te nemen.
Veel Polen zijn Rooms-Katholiek, maar
ze gaan weinig naar de kerk.
Religie speelt voor Somaliërs (95%),
Afghanen (90%) en Irakezen (84%) een
veel grotere rol dan voor Iraniërs (51%)
en Nederlanders (46%). Deze
Nederlanders zijn bijna allemaal
Christelijk, van de Iraniërs en Irakezen is
dit 20% en de rest is Moslim.
Banden met land van herkomst:
Doordat de familie van Polen veelal nog
in Polen woont hebben ze daar veel
contact mee, terwijl Chinezen vooral
contact hebben met de Chinezen in
Nederland en minder waarde hechten
aan hun herkomstland.
Wat is de visie van Harkness & Super? Harkness & Super bedachten de Developmental
Niche, om een culturele dimensie toe te voegen
aan het ecologisch model van Bronfenbrenner.
In de developmental niche wordt het kind
omringt door drie dimensies:
- Settingen
- Psychologie van de ouders
- Gewoonten in zorg en opvoeding
Wat zijn 1e , 2e en volgende generatie 1e generatie Jij en tenminste één van je
allochtonen? ouders zijn in het buitenland geboren.
2e generatie Ten minste één van je ouders is
in het buitenland geboren, jij zelf bent in
Nederland geboren.
Volgende generatie Ten minste één van jouw
ouders is 2e generatie, jij zelf bent in Nederland
geboren.
Allochtoon: betekent letterlijk ander land. Jij
bent dan dus geboren in een ander land, maar
woont in Nederland. Past dus bij 1e generatie.
Autochtoon: betekent letterlijk eigen land. Je
bent dan geboren in het land waar je woont.
Past dus bij 2e en volgende generatie.
,Wat valt op in de tabel? Bevolkingsomvang:
Bij Antillianen, Marokkanen en Turken
meer dan de helft 2e generatie; bij
Surinamers minder dan de helft. Bij
Polen heel klein deel 2e generatie.
Migratiereden:
Alleen de vluchtelingen/asielzoekers
komen niet vanwege economische (en
studie-) redenen.
Migratiegeschiedenis:
De Turken en Marokkanen zijn
vergelijkbaar in hun
migratiegeschiedenis, omdat ze allebei
vanwege arbeidsmigratie kwamen in de
jaren 60.
De Surinamers en Antillianen kwamen
eerst vanwege studie en daarna
vanwege betere
woon/werkomstandigheden.
Voor Surinamers en Antillianen was er
niet altijd werk, terwijl Turken en
Marokkanen juist naar Nederland
werden gehaald om te werken.
De migratiegeschiedenis van China laat
veel verschillende migratieredenen
zien.
De Polen zijn veel vaker teruggegaan
dan andere groepen en hun
migratiestroom kwam het laatste op
gang.
Taal:
Marokkaanse kinderen beter dan
Turkse kinderen, terwijl zij dezelfde
migratiegeschiedenis hebben.
Bij Antillianen en vooral Surinamers is
de taalbeheersing goed.
1e generatie Chinezen hebben moeite
met Nederlands, terwijl ze relatief hoog
geschoold zijn.
Opleiding / werk en inkomen:
, Turken zijn hoger geschoold dan
Marokkanen, maar de stijging van
opleidingsniveau van Marokkanen is
wel hoger dan de stijging bij Turken.
Antillianen en vooral Surinamers
hebben hogere inkomsten en beter
werk dan andere groepen, maar het
opleidingsniveau komt wel overeen.
Chinezen zijn hoog opgeleid en hebben
een goede positie op de arbeidsmarkt,
maar toch moet 1/5 rondkomen van
minder dan 10.000.
Polen worden door Poolse
uitzendbureaus uitgezonden naar
Nederland.
Tussen de vluchtelingengroepen zijn
grote verschillen. Het opleidingsniveau
van Somaliërs ligt veel lager en dat van
Iraniërs veel hoger. Dat is ook te zien op
de arbeidsmarkt.
Religie:
De toename van moskeebezoek onder
de 2e generatie Marokkanen.
In Suriname zijn vier ongeveer even
grote religies en iedereen is religieus,
terwijl op de Antillen het Christendom
duidelijk de grootste is en het belang
van religie af lijkt te nemen.
Veel Polen zijn Rooms-Katholiek, maar
ze gaan weinig naar de kerk.
Religie speelt voor Somaliërs (95%),
Afghanen (90%) en Irakezen (84%) een
veel grotere rol dan voor Iraniërs (51%)
en Nederlanders (46%). Deze
Nederlanders zijn bijna allemaal
Christelijk, van de Iraniërs en Irakezen is
dit 20% en de rest is Moslim.
Banden met land van herkomst:
Doordat de familie van Polen veelal nog
in Polen woont hebben ze daar veel
contact mee, terwijl Chinezen vooral
contact hebben met de Chinezen in
Nederland en minder waarde hechten
aan hun herkomstland.