H1: Introductie in GGZ en haar voorzieningen.......................................................1
H2: Rol van de kinesitherapeut in GGZ.................................................................11
H3: Belang van bewegen in de GGZ.....................................................................18
H4: Omgaan met stress........................................................................................ 24
H5: Aandacht voor slaap...................................................................................... 34
H6: Aandacht voor burn - out............................................................................... 43
H7: Eetstoornissen................................................................................................ 46
H8: Ernstige psychiatrische stoornissen...............................................................54
H9: Dementie....................................................................................................... 60
H10: Somatische onverklaarbare lichamelijke klachten.......................................69
H11: Verstandelijke beperkingen..........................................................................71
H1: Introductie in GGZ en haar voorzieningen
Wanneer professionele hulp?
Iedereen voelt zich wel eens minder goed in zijn vel.
, - Wanneer dit minder goed voelen invloed heeft op:
algemene welbevinden
persoonlijke relaties
contact met omgeving
werksituaties / studies
hulp aangewezen
- Gevolgen kunnen immers zijn:
zich isoleren
niet meer kunnen functioneren in het dagelijkse leven
arbeidsongeschiktheid
Waar kan men terecht?
Huisarts
- kan patiënt doorverwijzen
Centrum voor Geestelijke Gezondheid (CGG)/psychiaters/psychologen
- Psychiater = arts
- Psycholoog = geen arts
Wat mag men verwachten?
niet realistisch = onmiddellijk oplossing vinden
- geestelijke gezondheidsproblemen aanpakken vraagt tijd + inspanning
- taak hulpverlener: ondersteuning en begeleiding
- taak betrokkene: in samenspraak met hulpverlener op zoek naar wijze
waarop problemen best kunnen worden aangepakt
Welke fasen onderscheid men in het hulpverleningsproces?
Fase 1: aanmelding bij bv. psycholoog / psychiater
- patiënt neemt contact op via een verwijzer (bv. huisarts).
basisgegevens verzameld
afspraak gemaakt voor intakegesprek
Fase 2: intake en onderzoek
- hulpverlener en patiënt maken samen probleemanalyse
gepolst naar verwachtingen van patiënt
Aandacht gaat ook uit naar de volgende vragen:
, - Zijn er biologische factoren waarmee men rekening moet houden?
Kunnen psychische klachten lichamelijke klachten veroorzaken
Depressieve gevoelens door traag werkende schildklier
- In hoeverre spelen ervaringen vanuit de ontwikkelingsgeschiedenis een
rol
aandacht voor psychodynamische aspecten?
Kijken naar geschiedenis (trauma/moeilijke gezinssituatie)
- Zijn er specifieke factoren die probleem uitlokken of in stand houden?
Persoonlijkheid van iemand
Sommige hebben hoger risico. Bv heel perfectionistisch zijn
- Welke betekenis of functie heeft het probleem binnen het sociale
netwerk van patiënt?
Context thuis in huidige situatie
Familiecontext en niet echt het kind familietherapie
Fase 3: Behandeling
- medicamenteuze therapie (biologisch), of psychotherapie
(psychologisch) of combinatie
- aandacht naar rol die kinesitherapeut kan spelen in preventie en
behandeling
- De hulpverlening kan zowel:
Individueel
met partner
met het gezin
in groep
Welke psychotherapieën zijn er?
Psychodynamische therapie
Cognitieve gedragstherapie
Ervaringsgerichte therapie
Systeemtherapie
1. Psychodynamische therapie
- Op zoek naar onderliggende gevoelens, gedachten en motieven
- veel van onze psychische + lichamelijke problemen terug te voeren zijn
naar ervaringen uit onze prille kindertijd
verstoorde hechting tussen ouder en kind
- als patiënt zich bewust word van deze onbewuste processen
kan ermee aan de slag gaan
- Kijken naar geschiedenis
Ervaringen uit verleden die heden kunnen verklaren
Patiënten zijn daar niet altijd van bewust
2. Cognitieve gedragstherapie
- vertrekt van veronderstelling dat alle gedrag is aangeleerd
, - erop gericht dat belemmerende gedrags- en gedachtenpatronen te
vervangen door ‘gezondere’
- Acceptance en commitment therapie en mindfulness based therapie
vormen van cognitieve gedragstherapie
mensen met chronische pijn. Gaat niet over verminderen met pijn,
maar over het een plaats geven en accepteren
- erop gericht stil te staan bij gedachten en lichamelijke
gewaarwordingen
Zo kan deze leren te kiezen hoe hij/zij met deze gewaarwordingen
omgaat, ipv automatisch op te reageren
- De patiënt probeert gedachten niet altijd te veranderen
Men accepteert dat ze er zijn, ook al zijn ze moeilijk
3. Ervaringsgerichte therapie
- gevoel en beleving = uitgangspunt
- MAAR: niet opzoek naar wat er in verleden gebeurde, wel naar wat
vandaag speelt
- Gestalttherapie
aandacht naar lichamelijke gewaarwordingen + gewerkt met
lichaamsgerichte oefeningen
om meer bewust te worden van wat er precies zich afspeelt in
lichaam en waarom
- veel psychische problemen
komen lichamelijk tot uiting in vorm van lichamelijke vermoeidheid,
spierspanning, spierstijfheid, pijn
- Uit comfort zone moeten halen
Je moet uit zone stappen om te bij te leren.
4. Systeemtherapie
- Uitgangspunt: problemen ontstaan door manier waarop mensen met
elkaar in interactie staan
- probleem van 1 persoon in gezin: gezien als symptoom van
functioneren van gezin als geheel
- Stoornissen (vb. een eetstoornis, of een kind dat probleemgedrag
vertoont) kunnen manier zijn om hele gezin in evenwicht te houden
- met relatie of hele gezin aan de slag
- gezinsleden: moeten bereid zijn om mee naar therapeut te komen
- Werken met het systeem (familie/gezin)
Niet richten op symptomen van bepaalde persoon
Gaan eerder met familie werken
Wat mag men verwachten?