Programma
Docent: dr. Martijn Icks
• 4/9: Inleiding
• 7/9: Het oude Nabije Oosten
• 11/9: Vroege Griekse geschiedenis
• 14/9: De klassieke periode 1
• 18/9: De klassieke periode 2
• 21/9: De hellenistische tijd 1
• 25/9: De hellenistische tijd 2
28/9-19/10: Prof. dr. Emily Hemelrijk over Romeinse geschiedenis
Wat is oude geschiedenis?
Begin- en eindpunt?
Meer dan 70% van de geschiedenis is de oudheid.
3400 v.C. > uitvinding schrift tot 500 n.C.
Niet één vaststaande definitie van oudheid.
500-1500: middeleeuwen
1500-heden: nieuwe tijd
|> Ontwikkelingen volgen elkaar steeds sneller
op.
De prehistorie
• Geen grote nederzettingen (alleen kleine dorpjes)
• Bestaan als jager-verzamelaars, later ook landbouw en
veeteelt
• Geen schriftelijke cultuur
• Geen geschiedenis!
Weten niet wat de mensen deden doordat er geen schriftelijke
cultuur was. Alleen archeologisch onderzoek.
,Verschillende jaartellingen leveren verwarring op in de oudheid.
Het eerste schrift
Oudste schrift op kleitabletten.
|> blijven lang bestaan terwijl papier na een tijd vergaat.
Eerste teksten > administratief en economisch.
Hiërogliefen > heilig schrift, schrift was voorbehouden voor een kleine elite groep. De rest van de
samenleving werd dom gehouden.
Plinius de Oudere, Naturalis historia 16.2-3
Twee keer per etmaal komt de oceaan daar met geweldige watermassa’s over een onmetelijke
afstand opzetten en bedekt eeuwig door de natuur omstreden gebied waarvan het onduidelijk is of
het bij het vasteland hoort of deel uitmaakt van de zee. Daar bewoont dat arme volk hoge terpen of
dammen die ze eigenhandig hebben opgeworpen tot de hoogste waterstand die ze hebben
meegemaakt.
Schrift is niet overal tegelijk geïntroduceerd.
Steentijd, bronstijd, ijzertijd
• Relatieve begrippen! Niet alle gebieden beleven deze tijden in dezelfde tijdsperiode.
• In het oude Nabije Oosten:
o Steentijd: tot ca. 3000 v. Chr.
o Bronstijd: ca. 3000-1200 v. Chr.
o IJzertijd: na 1200 v. Chr.
,Wat is het belang van de oudheid?
De “klassieke” oudheid
• Klassiek = voorbeeldig, de standaard zetten voor wat daarna komt.
• Grieken en Romeinen
• Ca. 8e eeuw voor Chr.-5 e eeuw na Chr.
• Homerus: ontstaan westerse literatuur
• Eurocentrisch perspectief!
Tijdens de renaissance en 19e eeuw wordt de oudheid als klassiek gezien. > Vooral de oudheid zoals
de Grieken en Romeinen leefden.
Sommige verschijnselen zijn foutief overgenomen; zoals het feit dat klassieke gebouwen altijd wit
zijn, in werkelijkheid hadden deze juist allerlei kleuren.
Nalatenschap van de oudheid
• Mythologie
• Filosofie
• Astronomie
• Wiskunde
• Tragedie en komedie
• Sculptuur en architectuur
• Idee van democratie
• Het alfabet
• Romeins recht
• Drie wereldreligies
Grieken en Romeinen schreven hun geschiedenis in een lopend en gedetailleerd verhaal op.
Babylonisch rijk beschreef geschiedenis vooral in kronieken (geen lopend verhaal maar losse zinnen).
Wat doet de oudhistoricus?
• Reconstrueert het verleden
• Probeert het verleden te duiden
• Op basis van bronnen!
• Bronnenproblemen
Wat zijn bronnen?
Geschreven bronnen
• Literaire teksten
• Inscripties
• Papyri
Ongeschreven bronnen
• Voorwerpen
• Verbeeldingen
Grieken en Romeinen gebruikten veel inscripties. Na hun dood was er voor hen geen hemel of
paradijs waar ze terecht zouden komen. Hierom wilden ze op aarde laten weten wat ze gedaan
hadden in hun leven. Om dit te verduidelijken zetten zij op veel dingen (tempels, grafstenen,
mijlpalen, etc.) inscripties.
, Bepaalde stukken papyrus zijn in Egypte beter bewaard gebleven tegen het rotten omdat ze onder
het zand begraven lagen.
Beelden > de realiteit werd vaak mooier gemaakt.
|> vertellen dus niet hoe het was of mensen eruit zagen maar hoe men wilde dat
het eruitzag of er uit wilden zien.
Keizer Augustus is erg oud geworden en toch werd hij zijn leven lang op
dezelfde manier uitgebeeld.