Samenvatting onderzoek doen & toepassen
1.1 De onderzoekende houding van de verpleegkundige
Je rapport = beginpunt tot eindpunt van je onderzoek
Research road = ontwerp, dataverzameling, analyse en conclusie.
Ontwerp, uitvoering en evaluate zijn onderling afankelijk, staan niet los van elkaar.
Basis van onderzoek zijn de uitgangsdoelen van het onderzoek, de doelen, de onderzoeksvragen, de methoden.
Bij een onderzoek moet je niet alleen kennis opdoen maar je leert ook om een plan te maken, een
onderzoeksontwerp en een probleemstelling
Onderzoekers hebben een 3tal kenmerken eigenschappen waarop zij zich onderscheiden van niet-
onderzoekers: houding, kennis en vaardigheid
- Houding: je houding is onafankelijk
o Dat wil zeggen dat je persoonlijke voorkeuren geen rol spelen in het onderzoek. Ook ben je
ontvankelijk (open staan voor iets of iemand) voor commentaar van je collega’s
- Kennis: kennis van methoden is een belangrijk onderdeel van het verrichten van onderzoek. Ook
kennis over het onderwerp waar je onderzoek naar doet
- Vaardigheid: naast het opdoen van kennis over de opzet en inrichtng van een onderzoek krijg je
vaardigheid in het doen van onderzoek door er actef mee bezig te zijn
Voorbeelden trucs = selecteren van de onderzoeksgroep, het invoeren van gegevens in een sofwarepakket,
aanmaken van een toets
Tijdens het onderzoeksproces stel je jezelf constant vragen naar de functe, de vorderingen en de
veranderingen
Empirische cyclus = een onderzoek waarbij de wetenschapper test of zijn theorie klopt en als het niet klopt
volgt er een nieuw onderzoek met nieuwe vragen, en ga zo maar door
Praktjkgericht onderzoek (regulatef onderzoek), omdat het voornamelijk beslist en verandert. efgeleid van het
empirische cyclus.
PTO model (probleem, theorie, onderzoek) = het antwoord op je onderzoek roept weer nieuwe vragen op.
- Dus weer een nieuw theoretsch antwoord en nieuwe onderzoeksvragen, enzovoort
Fasen in een onderzoek
1. Probleemanalyse
Vaak is het nodig om het probleem verder af te bakenen en een werkbare doel- en vraagstelling te
ontwikkelen, ander zwabbert je onderzoek alle kanten uit
2. Onderzoeksontwerp
Vervolgens maak je een onderwerp waarin je aangeef hoe je de onderzoeksvraag gaat beantwoorden,
welke methoden je daarbij gebruikt, hoeveel tjd en welke middelen je daarbij nodig hebt, wie er
allemaal bij betrokken zijn en welke onderzoeksinstrumenten je inzet.
3. Dataverzameling
Nu ga je het onderzoek uitvoeren. Je gaat gegevens verzamelen die je nodig hebt om een antwoord te
geven op je onderzoeksvraag.
4. Data-analyse
Vervolgens analyseer je de verzamelde gegevens.
5. Rapportage
Je kijkt nu nog eens helemaal terug: wat hebben we ook alweer onderzocht, welke methoden zijn
gebruikt, hebben we met de methode een antwoord op onze vraag kunnen vinden? Zo ja, welke
aanbevelingen kunnen worden gedaan? Zijn er nog andere onderzoeksmogelijkheden? Meestal is je
onderzoek ten einde bij rapportage. Soms echter kun je op basis van de onderzoeksresultaten een
vervolgonderzoek starten.
, 2.1 Kritsch zijn op de kennis die er is
Informate verzamelen
Informate verzamelen doe je gedurende het gehele onderzoek
- els onderdeel van het vooronderzoek
- els methode bij bijvoorbeeld literatuuronderzoek
- els methode om nieuwe informate te verzamelen
Kwaliteit van informate is erg van belang. Controleer de juistheid, dit verhoogt de betrouwbaarheid van je
resultaten.
6 regels voor het zoeken naar informate
1. Defnieer het probleem, de zoekopdracht: stel vast welke informate je al hebt en welke je nog moet
zoeken
2. Bepaal waar je moet zoeken: bibliotheek, internet etc..
3. Kies de juiste zoekstrategie: bepaal op welke manier je de gevonden boeken, internetpagina’s of
documenten op zoek gaat naar informate die jij nodig hebt.
4. Bestudeer de informate en selecteer wat je nodig hebt : als je de verschillend informatebronnen leest,
kun je bepalen of er overlap in de informate zit.
5. Organiseer de informate zo dat deze antwoord geef op je vraag/probleem : de meeste relevante
documenten, sites of boeken zul je als eerste aanvoeren om je vraag te beantwoorden.
6. Evalueer het resultaat: eventueel herhaal je stappen totdat je voldoende informate hebt om met een
afgebakend onderwerp naar je opdrachtgever terug te gaan, of om je onderzoeksvraag te
beantwoorden.
Zoek informate op internet
eantal tps:
1. Maak je zoekopdracht zo specifek mogelijk: zet deze tussen aanhalingstekens
2. Probeer een incomplete zin (tussen dubbele aanhalingstekens)
3. els je op zoek ben naar een website met een bepaalde naam moet je eerst allintitle in typen en de
woorden daarna zullen alleen een hit opleveren als ze in de ttel van de webpagina voorkomen
4. ‘fletypeddoc’ en ‘fletypedpdf’ zo vind je word of acrobat documenten
5. els een pagina niet werkt moet je met je cursor naar het webadres, haal de extensie (.nl) plus alle info
na het domein weg, en laat de pagina dan nog eens zoeken.
3.1 Wat is het probleem?
Tijdens de ontwerpfase van je onderzoek breng je het globale onderwerp voor het onderzoek terug tot een
kernprobleem.
Wat is nu eigenlijk een onderzoek ontwerpen?
elle actviteiten die leiden tot afakenen van het onderzoeksonderwerp (het domein), dus het formuleren van
de probleem- en doelstelling en eventuele deelvragen. Daarnaast beantwoord je de vragen welke gegevens je
nodig hebt, waar je die gegevens moet zoeken en hoe je aan die gegevens komt.
Beweerde = het domein verduidelijken, maar ook de vragen en uitspraken over dat domein
Ontwerpfase heef een aantal subfases
Formuleren van de probleem- en doelstelling.
Vervolgens: voorlopig antwoord op deze vraag bedenken aan de hand van de gevonden informated dit vormt je
verwachtngen over de uitkomst van het onderzoek en wordt als uitgangspunt van he dataverzameling.
a. Oriëntate
b. Probleemomschrijving
c. Vaststellen dataverzamelingsmethode, bedenken van antwoorden op je vragen, een methode om
deze antwoorden te controleren
d. Maken onderzoeksplan, opschrijven van je antwoorden, planning, budget etc.
1.1 De onderzoekende houding van de verpleegkundige
Je rapport = beginpunt tot eindpunt van je onderzoek
Research road = ontwerp, dataverzameling, analyse en conclusie.
Ontwerp, uitvoering en evaluate zijn onderling afankelijk, staan niet los van elkaar.
Basis van onderzoek zijn de uitgangsdoelen van het onderzoek, de doelen, de onderzoeksvragen, de methoden.
Bij een onderzoek moet je niet alleen kennis opdoen maar je leert ook om een plan te maken, een
onderzoeksontwerp en een probleemstelling
Onderzoekers hebben een 3tal kenmerken eigenschappen waarop zij zich onderscheiden van niet-
onderzoekers: houding, kennis en vaardigheid
- Houding: je houding is onafankelijk
o Dat wil zeggen dat je persoonlijke voorkeuren geen rol spelen in het onderzoek. Ook ben je
ontvankelijk (open staan voor iets of iemand) voor commentaar van je collega’s
- Kennis: kennis van methoden is een belangrijk onderdeel van het verrichten van onderzoek. Ook
kennis over het onderwerp waar je onderzoek naar doet
- Vaardigheid: naast het opdoen van kennis over de opzet en inrichtng van een onderzoek krijg je
vaardigheid in het doen van onderzoek door er actef mee bezig te zijn
Voorbeelden trucs = selecteren van de onderzoeksgroep, het invoeren van gegevens in een sofwarepakket,
aanmaken van een toets
Tijdens het onderzoeksproces stel je jezelf constant vragen naar de functe, de vorderingen en de
veranderingen
Empirische cyclus = een onderzoek waarbij de wetenschapper test of zijn theorie klopt en als het niet klopt
volgt er een nieuw onderzoek met nieuwe vragen, en ga zo maar door
Praktjkgericht onderzoek (regulatef onderzoek), omdat het voornamelijk beslist en verandert. efgeleid van het
empirische cyclus.
PTO model (probleem, theorie, onderzoek) = het antwoord op je onderzoek roept weer nieuwe vragen op.
- Dus weer een nieuw theoretsch antwoord en nieuwe onderzoeksvragen, enzovoort
Fasen in een onderzoek
1. Probleemanalyse
Vaak is het nodig om het probleem verder af te bakenen en een werkbare doel- en vraagstelling te
ontwikkelen, ander zwabbert je onderzoek alle kanten uit
2. Onderzoeksontwerp
Vervolgens maak je een onderwerp waarin je aangeef hoe je de onderzoeksvraag gaat beantwoorden,
welke methoden je daarbij gebruikt, hoeveel tjd en welke middelen je daarbij nodig hebt, wie er
allemaal bij betrokken zijn en welke onderzoeksinstrumenten je inzet.
3. Dataverzameling
Nu ga je het onderzoek uitvoeren. Je gaat gegevens verzamelen die je nodig hebt om een antwoord te
geven op je onderzoeksvraag.
4. Data-analyse
Vervolgens analyseer je de verzamelde gegevens.
5. Rapportage
Je kijkt nu nog eens helemaal terug: wat hebben we ook alweer onderzocht, welke methoden zijn
gebruikt, hebben we met de methode een antwoord op onze vraag kunnen vinden? Zo ja, welke
aanbevelingen kunnen worden gedaan? Zijn er nog andere onderzoeksmogelijkheden? Meestal is je
onderzoek ten einde bij rapportage. Soms echter kun je op basis van de onderzoeksresultaten een
vervolgonderzoek starten.
, 2.1 Kritsch zijn op de kennis die er is
Informate verzamelen
Informate verzamelen doe je gedurende het gehele onderzoek
- els onderdeel van het vooronderzoek
- els methode bij bijvoorbeeld literatuuronderzoek
- els methode om nieuwe informate te verzamelen
Kwaliteit van informate is erg van belang. Controleer de juistheid, dit verhoogt de betrouwbaarheid van je
resultaten.
6 regels voor het zoeken naar informate
1. Defnieer het probleem, de zoekopdracht: stel vast welke informate je al hebt en welke je nog moet
zoeken
2. Bepaal waar je moet zoeken: bibliotheek, internet etc..
3. Kies de juiste zoekstrategie: bepaal op welke manier je de gevonden boeken, internetpagina’s of
documenten op zoek gaat naar informate die jij nodig hebt.
4. Bestudeer de informate en selecteer wat je nodig hebt : als je de verschillend informatebronnen leest,
kun je bepalen of er overlap in de informate zit.
5. Organiseer de informate zo dat deze antwoord geef op je vraag/probleem : de meeste relevante
documenten, sites of boeken zul je als eerste aanvoeren om je vraag te beantwoorden.
6. Evalueer het resultaat: eventueel herhaal je stappen totdat je voldoende informate hebt om met een
afgebakend onderwerp naar je opdrachtgever terug te gaan, of om je onderzoeksvraag te
beantwoorden.
Zoek informate op internet
eantal tps:
1. Maak je zoekopdracht zo specifek mogelijk: zet deze tussen aanhalingstekens
2. Probeer een incomplete zin (tussen dubbele aanhalingstekens)
3. els je op zoek ben naar een website met een bepaalde naam moet je eerst allintitle in typen en de
woorden daarna zullen alleen een hit opleveren als ze in de ttel van de webpagina voorkomen
4. ‘fletypeddoc’ en ‘fletypedpdf’ zo vind je word of acrobat documenten
5. els een pagina niet werkt moet je met je cursor naar het webadres, haal de extensie (.nl) plus alle info
na het domein weg, en laat de pagina dan nog eens zoeken.
3.1 Wat is het probleem?
Tijdens de ontwerpfase van je onderzoek breng je het globale onderwerp voor het onderzoek terug tot een
kernprobleem.
Wat is nu eigenlijk een onderzoek ontwerpen?
elle actviteiten die leiden tot afakenen van het onderzoeksonderwerp (het domein), dus het formuleren van
de probleem- en doelstelling en eventuele deelvragen. Daarnaast beantwoord je de vragen welke gegevens je
nodig hebt, waar je die gegevens moet zoeken en hoe je aan die gegevens komt.
Beweerde = het domein verduidelijken, maar ook de vragen en uitspraken over dat domein
Ontwerpfase heef een aantal subfases
Formuleren van de probleem- en doelstelling.
Vervolgens: voorlopig antwoord op deze vraag bedenken aan de hand van de gevonden informated dit vormt je
verwachtngen over de uitkomst van het onderzoek en wordt als uitgangspunt van he dataverzameling.
a. Oriëntate
b. Probleemomschrijving
c. Vaststellen dataverzamelingsmethode, bedenken van antwoorden op je vragen, een methode om
deze antwoorden te controleren
d. Maken onderzoeksplan, opschrijven van je antwoorden, planning, budget etc.
