Algemene bouw
• voor het eerst meercelligheid
o toename in grootte → meer voedsel
• Choanocyten
• Skelet uit kalk- of kiezel naalden en/of spongine
• Immobiel
Leefwijze:
• Kost/takvormige kolonies
• Kleur → symbiotische algen
Bouw
3 typen
• Ascon → klein vaasvormig
o Hele spongocoel met
choanocyten bekleed
• Sycon → vaasachtig met geplooide wand
o Choanocyten in wandplooien → radiale kanalen
• Leucon → complexer/groter type
o Choanocyten in kleine groepjes bij elkaar in geselkamers
• Complexiteit neemt toe → meer voedselopname mogelijk
Spons bestaat uit 3 lagen
• Choanocyten → binnenste laag
• Pinacocyten → dekcellen, buitenste laag
• Middelste laag → gelatineus → mesohyl
o Bevat skeletelementen (spicula/spongine) en amoebocyten
Amoebocyt → intracellulaire vertering + transport voedingsstoffen
Differentiëren in:
• Collencyten
• Skleroblasten
• Archaeocyten
Skelet
3 vormen
• Monaxiaal → 1-assig
• Triaxiaal → 3-assig
• Tetraxiaal → 4-assig
Spicula = determinatiekenmerk
Functie skelet
• Vestigen aan substraat
• Stevigheid
• Vormvastheid
• Bescherming
• Vorming van filter bij osculum