Week 1A .............................................................................................................................................................. 2
Blaauboer – berlips......................................................................................................................................... 2
Week 1B .............................................................................................................................................................. 2
Aangereden hartpatiënt ................................................................................................................................. 2
Kelderluik ........................................................................................................................................................ 3
Tilburgse tandartsen....................................................................................................................................... 3
Verhuizende zusjes ......................................................................................................................................... 4
Zwiepende tak ................................................................................................................................................ 4
Natronloog ..................................................................................................................................................... 4
Taxusstruik...................................................................................................................................................... 5
Week 2A .............................................................................................................................................................. 5
Plas-valburg .................................................................................................................................................... 5
Hofland/Hennis .............................................................................................................................................. 6
Eelman/Hin ..................................................................................................................................................... 6
Lindenboom-Amsterdam ............................................................................................................................... 6
Week 3A .............................................................................................................................................................. 7
Baris riezenkamp ............................................................................................................................................ 7
Booy-Wisman ................................................................................................................................................. 8
Van Geest/Nederlof........................................................................................................................................ 8
Groentemarktcafe .......................................................................................................................................... 9
Van der Beek/Van Dartel .............................................................................................................................. 10
Week 3B ............................................................................................................................................................ 10
Bunde/Erckens ............................................................................................................................................. 10
Haviltex ......................................................................................................................................................... 11
Week 5A ............................................................................................................................................................ 12
Grensoverschrijdende garage....................................................................................................................... 12
Week 5B ............................................................................................................................................................ 13
Blaauboer en Berlips .................................................................................................................................... 13
Portcabin ...................................................................................................................................................... 13
, Week 1A
Blaauboer – berlips
Kader:
Relatieve rechten (verbintenisrechtelijke aanspraken) werken tussen de betrokken partijen. Maar
goede rechtelijke aanspraken (een absoluut recht op een goed, zoals een eigendomsrecht) kan de
rechthebbende jegens iedereen handhaven
Casus:
Berlips verkoopt grond aan Blaauboer. Bij de verkoop komt hij met blaauboer overeen, dat hij een
wel zal aanleggen op een naastgelegen strook grond die zijn eigendom blijft. Maar daarna draagt
Berlips de grond over aan een ander, zonder dat de weg is aangelegd. Blaauboer eist
schadevergoeding vanwege de wanprestatie van Berlips, maar volgens Berlips kan Blaauboer de
aanleg van de weg gewoon van de nieuwe eigenaar vorderen. De verplichting tot aanleg van de weg
is volgens berlips namelijk overgegaan op de nieuwe eigenaar van de strook grond. Het hof is dat met
Berlips eens. Volgens het hof is er namelijk geen wezenlijk verschil tussen de situatie waarin iemand
door erfopvolging eigenaar van een zaak wordt – daarbij verkrijgt de verkrijger alle rechten en
plichten van de overledene- en de situatie waarin iemand door overdracht eigenaar wordt.
Rechtsvraag:
Is degene die door de overdracht rechthebbende wordt van een goed (zoals: de koper aan wie de
gekochte zaak geleverd wordt) verplicht om de verplichtingen na te komen, die de eerdere
rechthebbende met betrekking tot die zaak is aangegaan.
Beslissing:
Nee. De persoonlijke verplichtingen ten aanzien van een goed gaan niet over op degene die dat goed
onder bijzondere titel verkrijgt.
Week 1B
Aangereden hartpatiënt
Kader:
Wie een verkeersongeluk veroorzaakt is in beginsel aansprakelijk voor de (dodelijke) gevolgen
daarvan, ook als die nauwelijks te voorzien zijn.
Casus:
Een tractorbestuurder maakt een verkeersfout waardoor een botsing met een brommer ontstaat. De
bestuurder van de brommer raakt niet gewond, maar het ongeval maakt hem wel overstuur. Drie uur
na het ongeval overlijdt hij aan een hartziekte: coronaire trombose.
De centrale werkgevers risicobank verstrekt uitkeringen aan de gezinsleden van de overledene
vanwege het derven van levensonderhoud. Op grond van artikel 95 (oude) ongevallenwet 1921 krijgt
de CWR daardoor een regresrecht op diegenen die door de nabestaanden voor vergoeding van hun
gederfde levensonderhoud aangesproken hadden kunnen worden.
De tractorbestuurder stelt dat het overlijden niet een gevolg is van het door hem veroorzaakte
ongeval en dat hij dus ook niet aansprakelijk is. Rechtbank en hof hebben de tractorbestuurder gelijk
gegeven en de vordering van de CWR niet toegekend wegens gebrek aan causaal verband. Het hof
heeft zich daarbij beroepen op een deskundigenrapport waaruit blijkt dat, zelfs bij lijders aan
coronaire trombose, een aanrijden zoals plaatsvond zodanig zelden tot de dood leidt dat het
overleiden niet een voorzienbaar gevolg van het ongeval was. De causaliteitsleer die het hof daarbij
hanteerder was kennelijk de leer van adequate veroorzaking. Die leer hield in dat juridisch alleen
datgene als gevolg van een gebeurtenis mocht worden beschouwd redelijkerwijs als gevolg van die
gebeurtenis te voorzien was.
Beslissing:
Iedere verkeersdeelnemer dient rekening te houden met de mogelijkheid dat hij een dodelijk
ongeluk veroorzaakt. Daaruit vloeit voort dat wie een ongeluk veroorzaakt in beginsel aansprakelijke