H1罅 psych:aor:e en maaoschapp:j罅
Er zijn altjj mensen geweest jie in je ogen van anjeren ‘raarl of ‘gekl jejen. In je Mijjeleeuwen
werj opvallenje gekte beschouwj als ‘strafe gojsl of als teken van juivelse bezetenheij.
Met je toenemenje invloej van je geneeskunje vanaf je 1 7e eeuw sprak men van krankzinnigheij
en geestesziekte. Voor je storenje zieken bestonj je behanjeling evenwel hoofjzakelijk uit
opsluitng in speciale gestchten of asielen waar ze vaak in mensonwaarjige omstanjighejen
leefjen.
In je 19e eeuw verwierven je ‘zenuwziektenl een aparte plaats in je geneeskunje. Ze werjen nu
georjenj volgens een eigen classifcatesssteem en grotenjeels gelijkgestelj met hersenziekten.
Asielen werjen omgevormj tot ziekenhuizen waar je verzorging verbeterje maar je behanjeling
beperkt bleef.
Vanaf je voorlaatste eeuwwisseling werjen onjer invloej van Freuj en zijn psschoanalsse
psschiatrische stoornissen in toenemenje mate psschologisch verklaarj en behanjelj.
Abnormag:oe:o罅 elke afwijking ten opzichte van een norm.
De beoorjeling of gejrag normaal is hangt af van uiteenlopenje criteria:
- Kenmerken van je beoorjeelje persoon: leefijj geslacht beroep maatschappelijke posite
sociale rol. Bepaalj gejrag worjt niet normaal geacht bij een kinj maar wel bij een
volwassene en anjersom.
- Tijj en plaats van het gejrag: wie bijvoorbeelj in een bikini of psjama op straat loopt worjt
al snel als ‘geklbeschouwj.
- Waarjen en normen van je heersenje cultuur en tjjsgeest: je jiscussie of
homoseksualiteit een afwijking is.
Psych:aor:sche sooorn:s罅 het gestoorje gejrag moet een aantal kenmerken vertonen jie 1 ook bij
anjere personen als storenj zijn vastgestelj. En 2 omwille van jeze gelijkenis beschreven en
georjenj kunnen worjen binnen het begrippenkajer van je psschiatrie. Er moeten meerjere
jeskunjigen tot het oorjeel komen voorjat iets een psschiatrische stoornis genoemj mag worjen.
Med:sch modeg罅 een ssstematsche werkwijze om pathologische verschijnselen te bestujeren en zo
mogelijk te wijzigen. Hierin zijn je volgenje stappen te onjerscheijen:
- Diagnose: beschrijving van je karakteristeke eigenschappen ongeacht je mogelijke
verklaringen van je stoornis.
- Verklaring: verkenning van factoren jie je stoornis hebben veroorzaakt en uitgelokt
bevorjerj of in stanj houjen.
- Prognose: een op onjerzoek gebaseerje voorspelling van het mogelijke beloop van je
stoornis enerzijjs zonjer therapeutsch ingrijpen en anjerzijjs onjer invloej van een
behanjeling.
- Therapie: ontwerp en uitvoering van een intervente op gronj van a b en c met het joel je
stoornis te joen verjwijnen of minstens te verbeteren.
- Prevente: ontwerp en uitvoering van een acteplan op basis van je voorgaanje stappen om
stoornissen te voorkomen zo snel mogelijk te behanjelen ter voorkoming van
resttoestanjen of om najelige gevolgen te beperken.
Inoramurage zorg罅 Opname voor behanjeling of verpleging in een psschiatrische afjeling van een
algemeen ziekenhuis of in een psschiatrische kliniek.
, Exoramurage of ambuganoe zorg罅 voor cliënten of patënten jie in hun eigen woonomgeving blijven.
Sem: murage zorg罅 voor mensen voor wie extramurale zorg onvoljoenje is en voor wie een vollejige
opname in een kliniek niet noojzakelijk is.
H2罅 D:agnose罅
Elke wetenschap steun op een cgass:ficatie of ssstematsche orjening van je verworven kennis. Dat
komt voort uit je noojzaak om vaststellingen of bevinjingen nauwkeurig te omschrijven en een
plaats te geven in het geheel van reejs bekenje verschijnselen of kenmerken.
Syndroom罅 is een groep of samenhangenj geheel van ssmptomen in puur beschrijvenje zin.
Sympooom罅 betekent in je geneeskunje een teken van ziekte. In je psschiatrie noemen we iets een
ssmptoom als het veronjerstelj worjt een uitng signaal of kenmerk van een psschiatrische stoornis
of ssnjroom te zijn.
Hoofdsympoomen罅 verwijst met grote waarschijnlijkheij naar een specifeke stoornis.
B:jsympoomen罅 maken het beelj van een stoornis compleet maar zijn een bijkomstgheij.
D:agnose罅 in je geneeskunje; je nauwkeurige vaststelling onjerscheijing en omschrijving van
stoornissen. Diagnostek is jan je werkwijze om een jiagnose te bereiken. Een van je mijjelen
hiertoe is een classifcatesssteem.
Spaarzaamhe:d罅 je regel van spaarzaamheij houjt in jat men zoveel mogelijk moet zoeken naar
één jiagnose waarin alle verschijnselen onjer te brengen zijn.
De selecte van je verschillenje mogelijkhejen worjen d:fferentiëge d:agnose genoemj (bij welk
ssnjroom hoort een bepaalj ssmptoom?).
De DSM-5 :s opgebouwd u:o dr:e secties罅
Secte 1 van je DSM geef algemene jefnites van psschopathologie en beschrijf je
noojzaak van hulpvragen om je verschillenje stoornissen te kunnen toepassen.
Secte 2 beschrijf je stoornissen waarbij opvalt jat het assensssteem is losgelaten er geen
apart hoofjstuk meer is voor kinjer- en jeugjpsschiatrische stoornissen en je
angststoornissen meer verspreij zijn over je hoofjstukken. Er zijn wat stoornissen
bijgekomen maar ook weggevallen.
Secte 3 beschrijf een aantal alternateve mojellen o.a. voor persoonlijkheijsstoornissen en
bevat een aantal vragenlijsten.
Cgass:ficatie van persoong:jehe:dssooorn:ssen
In DSM-5 zijn twee mojellen opgenomen voor je classifcate van persoonlijkheijsstoornissen. Het
‘officiëlel mojel jat terug te vinjen is in Secte II – D Diagnostsche criteria en Codojes – D verschilt
nauwelijks van jat uit DSM-IV. Daarnaast werj in Secte III ook een Alternatef Mojel voor
Persoonlijkheijsstoornissen opgenomen. Dit revolutonaire mojel zal een belangrijke
onjerzoeksagenja vormen voor je komenje jaren. Een belangrijke vernieuwing is je ‘Schaal voor
Niveau van Persoonlijkheijsfunctonerenl. Deze schaal biejt je mogelijkheij om je ernst van
persoonlijkheijsproblemen vast te stellen. Het KenniscentrumPS heef een instrument ontwikkelj – D
STiP-5.1 – D waarmee jeze jimensie kan worjen vastgestelj.