124. Welk voor -en nadelen zijn er bij chemische
onkruidbeheersing en nuanceer i.g.v.
de nadelen.
Nadelen
o Residu’s in bodem- en grondwater : eenzijdig en frequent gebruik van 2 middelen
o Verschuivingen van onkruidflora & selectie van resistente biotypes binnen bepaalde
onkruidsoorten : door de combinatie van enge teeltrotaties met eenzijdige
chemische onkruidbeheersing
Voordelen
o Arbeidsbesparing, grote efficiëntie, lage kostprijs, snelle werking, weinig
oogstproblemen
125. Waarvoor staat de term HRAC en schets het
belang.
HRAC = Herbicide Resistance Action Committee
Belang = ze zetten zich in om resistentie tegen herbicide tegen te gaan
126. Wat is selectiviteit i.g.v. herbiciden en bespreek
de selectiviteit van herbiciden
op basis van ofwel ruimtelijke positionering (bodem)
ofwel bladadsorptie ofwel
“transport” ofwel meristeemtype ofwel
metabolisme.
Selectief herbicide = bestrijdingsmiddel dat alleen bepaalde onkruiden doodt
Ruimtelijke positionering (bodembehandeling)
o Hangt af van lokalisatie en gedrag groeiende planten :
Zaaidiepte, morfologie van de plant, distributie van het herbicide in de
bodem, weeromstandigheden
Bladadsorptie
o Morfologie blad speelt een grote rol bij de retentie van de spuitvloeistof
o Beharing, waslaagformatie, cuticula, bladtype, …
Transport
o De mobiliteit v/h herbicide is zeer belangrijk.
o Water/vetoplosbaarheid, carboxylgroepen, etc.
Meristeemtype
o Omdat de meristemen bij dicotylen vaak goed beschermd zijn door de jonge
blaadjes, zijn deze vrij goed beschermd tegen herbiciden
o Grassen hebben hun meristemen net boven de grond
o Door dit locatieverschil kunnen herbiciden veilig zijn voor de ene maar toxisch
voor de andere
Metabolisme
o Zijn de juiste enzymen aanwezig om de herbicide af te breken?
o Vermogen om werkzame stoffen te stockeren op plaatsen waar niet actief kunnen
zijn ook invloed
,127. Bespreek de inzet van safeners en synergisten
in relatie tot de inzet van herbiciden.
Safeners gaan detoxificatiesystemen activeren. Zo zal bij een safener, een herbicide
minder of
niet schadelijk zijn die anders wel schadelijk was.
Synergisten doen het omgekeerde. Zij gaan deze systemen juist uitschakelen, waardoor
het
herbicide toxisch(er) wordt en het dus zijn werking kan doen.
128. Bespreek de inzet van bodemherbiciden en wat
zijn de
voornaamste toepassingsmodaliteiten?
Opname via ondergrondse plantendelen : wortels, epicotyl of kiemwortels
Voornaamste toepassingsmodaliteiten
o Opname door wortels
o Bodemsoort belangrijk
o Organisch materiaal belangrijk
o Vooropkomst
o Temperatuur verwaarloosbaar
o Neerslag belangrijk
o Watervolume van geen belang
o Bespuiten met kleine of grote druppel
129. Bespreek de inzet van bladherbiciden (bespreek
de twee verschillende types) en
wat zijn de voornaamste toepassingsmodaliteiten?
Opname via bladeren
Voornaamste toepassingsmodaliteiten
o Opname door blad
o Bodemsoort verwaarloosbaar
o Organisch materiaal verwaarloosbaar
o Na-opkomst
o Temperatuur belangrijk
o Droog weer belangrijk
o Watervolume belangrijk
o Bespuiten met kleine druppel + lage druk
Hier nog eens beide naast elkaar :
, 130. Wat is het verschil tussen pre-emergence en
post-emergence in termen
van onkruidbeheersing.
Pre-emergence = Vooropkomst toedieningen: toediening middel na zaaien, maar
voor opkomst gewas. Vooral bij bodemherbiciden.
Post-emergence = Na-opkomsttoedieningen: toediening na de opkomst van het
gewas. Combinatie blad + bodemherbicide.
131. Wat is een voor-oogst toepassing van
herbiciden?
Voor de oogst = pre-harvest: houdt in dat de herbiciden worden toegediend kort voor de
oogsting. Wordt toegepast wanneer gewas reeds rijp is of de transportprocessen binnen de
plant zijn stilgevallen.
132. Wat is kalkstikstof of kalkcyanamide ?
Kalkstikstof = calciumcyanamide: Ca=N-C=N.
Het is een anorganische herbicide dat met contactwerking werkt, maar vaak als
bodemherbicide
wordt ingezet. Het werkt zeer goed op zaaiklare gronden.
133. Bij de totaalherbiciden kennen we DIQUAT
(alternatief nu CARFENTRAZONE ETHYL
– werkingsprincipe hetzelfde) en GLYFOSAAT als
belangrijke actieve stoffen. Schets het
voornaamste verschil tussen beiden.
Diquet : doodt zeer snel de bovengrondse delen van 1-jarige zaadonkruid
Glysofaat : wordt vanuit bovengrondse plantendelen vervoert naar ondergrondse
plantendelen = totaalherbicide
134. Schets het middel glyfosaat en de polemiek die
hierrond bestaat.
onkruidbeheersing en nuanceer i.g.v.
de nadelen.
Nadelen
o Residu’s in bodem- en grondwater : eenzijdig en frequent gebruik van 2 middelen
o Verschuivingen van onkruidflora & selectie van resistente biotypes binnen bepaalde
onkruidsoorten : door de combinatie van enge teeltrotaties met eenzijdige
chemische onkruidbeheersing
Voordelen
o Arbeidsbesparing, grote efficiëntie, lage kostprijs, snelle werking, weinig
oogstproblemen
125. Waarvoor staat de term HRAC en schets het
belang.
HRAC = Herbicide Resistance Action Committee
Belang = ze zetten zich in om resistentie tegen herbicide tegen te gaan
126. Wat is selectiviteit i.g.v. herbiciden en bespreek
de selectiviteit van herbiciden
op basis van ofwel ruimtelijke positionering (bodem)
ofwel bladadsorptie ofwel
“transport” ofwel meristeemtype ofwel
metabolisme.
Selectief herbicide = bestrijdingsmiddel dat alleen bepaalde onkruiden doodt
Ruimtelijke positionering (bodembehandeling)
o Hangt af van lokalisatie en gedrag groeiende planten :
Zaaidiepte, morfologie van de plant, distributie van het herbicide in de
bodem, weeromstandigheden
Bladadsorptie
o Morfologie blad speelt een grote rol bij de retentie van de spuitvloeistof
o Beharing, waslaagformatie, cuticula, bladtype, …
Transport
o De mobiliteit v/h herbicide is zeer belangrijk.
o Water/vetoplosbaarheid, carboxylgroepen, etc.
Meristeemtype
o Omdat de meristemen bij dicotylen vaak goed beschermd zijn door de jonge
blaadjes, zijn deze vrij goed beschermd tegen herbiciden
o Grassen hebben hun meristemen net boven de grond
o Door dit locatieverschil kunnen herbiciden veilig zijn voor de ene maar toxisch
voor de andere
Metabolisme
o Zijn de juiste enzymen aanwezig om de herbicide af te breken?
o Vermogen om werkzame stoffen te stockeren op plaatsen waar niet actief kunnen
zijn ook invloed
,127. Bespreek de inzet van safeners en synergisten
in relatie tot de inzet van herbiciden.
Safeners gaan detoxificatiesystemen activeren. Zo zal bij een safener, een herbicide
minder of
niet schadelijk zijn die anders wel schadelijk was.
Synergisten doen het omgekeerde. Zij gaan deze systemen juist uitschakelen, waardoor
het
herbicide toxisch(er) wordt en het dus zijn werking kan doen.
128. Bespreek de inzet van bodemherbiciden en wat
zijn de
voornaamste toepassingsmodaliteiten?
Opname via ondergrondse plantendelen : wortels, epicotyl of kiemwortels
Voornaamste toepassingsmodaliteiten
o Opname door wortels
o Bodemsoort belangrijk
o Organisch materiaal belangrijk
o Vooropkomst
o Temperatuur verwaarloosbaar
o Neerslag belangrijk
o Watervolume van geen belang
o Bespuiten met kleine of grote druppel
129. Bespreek de inzet van bladherbiciden (bespreek
de twee verschillende types) en
wat zijn de voornaamste toepassingsmodaliteiten?
Opname via bladeren
Voornaamste toepassingsmodaliteiten
o Opname door blad
o Bodemsoort verwaarloosbaar
o Organisch materiaal verwaarloosbaar
o Na-opkomst
o Temperatuur belangrijk
o Droog weer belangrijk
o Watervolume belangrijk
o Bespuiten met kleine druppel + lage druk
Hier nog eens beide naast elkaar :
, 130. Wat is het verschil tussen pre-emergence en
post-emergence in termen
van onkruidbeheersing.
Pre-emergence = Vooropkomst toedieningen: toediening middel na zaaien, maar
voor opkomst gewas. Vooral bij bodemherbiciden.
Post-emergence = Na-opkomsttoedieningen: toediening na de opkomst van het
gewas. Combinatie blad + bodemherbicide.
131. Wat is een voor-oogst toepassing van
herbiciden?
Voor de oogst = pre-harvest: houdt in dat de herbiciden worden toegediend kort voor de
oogsting. Wordt toegepast wanneer gewas reeds rijp is of de transportprocessen binnen de
plant zijn stilgevallen.
132. Wat is kalkstikstof of kalkcyanamide ?
Kalkstikstof = calciumcyanamide: Ca=N-C=N.
Het is een anorganische herbicide dat met contactwerking werkt, maar vaak als
bodemherbicide
wordt ingezet. Het werkt zeer goed op zaaiklare gronden.
133. Bij de totaalherbiciden kennen we DIQUAT
(alternatief nu CARFENTRAZONE ETHYL
– werkingsprincipe hetzelfde) en GLYFOSAAT als
belangrijke actieve stoffen. Schets het
voornaamste verschil tussen beiden.
Diquet : doodt zeer snel de bovengrondse delen van 1-jarige zaadonkruid
Glysofaat : wordt vanuit bovengrondse plantendelen vervoert naar ondergrondse
plantendelen = totaalherbicide
134. Schets het middel glyfosaat en de polemiek die
hierrond bestaat.
