College Geneeskunde
MYELOPATHIEËN
(RUGGENMERGAANDOENINGEN)
DEEL 1
HEMISECTIE
Hersenen en ruggenmerg zijn beschermd.
,2 paar wortels per ruggenmergsegment
In de achterste wortel (rugzijde) zit een verdikking, dit heet de ganglion. Daar cellen de cellen van de
sensibele zenuwcellen. Daarom is het dikker.
Waar de voorste en achterste wortel samen komen vormen ze de ruggenmergzenuw.
Rondom het ruggenmerg ligt het dura mater (stevig vlies om het ruggenmerg heen) het is stevig
bindweefsel.
, Het is eigenlijk 31 paar ruggenmergzenuwen en niet segmenten.
Achterwortel (dorsaal):
- Afferente (sensorische) zenuwvezels: zenuwprikkels naar RM toe
Voorwortel (ventraal):
- Efferente (motorische) zenuwvezels: zenuwprikkels van RM af
Refex: automatsche stereotype reacte op een prikkel. De reacte is specifek, want is altjd dezelfde
reacte.
Stmulus, relexboog, respons
Spinale refexen (ruggenmergrelexen):
- Spierrekkingsrelex (myotatsche relex)
- Terugtrekrelex (lexierelex)
Myotatsche relex
Stap 1: strekking van spierpees actveert spierspoeltjes
Stap 2: actvering van motorische neuronen veroorzaakt relectorische spiercontracte
Bij lesie (beschadiging) ruggenmergsegment: arelexie (uitval relex) op dat niveau
Onder het lesieniveau zijn relexbogen intact: relexactviteit is nog wel mogelijk
Monosynaptsch refexboog: Relexboog waarbij het afferente neuronin het ruggemerg rechtstreeks
overschakelt op een efferent neuron, zonder interneuron. De relexboog bevat dus slecht één
synaps.
Polysynaptsch refexboog: (polysynaptsch) gebeuren met één of meer interneuronen.
Refexboog: het traject dat de prikkel verlegt.
Vanuit ruggenmergsegmenten (ruggenmergwortels) worden bijbehorende lichaamssegmenten
geïnnerveerd: bv. Dermatomen (huidsegmenten)
MYELOPATHIEËN
(RUGGENMERGAANDOENINGEN)
DEEL 1
HEMISECTIE
Hersenen en ruggenmerg zijn beschermd.
,2 paar wortels per ruggenmergsegment
In de achterste wortel (rugzijde) zit een verdikking, dit heet de ganglion. Daar cellen de cellen van de
sensibele zenuwcellen. Daarom is het dikker.
Waar de voorste en achterste wortel samen komen vormen ze de ruggenmergzenuw.
Rondom het ruggenmerg ligt het dura mater (stevig vlies om het ruggenmerg heen) het is stevig
bindweefsel.
, Het is eigenlijk 31 paar ruggenmergzenuwen en niet segmenten.
Achterwortel (dorsaal):
- Afferente (sensorische) zenuwvezels: zenuwprikkels naar RM toe
Voorwortel (ventraal):
- Efferente (motorische) zenuwvezels: zenuwprikkels van RM af
Refex: automatsche stereotype reacte op een prikkel. De reacte is specifek, want is altjd dezelfde
reacte.
Stmulus, relexboog, respons
Spinale refexen (ruggenmergrelexen):
- Spierrekkingsrelex (myotatsche relex)
- Terugtrekrelex (lexierelex)
Myotatsche relex
Stap 1: strekking van spierpees actveert spierspoeltjes
Stap 2: actvering van motorische neuronen veroorzaakt relectorische spiercontracte
Bij lesie (beschadiging) ruggenmergsegment: arelexie (uitval relex) op dat niveau
Onder het lesieniveau zijn relexbogen intact: relexactviteit is nog wel mogelijk
Monosynaptsch refexboog: Relexboog waarbij het afferente neuronin het ruggemerg rechtstreeks
overschakelt op een efferent neuron, zonder interneuron. De relexboog bevat dus slecht één
synaps.
Polysynaptsch refexboog: (polysynaptsch) gebeuren met één of meer interneuronen.
Refexboog: het traject dat de prikkel verlegt.
Vanuit ruggenmergsegmenten (ruggenmergwortels) worden bijbehorende lichaamssegmenten
geïnnerveerd: bv. Dermatomen (huidsegmenten)