DB 2 wg 11 uitgetypt
V1a)
10a vpb
Sub A: winstuitdeling: Het wordt aantrekkelijk als je rente kan afrekken tegen 25% bij M en
bij D tegen een lager tarief. Hiermee kan je vermogen in NL transformeren in vreemd
vermogen. EV wordt omgezet in VV. Dit is aantrekkelijk omdat de rente als vergoeding voor
vreemd vermogen afrekbaar is van de winst. Rentebaten bij de ontvangen tegen een lager
tarief balast wordt dan tegen waarvoor die wordt afgetrokken.
Sub B: bij kapitaalstortng heb je zak met geld in NL en die stort je naar een eiland en eiland
leent hem weer terug. Renteafrek in NL en rentebaten wordt weer belast.
EV op balans op balans hebt staan en dat transformeer je in VV zonder dat we in hele groep
tussen moeder en dochter wezenlijk iets veranderd in de vermogensposite. eldlening heef
in kader van onderneming geen echte functee het is puur verschuiven om rentelast te
creëren.
10a probeert dit allemaal te voorkomen.
Bij 10 a zijn er drie voorwaarden:
Het moet gaan om een schuld aan een verbonden lichaam of een verbonden
natuurlijk persoon.--> bestrijdt structuren in concernsituates dus je moet wel met
elkaar verbonden zijn.
(13Le 15AD wordt onderscheidt niet gemaakt tussen een verbonden lichaam of geen
verbonden lichaam)
Het moet gaan om een besmete rechtshandeling. (sub AeB en C)
Het moet gaan om een verband tussen schuld en de rechtshandeling. (dit is heel
ruim… ook als je eerst rechtshandeling verricht en later pas de schuld ook dan is er
sprake van een verband zie 10a lid 2)
, V1B)
Lening 1
Je ziet dat er geld gestort is door chemodol en Finco die verstrekt een lening.
Is er sprake van een schuld van een verbonden lichaam? (zie plaatje hierboven). We
boordelen de lening die Finco verstrekt aan Holding.. 10a lid 4 sub c een lichaam waarin
een derde voor tenminste 1/3 belang heefe terwijl die derde tevens voor een derde belang
heef in de belastngplichtge. De wet zegt dat F en Holdings BV verbonden zijn. Is er sprake
van een besmete rechtshandeling? Je hebt hier te maken met een besmete
rechtshandeling van X holding BVe namelijk de verkrijging van aandelenpakket. Er is sprake
van een verband want je krijgt lening en enigste wat je wil is aandelenpakket kopen dus
verband is aanwezig.
Dus aan alle voorwaarden 10a voldaan dus geconstateerd ogv lid 1 dat afrek kan worden
beperkt. Maar dan heb je nog lid 3 dat uit twee componenten bestaat: BP moet sub a:
aannemelijk maken dat rechtshandeling met kopen van die derde en die schuld in
overwegende mate uit zakelijke redenen ten grondslag liggen en in sub B kan de BP zeggen
dat rentebaten bij de ontvanger ballast. Als hij dat laat zien en dat is makkelijk want is >10%
dan rust de bewijslast op de inspecteur. Wat we zien in de praktjk is dat bp probeert de
compenserende hefng aan te tonen want dan ligt de bal bij de belastngdienst en die zit
dan in een lastgere bewijsposite.
Dus x holding zegt: belastngdienst je valt onder 10a lid 1 want je gaat een lening aan vanuit
een verbonden lichaam. Er is sprake van een besmete rechtshandeling dus er is sprake van
een verband. Als x holding ga je poging doen om de bewijslast bij de inspecteur kan laten
rustene maar dan wel kijken naar compenserende hefngtoets aanwezig is. De
compenserende hefngtoets houdt in dan rentebaten bij de ontvanger (Vinko want die
ontvangt de rente) redelijk moet worden belast (10%). Om te beoordelen of Vinko de rente
redelijk moet worden belast moet je gaan kijken naar de posite van Vinko is in België. Er is
100 miljoen lening 5% rente dus 5 miljoen. Er wordt verder kapitaal gestort dus je ziet EV van
100… in België recht op 4% afrek dus 4 miljoen. Je houdt van nog over 1 miljoen. Tarief in BE
V1a)
10a vpb
Sub A: winstuitdeling: Het wordt aantrekkelijk als je rente kan afrekken tegen 25% bij M en
bij D tegen een lager tarief. Hiermee kan je vermogen in NL transformeren in vreemd
vermogen. EV wordt omgezet in VV. Dit is aantrekkelijk omdat de rente als vergoeding voor
vreemd vermogen afrekbaar is van de winst. Rentebaten bij de ontvangen tegen een lager
tarief balast wordt dan tegen waarvoor die wordt afgetrokken.
Sub B: bij kapitaalstortng heb je zak met geld in NL en die stort je naar een eiland en eiland
leent hem weer terug. Renteafrek in NL en rentebaten wordt weer belast.
EV op balans op balans hebt staan en dat transformeer je in VV zonder dat we in hele groep
tussen moeder en dochter wezenlijk iets veranderd in de vermogensposite. eldlening heef
in kader van onderneming geen echte functee het is puur verschuiven om rentelast te
creëren.
10a probeert dit allemaal te voorkomen.
Bij 10 a zijn er drie voorwaarden:
Het moet gaan om een schuld aan een verbonden lichaam of een verbonden
natuurlijk persoon.--> bestrijdt structuren in concernsituates dus je moet wel met
elkaar verbonden zijn.
(13Le 15AD wordt onderscheidt niet gemaakt tussen een verbonden lichaam of geen
verbonden lichaam)
Het moet gaan om een besmete rechtshandeling. (sub AeB en C)
Het moet gaan om een verband tussen schuld en de rechtshandeling. (dit is heel
ruim… ook als je eerst rechtshandeling verricht en later pas de schuld ook dan is er
sprake van een verband zie 10a lid 2)
, V1B)
Lening 1
Je ziet dat er geld gestort is door chemodol en Finco die verstrekt een lening.
Is er sprake van een schuld van een verbonden lichaam? (zie plaatje hierboven). We
boordelen de lening die Finco verstrekt aan Holding.. 10a lid 4 sub c een lichaam waarin
een derde voor tenminste 1/3 belang heefe terwijl die derde tevens voor een derde belang
heef in de belastngplichtge. De wet zegt dat F en Holdings BV verbonden zijn. Is er sprake
van een besmete rechtshandeling? Je hebt hier te maken met een besmete
rechtshandeling van X holding BVe namelijk de verkrijging van aandelenpakket. Er is sprake
van een verband want je krijgt lening en enigste wat je wil is aandelenpakket kopen dus
verband is aanwezig.
Dus aan alle voorwaarden 10a voldaan dus geconstateerd ogv lid 1 dat afrek kan worden
beperkt. Maar dan heb je nog lid 3 dat uit twee componenten bestaat: BP moet sub a:
aannemelijk maken dat rechtshandeling met kopen van die derde en die schuld in
overwegende mate uit zakelijke redenen ten grondslag liggen en in sub B kan de BP zeggen
dat rentebaten bij de ontvanger ballast. Als hij dat laat zien en dat is makkelijk want is >10%
dan rust de bewijslast op de inspecteur. Wat we zien in de praktjk is dat bp probeert de
compenserende hefng aan te tonen want dan ligt de bal bij de belastngdienst en die zit
dan in een lastgere bewijsposite.
Dus x holding zegt: belastngdienst je valt onder 10a lid 1 want je gaat een lening aan vanuit
een verbonden lichaam. Er is sprake van een besmete rechtshandeling dus er is sprake van
een verband. Als x holding ga je poging doen om de bewijslast bij de inspecteur kan laten
rustene maar dan wel kijken naar compenserende hefngtoets aanwezig is. De
compenserende hefngtoets houdt in dan rentebaten bij de ontvanger (Vinko want die
ontvangt de rente) redelijk moet worden belast (10%). Om te beoordelen of Vinko de rente
redelijk moet worden belast moet je gaan kijken naar de posite van Vinko is in België. Er is
100 miljoen lening 5% rente dus 5 miljoen. Er wordt verder kapitaal gestort dus je ziet EV van
100… in België recht op 4% afrek dus 4 miljoen. Je houdt van nog over 1 miljoen. Tarief in BE
