Medische embryologie van de mens
Deel 1: Eerste embryonale periode
Inleiding
Ontwikkeling ve individu vanaf bevruchte eicel tot geboorte + studie van de gameten (= gametogenese)
Inzicht in volwassenen anatomie & voorbereiding op kindergeneeskunde en verloskunde
Ontstaan v aangeboren afwijkingen door stoornissen vd ontwikkeling o.a. door teratogene factoren: gevolg
naargelang periode:
Week 1 & 2: embryo sterf (zwangerschap zelfs niet vastgesteld)
15 – 60 dagen: organogenese: stoornisssen van groei en diferentatei gevoelige periode verschilt
naargelang orgaan
korte periode waarbinnen specifeke ontwikkeling moet verlopen: tjdelijke inducte
o Invloed cel op andere door oplosbare stof die zich in omgeving verspreidt
o Invloed cel op andere door rechtstreeks contact tss cel & ECM
Nadat de organen gevormd zijn: minder afwijkingen van vormi wel van functe
Hoe vroeger inwerking hoe zwaarder gevolgen!
Ontwikkeling bevruchte eicel tot aan geboorte in 2 periodes:
Embryonale periode: 8 weken: begin vorming organen + uitwendige lichaamsvorm (3 cm groot):
bilaminaire kiemschijf tot primiteve lichaamsvorm (3-4w) met organogenese (3-8w)
Foetale periode: groei + diferentate organen (9-38w)
Stadiëring van de zwangerschap
Zwangerschapsduur-periode: 40 wk : vanaf laatste menstruate
Ontwikkelingsleefijd: 38 wk: vanaf bevruchtng tot geboorte
Gameten (geslachtscellen)
Haploïd: 23 chromosomen tgv meiose tjdens spermatogenese of oögenese
Spermatogenesis:
Puberteit dood
Vorming tot spermatden
Spermiogenesis: ontwikkeling van spermatden tot spermatozoa: geen kernverandering
Spermatogonia blijven actef
Oögenese:
Week 4: oerkiemcel
Tegen 5de maand in zwangerschap: oogonia worden primaire oocyten (7 milj)
Oögonia zijn dus slechts 4 m aanwezig
Geboorte meisje: 2 milj primaire oocyten
Puberteit: 400 000 primaire oocyten
+- 400 ovulates in leven van vrouw => meeste eicellen sterven af = folliculaire atresie
Bij ovulate: metafase van meiose II (1 poollichaampje)
1
, Bij bevruchtng: voltooien meiose II: 2 poollichaampjes)
Chromosomale afwijkingen ontstaan in meiose; nondisjuncte van de homologe chromosomenparen
Chromosomale afwijking bij mitose na bevruchtng: mozaïeken
Levensduur: Spermatozoïden:
Bevroren toestand: oneindig: bevruchtngsvermogen blijf behoudeni ook na sterven van de man
Kans op zwangerschap grootst:
o coïtus in de 2 dagen voorafgaand aan de ovulate
o eerste 12u erna
spermatozoa overleven tot week in ovaria: lange intracervicale overlevingsduur
Transport:
Spermatozoïden: beweeglijk dankzij staart (50 à 150m/sec): 5 min na coïtus in eileideri na 70 min
uiteinde eileider + contractes uterus & eileider
ovum: peristaltek eileider + trilharen van epitheel: veel trager: (min 3i5; meestal: ) 4-5 dagen na
ovulate in uterus bevruchtng moet plaatsvinden in ampulla
!! eicel max 12u bevruchtbaar !!
transport tegengehouden: bevruchte eicel plant zich in in eileider (= tuba uterina): tubaire
zwangerschap veroorzaakt bloedingen afreken v zwangerschap
Bevruchting
Ovum omgeven door
zona pellucida (dikke membraan)
corona radiata (krans van cellen uit het ovarium)
moeten doorboord worden door spermatozoön
Voor penetrate: 2 verschijnselen:
Capacitate vh sperma: fnale stap in maturate sperma: o.m. verwijdering van zaadvocht oiv secrete
vd tuba (bij IVF worden spermatozoa “gewassen”)
Acrosoomreacte: binding van spermatozoön aan receptormolecule in zonda pellucida (ZP 3)
enzymes vrijgesteld uit het acrosoom: penetrate doorheen de zona pellucida
Na penetrate van de zaadcel:
versmeltng plasmamembraan van zaadcel en eicel
kern zaadcel in cytoplasma van eicel
metafase II eicel ontwikkelt zich verder kernwand + 2e poollichaampje
2 haploïde kernen in interfase naast elkaar: mannelijke & vrouwelijke pronucleus
in beide verdubbelt het aantal chromosomen (DNA-synthese)
kernwanden verdwijnen + begin 1ste mitose: chromosomen mengen zich tot 1 metafase 1e
segmentatedeling (klieving): 2 blastomeren
Beschermingsmechanisme tegen polyspermie:
o eicel ondergaat depolarisate (vrijstelling calcium uit ER) fusie ve 2e zaadcel verhinderd
o cortcale reacte: cortcale granules vrijgesteld zona pellucida ondoordringbaar
Klievingdelingen en diferentate:
bevruchte eicel = zygote vrucht
klievingsdelen tot morula (32 cellen): # cellen stjgti zonder toename in groote
dag 4-5 na ovulate: uterus bereikt (tjdens klievingsdelen)
2
, vanaf 8-cellig stadium: diferentate met compacte: blastomeren vergroten contactoppervlak +
vormen dichte celmassa (tght junctons) + tussen blastomeren ontstaat centrale holte = blastocoel
blastocyststadium
Blastocyst:
o buitenlaag = trofoblaast: placenta en chorion
o binnenlaag = embryoblast: embryo en amnion
Implantatie - 1e week
Betrekking met uterusslijmvlies:
1 dag na aankomst uterus: hatching: zona pellucida lost op vasthechtng blastocyst op 5e-6e dag
Dag 7: implantate of innesteling: trofoblast-cellen dringen doorheen slijmvliesepitheel
(endometrium) blastocyst zinkt weg in het dieperliggende bindweefsel (stroma)
implantate op dag 10 of later: kans spontane abortus stjgt!
Invasie vh baarmoederslijmvlies komt overeen met invasie door kankercellen ( trofoblast zorgt
niet voor celvernietging)
IVF en embryotransfer:
IVF v oöcyten + transfer in uterus
steriele vrouwen toch zwanger laten worden met grotere kans op multpele zwangerschap en
spontane abortus
Zwangerschapstming:
14 dagen na ovulate: menstruatei geen menstruate: 1e teken van zwangerschap
1 cyclus: eerst dag v laatste menstruate – ovulate: 28 dagen
Embryologie: tming tussen bevruchtng en bevaling = 266 dagen
Praktjk: zwangerschapsduur geteld vanaf eerste dag van laatste menstruate: 266+14 dagen = 280
dagen = 9 maanden
2e week (dag 8 tot 14 na bevruchting)
Algemeen: ontstaan van:
2 trofoblastlagen en 2 vruchtvliezen (amnion & chorion)
2 holten: amnionholte & primiteve dooierzak
trofoblastlacunes en coeloom
2-lagig embryo
Trofoblast:
Dag 9: embryo ingenesteld in baarmoederwand
Celdelingen in trofoblast geïnduceerd door epitheel 2 lagen:
Binnenste laag = cytotrophoblast: hoge delingsactviteiti zorgen voor invasie van embryo in
endometrium door secrete v proteolytsche enzymes
Buitenste laag = syncytotrophoblast: verliezen celgrenzen vormen massa v cytoplasma met
verspreide kernen (‘syncytumm)
vanaf dag 9: lacunes die in verbinding treden met arteriën en venen vh endometriumi in lacunes
sijpelt enkel serum (vebindingen nog niet groot genoeg voor bloedcellen)
3
Deel 1: Eerste embryonale periode
Inleiding
Ontwikkeling ve individu vanaf bevruchte eicel tot geboorte + studie van de gameten (= gametogenese)
Inzicht in volwassenen anatomie & voorbereiding op kindergeneeskunde en verloskunde
Ontstaan v aangeboren afwijkingen door stoornissen vd ontwikkeling o.a. door teratogene factoren: gevolg
naargelang periode:
Week 1 & 2: embryo sterf (zwangerschap zelfs niet vastgesteld)
15 – 60 dagen: organogenese: stoornisssen van groei en diferentatei gevoelige periode verschilt
naargelang orgaan
korte periode waarbinnen specifeke ontwikkeling moet verlopen: tjdelijke inducte
o Invloed cel op andere door oplosbare stof die zich in omgeving verspreidt
o Invloed cel op andere door rechtstreeks contact tss cel & ECM
Nadat de organen gevormd zijn: minder afwijkingen van vormi wel van functe
Hoe vroeger inwerking hoe zwaarder gevolgen!
Ontwikkeling bevruchte eicel tot aan geboorte in 2 periodes:
Embryonale periode: 8 weken: begin vorming organen + uitwendige lichaamsvorm (3 cm groot):
bilaminaire kiemschijf tot primiteve lichaamsvorm (3-4w) met organogenese (3-8w)
Foetale periode: groei + diferentate organen (9-38w)
Stadiëring van de zwangerschap
Zwangerschapsduur-periode: 40 wk : vanaf laatste menstruate
Ontwikkelingsleefijd: 38 wk: vanaf bevruchtng tot geboorte
Gameten (geslachtscellen)
Haploïd: 23 chromosomen tgv meiose tjdens spermatogenese of oögenese
Spermatogenesis:
Puberteit dood
Vorming tot spermatden
Spermiogenesis: ontwikkeling van spermatden tot spermatozoa: geen kernverandering
Spermatogonia blijven actef
Oögenese:
Week 4: oerkiemcel
Tegen 5de maand in zwangerschap: oogonia worden primaire oocyten (7 milj)
Oögonia zijn dus slechts 4 m aanwezig
Geboorte meisje: 2 milj primaire oocyten
Puberteit: 400 000 primaire oocyten
+- 400 ovulates in leven van vrouw => meeste eicellen sterven af = folliculaire atresie
Bij ovulate: metafase van meiose II (1 poollichaampje)
1
, Bij bevruchtng: voltooien meiose II: 2 poollichaampjes)
Chromosomale afwijkingen ontstaan in meiose; nondisjuncte van de homologe chromosomenparen
Chromosomale afwijking bij mitose na bevruchtng: mozaïeken
Levensduur: Spermatozoïden:
Bevroren toestand: oneindig: bevruchtngsvermogen blijf behoudeni ook na sterven van de man
Kans op zwangerschap grootst:
o coïtus in de 2 dagen voorafgaand aan de ovulate
o eerste 12u erna
spermatozoa overleven tot week in ovaria: lange intracervicale overlevingsduur
Transport:
Spermatozoïden: beweeglijk dankzij staart (50 à 150m/sec): 5 min na coïtus in eileideri na 70 min
uiteinde eileider + contractes uterus & eileider
ovum: peristaltek eileider + trilharen van epitheel: veel trager: (min 3i5; meestal: ) 4-5 dagen na
ovulate in uterus bevruchtng moet plaatsvinden in ampulla
!! eicel max 12u bevruchtbaar !!
transport tegengehouden: bevruchte eicel plant zich in in eileider (= tuba uterina): tubaire
zwangerschap veroorzaakt bloedingen afreken v zwangerschap
Bevruchting
Ovum omgeven door
zona pellucida (dikke membraan)
corona radiata (krans van cellen uit het ovarium)
moeten doorboord worden door spermatozoön
Voor penetrate: 2 verschijnselen:
Capacitate vh sperma: fnale stap in maturate sperma: o.m. verwijdering van zaadvocht oiv secrete
vd tuba (bij IVF worden spermatozoa “gewassen”)
Acrosoomreacte: binding van spermatozoön aan receptormolecule in zonda pellucida (ZP 3)
enzymes vrijgesteld uit het acrosoom: penetrate doorheen de zona pellucida
Na penetrate van de zaadcel:
versmeltng plasmamembraan van zaadcel en eicel
kern zaadcel in cytoplasma van eicel
metafase II eicel ontwikkelt zich verder kernwand + 2e poollichaampje
2 haploïde kernen in interfase naast elkaar: mannelijke & vrouwelijke pronucleus
in beide verdubbelt het aantal chromosomen (DNA-synthese)
kernwanden verdwijnen + begin 1ste mitose: chromosomen mengen zich tot 1 metafase 1e
segmentatedeling (klieving): 2 blastomeren
Beschermingsmechanisme tegen polyspermie:
o eicel ondergaat depolarisate (vrijstelling calcium uit ER) fusie ve 2e zaadcel verhinderd
o cortcale reacte: cortcale granules vrijgesteld zona pellucida ondoordringbaar
Klievingdelingen en diferentate:
bevruchte eicel = zygote vrucht
klievingsdelen tot morula (32 cellen): # cellen stjgti zonder toename in groote
dag 4-5 na ovulate: uterus bereikt (tjdens klievingsdelen)
2
, vanaf 8-cellig stadium: diferentate met compacte: blastomeren vergroten contactoppervlak +
vormen dichte celmassa (tght junctons) + tussen blastomeren ontstaat centrale holte = blastocoel
blastocyststadium
Blastocyst:
o buitenlaag = trofoblaast: placenta en chorion
o binnenlaag = embryoblast: embryo en amnion
Implantatie - 1e week
Betrekking met uterusslijmvlies:
1 dag na aankomst uterus: hatching: zona pellucida lost op vasthechtng blastocyst op 5e-6e dag
Dag 7: implantate of innesteling: trofoblast-cellen dringen doorheen slijmvliesepitheel
(endometrium) blastocyst zinkt weg in het dieperliggende bindweefsel (stroma)
implantate op dag 10 of later: kans spontane abortus stjgt!
Invasie vh baarmoederslijmvlies komt overeen met invasie door kankercellen ( trofoblast zorgt
niet voor celvernietging)
IVF en embryotransfer:
IVF v oöcyten + transfer in uterus
steriele vrouwen toch zwanger laten worden met grotere kans op multpele zwangerschap en
spontane abortus
Zwangerschapstming:
14 dagen na ovulate: menstruatei geen menstruate: 1e teken van zwangerschap
1 cyclus: eerst dag v laatste menstruate – ovulate: 28 dagen
Embryologie: tming tussen bevruchtng en bevaling = 266 dagen
Praktjk: zwangerschapsduur geteld vanaf eerste dag van laatste menstruate: 266+14 dagen = 280
dagen = 9 maanden
2e week (dag 8 tot 14 na bevruchting)
Algemeen: ontstaan van:
2 trofoblastlagen en 2 vruchtvliezen (amnion & chorion)
2 holten: amnionholte & primiteve dooierzak
trofoblastlacunes en coeloom
2-lagig embryo
Trofoblast:
Dag 9: embryo ingenesteld in baarmoederwand
Celdelingen in trofoblast geïnduceerd door epitheel 2 lagen:
Binnenste laag = cytotrophoblast: hoge delingsactviteiti zorgen voor invasie van embryo in
endometrium door secrete v proteolytsche enzymes
Buitenste laag = syncytotrophoblast: verliezen celgrenzen vormen massa v cytoplasma met
verspreide kernen (‘syncytumm)
vanaf dag 9: lacunes die in verbinding treden met arteriën en venen vh endometriumi in lacunes
sijpelt enkel serum (vebindingen nog niet groot genoeg voor bloedcellen)
3