Oefenvragen Arbeidsrecht
, 1. Geef 2 voorbeelden van 2 verschillende situaties waarin er geen recht bestaat op een wettelijke transitievergoeding.
Vermeld daarbij ook het/de relevante wetsartikel(en).
• Verschillende goede antwoorden mogelijk (2 pnt per goed voorbeeld en 0,5 pnt voor juist artikel per voorbeeld): o.a.
igv arbeidsovereenkomsten korter dan 24 maanden (2) / ernstig verwijtbaar handelen werknemer (2) / ontslag op
verzoek van werknemer (2) -> zie o.a. art. 7: 673 BW (0,5)
Bij wederzijds goedvinden (7: 670b BW -> 0,5 pnt)) bestaat geen recht op transitievergoeding (2)
2. Noem 5 bijzonder bedingen die in een arbeidsovereenkomst kunnen worden opgenomen en in de wet zijn opgenomen
(noteer daarbij de wetsartikelen)
• Proeftijd, concurrentiebeding, boetebeding, uitzendbeding, eenzijdig wijzigings-Beding, incorporatiebeding etc.
-
LD week 2: heeft kennis van de bijzondere bedingen en de werking daarvan.
3. Leg uit wat voor soort cao bepalingen rechtstreeks kunnen doorwerken in een arbeidsovereenkomst en geef een
voorbeeld van een dergelijke cao bepaling?
Normatieve bepalingen 3 / arbeidsvoorwaarden zoals bijvoorbeeld een reiskostenvergoeding 2.
NB. Aan een juist voorbeeld 2 punten toekennen.
4. Stel zowel de werknemer als de werkgever zijn geen lid van de bonden die namens de werkgevers of werknemers de
cao hebben afgesloten en de cao is niet algemeen verbindend verklaard. Leg uit hoe een cao bepaling dan toch
rechtstreeks kan doorwerken in de individuele arbeidsovereenkomst.
Er is sprake van een ongebonden werkgever en werknemer. In de arbeidsovereenkomst kan een bepaalde cao van
toepassing zijn verklaard door middel van een incorporatiebeding. De betreffende cao bepaling geldt daardoor tussen
partijen.
NB. Onjuist is het antwoord dat de werkgever o.g.v. art. 14 WCAO gehouden is tot toepassing van de cao ook in geval van
een ongebonden werknemer, maar dat de werknemer dit niet in rechte kan afdwingen. Art. 14 WCAO is immers slechts van
toepassing indien de werkgever zelf wel gebonden is, maar in dit geval zijn geen van de partijen lid en is de cao niet
algemeen verbindend verklaard.
LD week 2: Heeft kennis en inzicht in de totstandkoming en betekenis van Cao’s en de werking van cao bepalingen.
Casus 1:
Valerie Koomen (23 jaar) werkt sinds 1 augustus 2017 als kassamedewerkster bij de Jumbo in Alkmaar. Zij heeft in eerste
instantie een arbeidsovereenkomst voor de duur van 6 maanden (tot 1 februari 2018). Valerie werkt 28 uur per week en
verdient daarmee € 1.550, - bruto per maand (exclusief vakantiegeld). Het werk bevalt prima en ook de leidinggevende
Pieter Beerman is zeer tevreden. Pieter biedt Valerie dan ook in de maand januari aan om de arbeidsovereenkomst voor
onbepaalde tijd te verlengen. Valerie is daar zeer blij mee. Helaas krijgt Valerie in mei 2018 een ernstig auto-ongeluk. Haar
beide voeten blijken te zijn gebroken, waardoor zij gedurende langere tijd moet revalideren. Zij heeft zich dan ook
onmiddellijk bij Jumbo ziekgemeld. Pieter heeft haar daarna ook ziekgemeld bij de arbodienst. Een van de arbo-artsen is
inmiddels op huisbezoek bij Valerie geweest en heeft aan Jumbo teruggekoppeld dat Valerie voorlopig niet in staat in om
haar eigen werkzaamheden als kassamedewerkster uit te oefenen. Wel zou Valerie volgens de arbo-arts administratief
werk kunnen doen, indien er dan maar wel vervoer voor haar wordt geregeld van en naar het werk. Pieter ziet
onmiddellijk kansen, want er ligt nog veel administratiewerk te wachten. Valerie zou dat mooi kunnen doen en vervoer is
geen enkel probleem, want een van de collega’s woont in de buurt van Valerie en die heeft hetzelfde werkrooster. Die
collega is bereid om Valerie op te halen en weer terug te brengen. Pieter belt dan ook enthousiast naar Valerie om haar
mede te delen dat zij vanaf 15 juni op het kantoor wordt verwacht om daar administratieve werkzaamheden te verrichten.
Ook vertelt hij dat er voor vervoer van en naar huis wordt gezorgd.
5. Beargumenteer of de aangeboden werkzaamheden passend zijn voor Valerie en of zij verplicht is deze te accepteren.
Rr: Art. 7:660a lid 1 sub a en sub c jo. 7:658a lid 1 jo. lid 2 jo. lid 4 BW.
NB. Indien student lid 1 van 7:658a BW niet noemt maar de overige artikelen en leden worden wel correct benoemd dan de
volledige 2 punten toekennen.
Toepassing:
- Krachtens art. 7:660a sub a en c BW is Valerie verplicht mee te werken aan
haar re-integratie
- Dit betekent dat zij gevolg moet geven aan maatregelen in de zin van 7:658a
lid 2 BW en de passende arbeid zoals bedoeld in 7:658a lid 4 BW moet verrichten
- Valerie mag alleen maar weigeren de aangeboden passende arbeid te verrichten
1
, 1. Geef 2 voorbeelden van 2 verschillende situaties waarin er geen recht bestaat op een wettelijke transitievergoeding.
Vermeld daarbij ook het/de relevante wetsartikel(en).
• Verschillende goede antwoorden mogelijk (2 pnt per goed voorbeeld en 0,5 pnt voor juist artikel per voorbeeld): o.a.
igv arbeidsovereenkomsten korter dan 24 maanden (2) / ernstig verwijtbaar handelen werknemer (2) / ontslag op
verzoek van werknemer (2) -> zie o.a. art. 7: 673 BW (0,5)
Bij wederzijds goedvinden (7: 670b BW -> 0,5 pnt)) bestaat geen recht op transitievergoeding (2)
2. Noem 5 bijzonder bedingen die in een arbeidsovereenkomst kunnen worden opgenomen en in de wet zijn opgenomen
(noteer daarbij de wetsartikelen)
• Proeftijd, concurrentiebeding, boetebeding, uitzendbeding, eenzijdig wijzigings-Beding, incorporatiebeding etc.
-
LD week 2: heeft kennis van de bijzondere bedingen en de werking daarvan.
3. Leg uit wat voor soort cao bepalingen rechtstreeks kunnen doorwerken in een arbeidsovereenkomst en geef een
voorbeeld van een dergelijke cao bepaling?
Normatieve bepalingen 3 / arbeidsvoorwaarden zoals bijvoorbeeld een reiskostenvergoeding 2.
NB. Aan een juist voorbeeld 2 punten toekennen.
4. Stel zowel de werknemer als de werkgever zijn geen lid van de bonden die namens de werkgevers of werknemers de
cao hebben afgesloten en de cao is niet algemeen verbindend verklaard. Leg uit hoe een cao bepaling dan toch
rechtstreeks kan doorwerken in de individuele arbeidsovereenkomst.
Er is sprake van een ongebonden werkgever en werknemer. In de arbeidsovereenkomst kan een bepaalde cao van
toepassing zijn verklaard door middel van een incorporatiebeding. De betreffende cao bepaling geldt daardoor tussen
partijen.
NB. Onjuist is het antwoord dat de werkgever o.g.v. art. 14 WCAO gehouden is tot toepassing van de cao ook in geval van
een ongebonden werknemer, maar dat de werknemer dit niet in rechte kan afdwingen. Art. 14 WCAO is immers slechts van
toepassing indien de werkgever zelf wel gebonden is, maar in dit geval zijn geen van de partijen lid en is de cao niet
algemeen verbindend verklaard.
LD week 2: Heeft kennis en inzicht in de totstandkoming en betekenis van Cao’s en de werking van cao bepalingen.
Casus 1:
Valerie Koomen (23 jaar) werkt sinds 1 augustus 2017 als kassamedewerkster bij de Jumbo in Alkmaar. Zij heeft in eerste
instantie een arbeidsovereenkomst voor de duur van 6 maanden (tot 1 februari 2018). Valerie werkt 28 uur per week en
verdient daarmee € 1.550, - bruto per maand (exclusief vakantiegeld). Het werk bevalt prima en ook de leidinggevende
Pieter Beerman is zeer tevreden. Pieter biedt Valerie dan ook in de maand januari aan om de arbeidsovereenkomst voor
onbepaalde tijd te verlengen. Valerie is daar zeer blij mee. Helaas krijgt Valerie in mei 2018 een ernstig auto-ongeluk. Haar
beide voeten blijken te zijn gebroken, waardoor zij gedurende langere tijd moet revalideren. Zij heeft zich dan ook
onmiddellijk bij Jumbo ziekgemeld. Pieter heeft haar daarna ook ziekgemeld bij de arbodienst. Een van de arbo-artsen is
inmiddels op huisbezoek bij Valerie geweest en heeft aan Jumbo teruggekoppeld dat Valerie voorlopig niet in staat in om
haar eigen werkzaamheden als kassamedewerkster uit te oefenen. Wel zou Valerie volgens de arbo-arts administratief
werk kunnen doen, indien er dan maar wel vervoer voor haar wordt geregeld van en naar het werk. Pieter ziet
onmiddellijk kansen, want er ligt nog veel administratiewerk te wachten. Valerie zou dat mooi kunnen doen en vervoer is
geen enkel probleem, want een van de collega’s woont in de buurt van Valerie en die heeft hetzelfde werkrooster. Die
collega is bereid om Valerie op te halen en weer terug te brengen. Pieter belt dan ook enthousiast naar Valerie om haar
mede te delen dat zij vanaf 15 juni op het kantoor wordt verwacht om daar administratieve werkzaamheden te verrichten.
Ook vertelt hij dat er voor vervoer van en naar huis wordt gezorgd.
5. Beargumenteer of de aangeboden werkzaamheden passend zijn voor Valerie en of zij verplicht is deze te accepteren.
Rr: Art. 7:660a lid 1 sub a en sub c jo. 7:658a lid 1 jo. lid 2 jo. lid 4 BW.
NB. Indien student lid 1 van 7:658a BW niet noemt maar de overige artikelen en leden worden wel correct benoemd dan de
volledige 2 punten toekennen.
Toepassing:
- Krachtens art. 7:660a sub a en c BW is Valerie verplicht mee te werken aan
haar re-integratie
- Dit betekent dat zij gevolg moet geven aan maatregelen in de zin van 7:658a
lid 2 BW en de passende arbeid zoals bedoeld in 7:658a lid 4 BW moet verrichten
- Valerie mag alleen maar weigeren de aangeboden passende arbeid te verrichten
1
