Samenvatting PowerPoints Hele Getallen
-Hele getallen tentamen jaar 1 -
Extra powerpoint les 1
KENMERKEN VAN REALISTISCH REKENEN
1. Betekenisvolle contexten (leefwereld kids)
2. Veel interactie (verticaal / horizo ntaal /simultaan)
3. Meerdere oplossingsstrategieën (proces is belangrijker dan product)
4. Gebruik van concreet materiaal en modellen
5. Samenhang in leerstof (gebieden)
De ijsbergmetafoor van het rekenwiskunde-onderwijs
Doorontwikkeling van IJsbergmodel: HANDELINGSMODEL
, Samenvatting PowerPoints Hele Getallen
Basisvaardigheden (rekenen vanaf groep 3)
• Tellen en rekenen tot 10: busmodel / splitsen
• Tellen en rekenen tot 20: passeren van de 10
– Doel: alle splitsingen, optellingen en aftrekkingen uit het hoofd kennen =
memoriseren
• Tellen en rekenen tot 100: toepassen van de kennis tot 20
– Doel: snel via strategieën alle optellingen en aftrekkingen oplossen =
automatiseren.
Strategieën bij het rekenen tot 100
Splitsen: 50 + 8 + 20 + 7 = 70 + 15 = 85
74 – 39 = 70 + 4 – 30 – 9 = 40 – 5 = 35
Rijgen: 58 + 20 + 7 = 78 + 7 = 85
74 – 30 - 9 = 44 – 9 = 35
Handig rekenen: 58 + 30 – 3 of 60 + 25 of……….
74 – 40 + 1 of 74 – 34 -5 of…….
(Let op: cijferen wordt niet gedaan bij het rekenen onder de 100)
Basisvaardigheden: de tafelleerlijn (vanaf groep 4)
• Fase 1: introductiefase = begripsvorming; wat betekent het begrip vermenigvuldigen?
Herhaald optellen, zo concreet mogelijk aantonen
• Fase 2: reconstructiefase = via verschillende strategieën de tafels uitrekenen.
• Fase 3: reproductiefase = variatie aan manieren om de (deel-) tafels te leren, zodat
het gememoriseerd is.
• Fase 4: consolidatiefase = vasthouden en uitbreiden van de tafelkennis, zodat ze ook
12 x 7 en 50 x 700 kunnen uitrekenen
Aan het eind van groep 5 krijg je een tafeldiploma; waarom is dat begrip verkeerd?
(Denken – delen – uitwisselen)
Reken met 3 verschillende strategieën uit de tafelsom: 8 x 12
(Denken – delen – uitwisselen)
Tafelstrategieën
• Splitsen = 8 x 13 = 8 x 10 + 8 x 3 =…..
te bewijzen met een rechthoekmodel
rechthoekmodel voor 333 x 225
• Verwisselen = 2 x 4 = 4 x 2 = …..
te bewijzen met een tegelmodel ->
• Eén keer meer / minder: 11 x 8 via 10 x 8 en 9 x 17 via 10 x 17
• Verdubbelen / halveren:
8 x 12 uitrekenen via 2 x 12 en 4 x 12 = verdubbelen
5 x 18 uitrekenen via 10 x 18 = halveren
, Samenvatting PowerPoints Hele Getallen
• Basisvaardigheden en RRWO Hoe zijn de basisvaardigheden nu in verband te brengen met
de kenmerken van het RRWO?
• Denk aan de Ijsberg: context, concreet materiaal, model en kale som.
Contexten bij basisvaardigheden
• Rekenen tot 10: busritten naspelen (in het speellokaal)
• Rekenen tot 20, 100 en de tafels: een grote variatie aan contexten passend bij de
leefwereld van de kinderen
Concreet materiaal bij basisvaardigheden
• Rekenen tot 10: fiches, blokjes, kralenketting (rekenrekje)
• Rekenen tot 20: fiches, blokjes, kralenketting, rekenrekje
• Rekenen tot 100: MAB – materiaal, kralenketting / - stang
• Tafels: Tafelsommen herkennen in groepjes van……….; Opdracht: Fotografeer in een
supermarkt eens een aantal tafelsommen, zoals………...
Modellen bij basisvaardigheden
• Rekenen tot 10: tegelpatroon op het bord, paalsommen, doelsommen
• Rekenen tot 20: idem
• Rekenen tot 100: lege getallenlijn, verhoudingstabel
Kale sommen
• Uiteindelijk moet de kennis worden toegepast in het verdere rekenen.
• Rekenen naar analogie: 50 + 20 = 70 want 5 + 2 = 7
• Breuken gelijknamig maken m.b.v. GGD
-Hele getallen tentamen jaar 1 -
Extra powerpoint les 1
KENMERKEN VAN REALISTISCH REKENEN
1. Betekenisvolle contexten (leefwereld kids)
2. Veel interactie (verticaal / horizo ntaal /simultaan)
3. Meerdere oplossingsstrategieën (proces is belangrijker dan product)
4. Gebruik van concreet materiaal en modellen
5. Samenhang in leerstof (gebieden)
De ijsbergmetafoor van het rekenwiskunde-onderwijs
Doorontwikkeling van IJsbergmodel: HANDELINGSMODEL
, Samenvatting PowerPoints Hele Getallen
Basisvaardigheden (rekenen vanaf groep 3)
• Tellen en rekenen tot 10: busmodel / splitsen
• Tellen en rekenen tot 20: passeren van de 10
– Doel: alle splitsingen, optellingen en aftrekkingen uit het hoofd kennen =
memoriseren
• Tellen en rekenen tot 100: toepassen van de kennis tot 20
– Doel: snel via strategieën alle optellingen en aftrekkingen oplossen =
automatiseren.
Strategieën bij het rekenen tot 100
Splitsen: 50 + 8 + 20 + 7 = 70 + 15 = 85
74 – 39 = 70 + 4 – 30 – 9 = 40 – 5 = 35
Rijgen: 58 + 20 + 7 = 78 + 7 = 85
74 – 30 - 9 = 44 – 9 = 35
Handig rekenen: 58 + 30 – 3 of 60 + 25 of……….
74 – 40 + 1 of 74 – 34 -5 of…….
(Let op: cijferen wordt niet gedaan bij het rekenen onder de 100)
Basisvaardigheden: de tafelleerlijn (vanaf groep 4)
• Fase 1: introductiefase = begripsvorming; wat betekent het begrip vermenigvuldigen?
Herhaald optellen, zo concreet mogelijk aantonen
• Fase 2: reconstructiefase = via verschillende strategieën de tafels uitrekenen.
• Fase 3: reproductiefase = variatie aan manieren om de (deel-) tafels te leren, zodat
het gememoriseerd is.
• Fase 4: consolidatiefase = vasthouden en uitbreiden van de tafelkennis, zodat ze ook
12 x 7 en 50 x 700 kunnen uitrekenen
Aan het eind van groep 5 krijg je een tafeldiploma; waarom is dat begrip verkeerd?
(Denken – delen – uitwisselen)
Reken met 3 verschillende strategieën uit de tafelsom: 8 x 12
(Denken – delen – uitwisselen)
Tafelstrategieën
• Splitsen = 8 x 13 = 8 x 10 + 8 x 3 =…..
te bewijzen met een rechthoekmodel
rechthoekmodel voor 333 x 225
• Verwisselen = 2 x 4 = 4 x 2 = …..
te bewijzen met een tegelmodel ->
• Eén keer meer / minder: 11 x 8 via 10 x 8 en 9 x 17 via 10 x 17
• Verdubbelen / halveren:
8 x 12 uitrekenen via 2 x 12 en 4 x 12 = verdubbelen
5 x 18 uitrekenen via 10 x 18 = halveren
, Samenvatting PowerPoints Hele Getallen
• Basisvaardigheden en RRWO Hoe zijn de basisvaardigheden nu in verband te brengen met
de kenmerken van het RRWO?
• Denk aan de Ijsberg: context, concreet materiaal, model en kale som.
Contexten bij basisvaardigheden
• Rekenen tot 10: busritten naspelen (in het speellokaal)
• Rekenen tot 20, 100 en de tafels: een grote variatie aan contexten passend bij de
leefwereld van de kinderen
Concreet materiaal bij basisvaardigheden
• Rekenen tot 10: fiches, blokjes, kralenketting (rekenrekje)
• Rekenen tot 20: fiches, blokjes, kralenketting, rekenrekje
• Rekenen tot 100: MAB – materiaal, kralenketting / - stang
• Tafels: Tafelsommen herkennen in groepjes van……….; Opdracht: Fotografeer in een
supermarkt eens een aantal tafelsommen, zoals………...
Modellen bij basisvaardigheden
• Rekenen tot 10: tegelpatroon op het bord, paalsommen, doelsommen
• Rekenen tot 20: idem
• Rekenen tot 100: lege getallenlijn, verhoudingstabel
Kale sommen
• Uiteindelijk moet de kennis worden toegepast in het verdere rekenen.
• Rekenen naar analogie: 50 + 20 = 70 want 5 + 2 = 7
• Breuken gelijknamig maken m.b.v. GGD