Engels
Energizers, spelletjes, fashcard games en meer.
1
,Gemaakt door : Sabine de Bont
Inhoudsopgave
Inhoud
Inhoudsopgave...............................................................................................................................
Flashcard games............................................................................................................................
Wat zijn fashcards?...................................................................................................................
Traintalk......................................................................................................................................
Bean-bag toss............................................................................................................................
Line up and whisper...................................................................................................................
As many as you can!.................................................................................................................
Smack it!.....................................................................................................................................
What’s missing?.........................................................................................................................
Which one is it?...........................................................................................................................
Slow motion/ fash the fashcard................................................................................................
Kaboom.......................................................................................................................................
Find your friend..........................................................................................................................
Memory.......................................................................................................................................
Pictionary....................................................................................................................................
Guess from clues........................................................................................................................
Flashcard story...........................................................................................................................
Swap the fashcard.....................................................................................................................
Secret numbers..........................................................................................................................
Headband game.........................................................................................................................
Handige sites.............................................................................................................................
Energizers.....................................................................................................................................
Simon says/ teacher says...........................................................................................................
Animal madness.........................................................................................................................
Red elbow..................................................................................................................................
From young to old.....................................................................................................................
My Bonnie lies over the ocean...................................................................................................
Three knees...............................................................................................................................
Follow my instructions...............................................................................................................
Mime sports activities...............................................................................................................
What number is it?.....................................................................................................................
2
, Throw it in the bin.....................................................................................................................
The telephone............................................................................................................................
Counting game...........................................................................................................................
Guess who/ guess what?............................................................................................................
Hangman....................................................................................................................................
Living memory...........................................................................................................................
Bijlagen..........................................................................................................................................
Flashcards weertypes.................................................................................................................
Flashcards fruit (rupsje nooit genoeg)........................................................................................
Dierengeluiden..............................................................................................................................
3
, Flashcard games
Wat zijn fashcards?
Flashcards zijn handige kaartjes, waarop een afbeelding staat, die te maken
heeft met een bepaald begrip van Engels. Deze fashcards zijn goed te gebruiken
in je Engelse lessen, om de begrippen duidelijk te maken aan de leerlingen en om
de verschillende begrippen te oefenen met de leerlingen. De kaartjes kunnen
worden gebruikt om de leerlingen nieuwe woorden aan te leren, maar ze kunnen
ook worden gebruikt om de geleerde woorden te oefenen. In de bijlage kun je
twee voorbeelden vinden van een setje fashcards. Dit zijn fashcards die gaan
over de verschillende typen weer en fashcards die gaan over het prentenboek
van rupsje nooit genoeg. Ik heb deze setjes allebei gebruikt bij mijn Engelse
lessen.
Traintalk
Bij dit spel is het de bedoeling dat je de verschillende woorden
die afgebeeld staan op de fashcards ritmisch gaat uitspreken.
Dit gaat op het ritme van een versnellende stoomlocomotief. Je
legt vier of vijf verschillende fashcard neer, zodat de leerlingen
ze kunnen zien en zegt deze op het ritme van een op gang
komende stoomlocomotief. Je begint dus ook langzaam en gaat
steeds sneller bij de volgende fashcards. De laatste fashcard
zeg je op als het fuitje van de stoomlocomotief.
Bijvoorbeeld: Apple, banana, pear, strawberry, o-range!
Variatie: Wanneer je een groep hebt, die wat verder is met de begrippen en deze
al aardig onder de knie heeft, kun je de leerlingen zelf aan de slag laten gaan
met het maken van een traintalk. Je kunt er hier zelf bij kiezen of je de leerlingen
de fashcards laat zien, of dat de leerlingen de begrippen uit hun hoofd moeten
kennen. Dit hangt er maar net van af hoe ver de leerlingen al zijn met de
begrippen.
Bean-bag toss.
Bij dit spel begin je met het herhalen van de
begrippen op de fashcards. Je laat de kaartjes nog
een keer zien aan de leerlingen en legt deze met
de afbeelding naar boven neer op de grond. Je laat
de pittenzak ziek en vertelt de leerlingen dat dit
een ‘beanbag’ is. Vervolgens geven de leerlingen
de pittenzak aan elkaar door en wordt er
ondertussen een liedjes gezongen (Denk hierbij
aan korte liedjes die de leerlingen kennen, bv. If
you’re happy and you know it). Wanneer het liedje
is afgelopen, gooit de leerling die de pittenzak op
dat moment vastheeft op een van de afbeeldingen
4
, die op de grond liggen. De leerlingen roepen vervolgens welk woord er bij de
fashcard hoort. Je kunt dit spel zoveel herhalen als je wil. Je kunt ervoor kiezen
om de fascards die geweest zijn weg te leggen, maar je kunt ze ook in de kring
laten liggen.
Variatie: laat de leerlingen een ander liedje kiezen, die ze allemaal kennen. Je
kunt er ook nog voor kiezen om in plaats van het liedje te gaan voor een chant.
Dit is een stukje dat veel voorkomt in het Engels ( would you like, what’s the
weather like, etc. ).
Line up and whisper
Bij dit spel ga je de klas in gelijke rijen verdelen. Je
kunt ervoor kiezen om twee rijen te maken, maar
dit kunnen er ook meerdere zijn. de leerlingen
kunnen eventueel een teamnaam bedenken. Laat
aan de leerlingen die vooraan in de rij staan een
fashcard zien, dit doe je zo, dat de rest van de klas
deze niet kan zien! De leerlingen die vooraan
stonden en de fashcards hebben gezien, rennen zo snel mogelijk terug naar hun
eigen rij en fuisteren het woord aan degene die naast hun staat, die fuisteren dit
weer aan degene daarnaast, enz. dit doen ze net zolang, totdat het woord de
laatste persoon heeft bereikt. Deze zegt het woord dat op de fashcard stond. Het
team dat dit het snelste kan, krijgt een punt. De leerling die vooraan in de rij
staat, gaat naar de achterste plek en zo schuift iedereen een plaatsje op. Dit kun
je zo vaak doen als je zelf wil en je kan dit met alle fashcards doen.
As many as you can!
Bij dit spel zorg je er weer voor dat de
leerlingen in een rij gaan staan (min. 2). De
leerlingen moeten hierbij zoveel mogelijk
woorden opschrijven die ze hebben gehad
binnen het thema. Dit spel gebruik je dus vooral
bij het oefenen van de woorden. De leerlingen
schrijven één voor één woord op en gaan weer
achter in de rij staan. Je kunt er zelf voor kiezen
hoe streng je bent over de schrijfwijze van de
woorden. Wanneer een leerling even geen
nieuw woord kan verzinnen, sluit deze gewoon
achteraan aan in de rij. Je kunt er zelf voor
kiezen hoeveel tijd je de leerlingen geeft. Je
kunt de timer bijvoorbeeld aanzetten op twee minuten. Het groepje dat de
meeste woorden heeft opgeschreven, wint.
Variatie: Je kunt dit natuurlijk doen met de verschillende fashcards die eerder
zijn behandeld, maar je kan er ook voor kiezen om de leerlingen ook dingen op te
laten schrijven die ze eventueel zelf al wisten. Zo breid je ook de woordenschat
van de andere leerlingen uit, door deze woorden na het spelen van het spel ook
even met alle leerlingen te gaan bespreken.
5
Energizers, spelletjes, fashcard games en meer.
1
,Gemaakt door : Sabine de Bont
Inhoudsopgave
Inhoud
Inhoudsopgave...............................................................................................................................
Flashcard games............................................................................................................................
Wat zijn fashcards?...................................................................................................................
Traintalk......................................................................................................................................
Bean-bag toss............................................................................................................................
Line up and whisper...................................................................................................................
As many as you can!.................................................................................................................
Smack it!.....................................................................................................................................
What’s missing?.........................................................................................................................
Which one is it?...........................................................................................................................
Slow motion/ fash the fashcard................................................................................................
Kaboom.......................................................................................................................................
Find your friend..........................................................................................................................
Memory.......................................................................................................................................
Pictionary....................................................................................................................................
Guess from clues........................................................................................................................
Flashcard story...........................................................................................................................
Swap the fashcard.....................................................................................................................
Secret numbers..........................................................................................................................
Headband game.........................................................................................................................
Handige sites.............................................................................................................................
Energizers.....................................................................................................................................
Simon says/ teacher says...........................................................................................................
Animal madness.........................................................................................................................
Red elbow..................................................................................................................................
From young to old.....................................................................................................................
My Bonnie lies over the ocean...................................................................................................
Three knees...............................................................................................................................
Follow my instructions...............................................................................................................
Mime sports activities...............................................................................................................
What number is it?.....................................................................................................................
2
, Throw it in the bin.....................................................................................................................
The telephone............................................................................................................................
Counting game...........................................................................................................................
Guess who/ guess what?............................................................................................................
Hangman....................................................................................................................................
Living memory...........................................................................................................................
Bijlagen..........................................................................................................................................
Flashcards weertypes.................................................................................................................
Flashcards fruit (rupsje nooit genoeg)........................................................................................
Dierengeluiden..............................................................................................................................
3
, Flashcard games
Wat zijn fashcards?
Flashcards zijn handige kaartjes, waarop een afbeelding staat, die te maken
heeft met een bepaald begrip van Engels. Deze fashcards zijn goed te gebruiken
in je Engelse lessen, om de begrippen duidelijk te maken aan de leerlingen en om
de verschillende begrippen te oefenen met de leerlingen. De kaartjes kunnen
worden gebruikt om de leerlingen nieuwe woorden aan te leren, maar ze kunnen
ook worden gebruikt om de geleerde woorden te oefenen. In de bijlage kun je
twee voorbeelden vinden van een setje fashcards. Dit zijn fashcards die gaan
over de verschillende typen weer en fashcards die gaan over het prentenboek
van rupsje nooit genoeg. Ik heb deze setjes allebei gebruikt bij mijn Engelse
lessen.
Traintalk
Bij dit spel is het de bedoeling dat je de verschillende woorden
die afgebeeld staan op de fashcards ritmisch gaat uitspreken.
Dit gaat op het ritme van een versnellende stoomlocomotief. Je
legt vier of vijf verschillende fashcard neer, zodat de leerlingen
ze kunnen zien en zegt deze op het ritme van een op gang
komende stoomlocomotief. Je begint dus ook langzaam en gaat
steeds sneller bij de volgende fashcards. De laatste fashcard
zeg je op als het fuitje van de stoomlocomotief.
Bijvoorbeeld: Apple, banana, pear, strawberry, o-range!
Variatie: Wanneer je een groep hebt, die wat verder is met de begrippen en deze
al aardig onder de knie heeft, kun je de leerlingen zelf aan de slag laten gaan
met het maken van een traintalk. Je kunt er hier zelf bij kiezen of je de leerlingen
de fashcards laat zien, of dat de leerlingen de begrippen uit hun hoofd moeten
kennen. Dit hangt er maar net van af hoe ver de leerlingen al zijn met de
begrippen.
Bean-bag toss.
Bij dit spel begin je met het herhalen van de
begrippen op de fashcards. Je laat de kaartjes nog
een keer zien aan de leerlingen en legt deze met
de afbeelding naar boven neer op de grond. Je laat
de pittenzak ziek en vertelt de leerlingen dat dit
een ‘beanbag’ is. Vervolgens geven de leerlingen
de pittenzak aan elkaar door en wordt er
ondertussen een liedjes gezongen (Denk hierbij
aan korte liedjes die de leerlingen kennen, bv. If
you’re happy and you know it). Wanneer het liedje
is afgelopen, gooit de leerling die de pittenzak op
dat moment vastheeft op een van de afbeeldingen
4
, die op de grond liggen. De leerlingen roepen vervolgens welk woord er bij de
fashcard hoort. Je kunt dit spel zoveel herhalen als je wil. Je kunt ervoor kiezen
om de fascards die geweest zijn weg te leggen, maar je kunt ze ook in de kring
laten liggen.
Variatie: laat de leerlingen een ander liedje kiezen, die ze allemaal kennen. Je
kunt er ook nog voor kiezen om in plaats van het liedje te gaan voor een chant.
Dit is een stukje dat veel voorkomt in het Engels ( would you like, what’s the
weather like, etc. ).
Line up and whisper
Bij dit spel ga je de klas in gelijke rijen verdelen. Je
kunt ervoor kiezen om twee rijen te maken, maar
dit kunnen er ook meerdere zijn. de leerlingen
kunnen eventueel een teamnaam bedenken. Laat
aan de leerlingen die vooraan in de rij staan een
fashcard zien, dit doe je zo, dat de rest van de klas
deze niet kan zien! De leerlingen die vooraan
stonden en de fashcards hebben gezien, rennen zo snel mogelijk terug naar hun
eigen rij en fuisteren het woord aan degene die naast hun staat, die fuisteren dit
weer aan degene daarnaast, enz. dit doen ze net zolang, totdat het woord de
laatste persoon heeft bereikt. Deze zegt het woord dat op de fashcard stond. Het
team dat dit het snelste kan, krijgt een punt. De leerling die vooraan in de rij
staat, gaat naar de achterste plek en zo schuift iedereen een plaatsje op. Dit kun
je zo vaak doen als je zelf wil en je kan dit met alle fashcards doen.
As many as you can!
Bij dit spel zorg je er weer voor dat de
leerlingen in een rij gaan staan (min. 2). De
leerlingen moeten hierbij zoveel mogelijk
woorden opschrijven die ze hebben gehad
binnen het thema. Dit spel gebruik je dus vooral
bij het oefenen van de woorden. De leerlingen
schrijven één voor één woord op en gaan weer
achter in de rij staan. Je kunt er zelf voor kiezen
hoe streng je bent over de schrijfwijze van de
woorden. Wanneer een leerling even geen
nieuw woord kan verzinnen, sluit deze gewoon
achteraan aan in de rij. Je kunt er zelf voor
kiezen hoeveel tijd je de leerlingen geeft. Je
kunt de timer bijvoorbeeld aanzetten op twee minuten. Het groepje dat de
meeste woorden heeft opgeschreven, wint.
Variatie: Je kunt dit natuurlijk doen met de verschillende fashcards die eerder
zijn behandeld, maar je kan er ook voor kiezen om de leerlingen ook dingen op te
laten schrijven die ze eventueel zelf al wisten. Zo breid je ook de woordenschat
van de andere leerlingen uit, door deze woorden na het spelen van het spel ook
even met alle leerlingen te gaan bespreken.
5
