Samenvatting plantenbescherming
deel 1
,Hoofdstuk 1: Duurzame plantenbescherming: een holistische
benadering
Gewasbeschermingsmiddelen
• Bescherming tegen ziekten
• Bescherming tegen plagen
• Bescherming tegen onkruiden
➔ Zorgen voor hoge productie
➔ Kwalitatief hoogstaande producten
➔ Ondanks gebruik GBM gaat nog 20 tot 40% van de oogst verloren
Duurzame gewasbescherming noodzakelijk om:
• Mens, dier en milieu te bescherming tegen risico’s van GBM
Belangrijke stappen naar duurzame GBM
➔ 2008: Bufferzonereglementering
➔ 2014: IPM ( Integraal projectmanagement)
➔ 2015: Fytolicentie
➔ 2017: Verplicht gebruik van minstens 50% driftreducerende doppen
➔ 2023: Verplicht gebruik van minstens 75% driftreducerende doppen
➔ 2026: Verplicht gebruik van minstens 90% driftreducerende doppen
Stoffen gebruikt voor plantenbescherming
• 16e eeuw: Nicotine, pyrethrinen, rotenon
• Anorganische stoffen: Arseen, koper, lood, zwavel, kwik, cyanide
• Jaren 1930-1940: synthetische GBM
• DDT = wonderpoeder
o Insectenverdelger ( kevers & sprinkhanen)
o Bleek zeer schadelijk voor milieu →Cumulatie in voedselketen (werd niet afgebroken,
ophoping)
• Bordeauxse pap
o = Kopersulfaat en gebluste kalk
o Fungiciden
o Jaren 90
,GBM worden toegepast:
• Op velden voor het beplanten of op zaden voor het uitzaaien
• Op velden tijdens de groeifase voor het gewas
• Op de geoogste producten
• Tijdens de verwerking, het verpakken en het transport om de kwaliteit, het uiterlijk en de
houdbaarheid van het voedsel te beschermen
GBM m.b.t. toxiciteit en veiligheid
• Veiligheid: GBM zijn veilig indien ze niet schadelijk zijn voor mensen die ermee in contact
komen tijdens de productie, de toepassing of het consumeren van voedsel
• Specificiteit: Een effectief GBM is specifiek in zijn actie, het is alleen doeltreffend tegen de
ziekte, insecten en onkruiden waartegen ze gericht zijn.
• Korte levensduur: GBM met een korte levensduur zijn ontworpen om na het bereiken van
hun doel snel en gemakkelijk afgebroken te worden in onschadelijke componenten, zonder
schadelijke gevolgen voor het milieu.
Biodiversiteit = een goede mix van fauna, essentieel voor het behoudt van een natuurlijk evenwicht
in het ecosysteem
Concept duurzame ontwikkeling
• Werd voor het eerst beschreven in het Brundtland- rapport ( Our common future rapport uit
1987)
• Besluit: mondiale milieuproblemen zijn het gevolg van
o Armoede in een deel van de wereld
o Niet- duurzame consumptie en productie in het andere deel van de wereld
• Duurzame ontwikkeling = een ontwikkeling die tegemoetkomt aan de noden van het heden,
zonder de mogelijkheden van toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien in het
gedrang te brengen.
Duurzame landbouw moet:
• Voldoen aan ecologie voorwaarden
• Voldoen aan economische voorwaarden
• Voldoen aan sociale voorwaarden
➔ Consument wilt gezond product dat op ecologische verantwoorde manier is
geproduceerd en betaalbaar is
➔ Risico’s voor gebruiker en milieu beperken
Weer en klimaat
• Klimaat veranderd
o Zachte en natte winters
o Warme en drogere voorjaren
• Stevige gewassen, beter bodembeheer, langer teeltseizoen en andere teelten nodig!
, Weer beïnvloed:
• De ontwikkeling van ziekten en plagen
• De toepassing en effectiviteit van middelen
• De bescherming van planten en geoogste producten
➔ Het weer heeft grote invloed op de gewasbescherming!
Weer omvat:
• Temperatuur: zon en warmte
• Vocht
• Neerslag
• Wind
Temperatuur: zon en warmte
• Planten halen hun groeikracht uit UV- A, blauwe, rode en ver-rode straling
• Blauwe straling (400-500 nm) en rode straling (600-700 nm) hebben effect op de
fotosynthese van de plant
• Blauwe straling = beïnvloed de gewasminding
• Rode straling = stimuleert het bloeiproces
• UV- straling (300-400) = effect op de vorm en kleur van de plant
• Ver-rode straling (700-800 nm) = invloed op de stengelstrekking en bloei van de plant
• Globale straling = hier wordt een zonnestraal over een horizontaal oppervlak verdeel (
intensiteit uitgedrukt in W/m2.
o De winterzon staat lager dan de zomerzon, hierdoor verspreidt de energie zich over
een groter oppervlak → minder energie met m2
deel 1
,Hoofdstuk 1: Duurzame plantenbescherming: een holistische
benadering
Gewasbeschermingsmiddelen
• Bescherming tegen ziekten
• Bescherming tegen plagen
• Bescherming tegen onkruiden
➔ Zorgen voor hoge productie
➔ Kwalitatief hoogstaande producten
➔ Ondanks gebruik GBM gaat nog 20 tot 40% van de oogst verloren
Duurzame gewasbescherming noodzakelijk om:
• Mens, dier en milieu te bescherming tegen risico’s van GBM
Belangrijke stappen naar duurzame GBM
➔ 2008: Bufferzonereglementering
➔ 2014: IPM ( Integraal projectmanagement)
➔ 2015: Fytolicentie
➔ 2017: Verplicht gebruik van minstens 50% driftreducerende doppen
➔ 2023: Verplicht gebruik van minstens 75% driftreducerende doppen
➔ 2026: Verplicht gebruik van minstens 90% driftreducerende doppen
Stoffen gebruikt voor plantenbescherming
• 16e eeuw: Nicotine, pyrethrinen, rotenon
• Anorganische stoffen: Arseen, koper, lood, zwavel, kwik, cyanide
• Jaren 1930-1940: synthetische GBM
• DDT = wonderpoeder
o Insectenverdelger ( kevers & sprinkhanen)
o Bleek zeer schadelijk voor milieu →Cumulatie in voedselketen (werd niet afgebroken,
ophoping)
• Bordeauxse pap
o = Kopersulfaat en gebluste kalk
o Fungiciden
o Jaren 90
,GBM worden toegepast:
• Op velden voor het beplanten of op zaden voor het uitzaaien
• Op velden tijdens de groeifase voor het gewas
• Op de geoogste producten
• Tijdens de verwerking, het verpakken en het transport om de kwaliteit, het uiterlijk en de
houdbaarheid van het voedsel te beschermen
GBM m.b.t. toxiciteit en veiligheid
• Veiligheid: GBM zijn veilig indien ze niet schadelijk zijn voor mensen die ermee in contact
komen tijdens de productie, de toepassing of het consumeren van voedsel
• Specificiteit: Een effectief GBM is specifiek in zijn actie, het is alleen doeltreffend tegen de
ziekte, insecten en onkruiden waartegen ze gericht zijn.
• Korte levensduur: GBM met een korte levensduur zijn ontworpen om na het bereiken van
hun doel snel en gemakkelijk afgebroken te worden in onschadelijke componenten, zonder
schadelijke gevolgen voor het milieu.
Biodiversiteit = een goede mix van fauna, essentieel voor het behoudt van een natuurlijk evenwicht
in het ecosysteem
Concept duurzame ontwikkeling
• Werd voor het eerst beschreven in het Brundtland- rapport ( Our common future rapport uit
1987)
• Besluit: mondiale milieuproblemen zijn het gevolg van
o Armoede in een deel van de wereld
o Niet- duurzame consumptie en productie in het andere deel van de wereld
• Duurzame ontwikkeling = een ontwikkeling die tegemoetkomt aan de noden van het heden,
zonder de mogelijkheden van toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien in het
gedrang te brengen.
Duurzame landbouw moet:
• Voldoen aan ecologie voorwaarden
• Voldoen aan economische voorwaarden
• Voldoen aan sociale voorwaarden
➔ Consument wilt gezond product dat op ecologische verantwoorde manier is
geproduceerd en betaalbaar is
➔ Risico’s voor gebruiker en milieu beperken
Weer en klimaat
• Klimaat veranderd
o Zachte en natte winters
o Warme en drogere voorjaren
• Stevige gewassen, beter bodembeheer, langer teeltseizoen en andere teelten nodig!
, Weer beïnvloed:
• De ontwikkeling van ziekten en plagen
• De toepassing en effectiviteit van middelen
• De bescherming van planten en geoogste producten
➔ Het weer heeft grote invloed op de gewasbescherming!
Weer omvat:
• Temperatuur: zon en warmte
• Vocht
• Neerslag
• Wind
Temperatuur: zon en warmte
• Planten halen hun groeikracht uit UV- A, blauwe, rode en ver-rode straling
• Blauwe straling (400-500 nm) en rode straling (600-700 nm) hebben effect op de
fotosynthese van de plant
• Blauwe straling = beïnvloed de gewasminding
• Rode straling = stimuleert het bloeiproces
• UV- straling (300-400) = effect op de vorm en kleur van de plant
• Ver-rode straling (700-800 nm) = invloed op de stengelstrekking en bloei van de plant
• Globale straling = hier wordt een zonnestraal over een horizontaal oppervlak verdeel (
intensiteit uitgedrukt in W/m2.
o De winterzon staat lager dan de zomerzon, hierdoor verspreidt de energie zich over
een groter oppervlak → minder energie met m2