Actieve en passieve stabiliteit
- Onderscheid tussen de passieve en acteve componenten van de stabiliteit v.e. gewricht
- Componenten benoemen en de basisfuncte aangeven
- Uitleggen hoe acteve stabiliteit in een gewricht wordt gerealiseerd
- Verschil tussen proprioceptsche en exteroceptsche informate
- Basale anatomische bouw en functe van de spierspoel, de golgi-peessensor, uitleggen
- Modelmatge benadering van acteve stabiliteit, met onderscheid te regelen en geregeld
systeem, kennen.
Stabiliteit en mobiliteit
Tegengestelde grootheden
3 Dimensionaal georiënteerd; veel beweging mogelijk
Bewegingsvrijheid, vrijheidsgraden
2 begrippen die dichtbij elkaar liggen, je hebt van beide nodig om goed te functoneren. Je moet niet
volledig stabiel en volledig mobiel zijn.
Herstel
Gips en tape: passieve stabiliteit
Schoen: acteve stabiliteit
Passieve en acteve stabiliteit
Passief
- Passieve structuren
- Vorm en kwaliteit boten, gewrichten (gewrichtsvorm), kapsels en ligamenten
Actef
- Acteve structuren; spieren
- Spierkracht- en functe
- Sensomotorische integrate; spierstabiliteit is sensomotorisch gestuurd.
Passieve stabiliteit
Bouw en functe
- Ossale en cartlagene structuren (botstructuren en kraakbeenstructuren)
- Capsulaire en ligamentaire structuren (kapsel en ligamenten)
Hebben gezamenlijke consequente
Gewrichten
₋ Artculerende botstukken
o Kraakbenige verbindingen: rib met borstbeen (kleine bewegingsvrijheid; stabiel gw)
o Synoviaal gewricht met kapsel en ligamenten: knie (grote bewegingsvrijheid)
o Verbindingen met veel vezelig kraakbeen: wervels met disci (minder beweeglijkheid)
₋ Gewrichtsvorm
o Divers: kogelgewricht, zadelgewricht, elipsoïd (pols), scharniergewricht
o Zeer kleine cavitas glenoidalis
o Toegevoegd labrum
Functes
Bot en kraakbeen
₋ Stabiliteit en steun
₋ Mobiliteit
o Axiaal [(momentane) bewegingsas(sen)]
, o Mult-axiaal; meerdere bewegingsassen
₋ Opvang buigkrachten en torsiekrachten
₋ Opvang drukkrachten en trekkrachten
₋ Opvang van schuifrachten; knie -> kruisbanden vangen schuivingen op
Kapsel en ligamenten
- Mobiliteit (collaterale banden knie)
- Passieve stabiliteit; stjfheid
- Bewegingssturing; sensoren in ligamenten, voelen hoe beweging verloopt
- Gewrichtssmering; synovia
- Bewegingsinformate; propriocepsis (zit in kapsels en banden; sensorische informate)
Bouw
Ligamenten en kapsel
₋ Direct na collageen synthese – nog instabiel; enkeldistorsie of bij een wond
₋ Vezels in diverse richtngen; vezelverloop door elkaar; mobiel (dia 15)
₋ Zwakke waterstofruggen (na enkeldistorsie, je kunt wat doen met het weefsel)
₋ Moleculaire afraak eenvoudig
₋ Crosslink vorming duurt enkele dagen
₋ Levensduur ligamenten:
o Turn over (halfwaardetjd bindweefsel) = 300 – 500 dagen. Figuur 1 Ligamenten
₋ Na letsel sneller; dan is het weefsel beter te mobiliseren
Ligamenten verzorgen grote stabiliteit, ook beetje mobiliteit (pezen en ligamenten)
Gezamenlijke consequentes
₋ Mobiliteit
₋ Bewegingsvrijheid
₋ Stabiliteit
₋ Steun
Wet van Wollf vorm functe
De vorm vh gewricht/spieren is afankelijk van de functe. Functe afankelijk van de vorm.
Essenteel: bewegen voor opbouw en behoud structuur/stabiliteitH
Acteve stabiliteit
₋ Agonist
₋ Antagonist
₋ Synergist; spieren die de beweging begeleiden
₋ Beweging vindt plaats in bewegingsketens; meerdere spieren bewegen in een bepaald
patroon
₋ Afankelijk van: Co-contracte
Sensorische informate
Classifcate
Proprioceptoren (= propriosensoren)
₋ Informate uit bewegingsapparaat
₋ Evenwichtsorgaan
Exteroceptoren
₋ Informate uit huid
₋ Oog en gehoor Figuur 2 Spierspoel en peessensor
Integrate op diverse niveaus; moeten samenwerken om je precies
te laten zien wat je voelt. Bijv. een ijzeren blok onder een kleed, je voelt met je ogen dicht. Je voelt
dan de vorm, hardheid, temperatuur
- Onderscheid tussen de passieve en acteve componenten van de stabiliteit v.e. gewricht
- Componenten benoemen en de basisfuncte aangeven
- Uitleggen hoe acteve stabiliteit in een gewricht wordt gerealiseerd
- Verschil tussen proprioceptsche en exteroceptsche informate
- Basale anatomische bouw en functe van de spierspoel, de golgi-peessensor, uitleggen
- Modelmatge benadering van acteve stabiliteit, met onderscheid te regelen en geregeld
systeem, kennen.
Stabiliteit en mobiliteit
Tegengestelde grootheden
3 Dimensionaal georiënteerd; veel beweging mogelijk
Bewegingsvrijheid, vrijheidsgraden
2 begrippen die dichtbij elkaar liggen, je hebt van beide nodig om goed te functoneren. Je moet niet
volledig stabiel en volledig mobiel zijn.
Herstel
Gips en tape: passieve stabiliteit
Schoen: acteve stabiliteit
Passieve en acteve stabiliteit
Passief
- Passieve structuren
- Vorm en kwaliteit boten, gewrichten (gewrichtsvorm), kapsels en ligamenten
Actef
- Acteve structuren; spieren
- Spierkracht- en functe
- Sensomotorische integrate; spierstabiliteit is sensomotorisch gestuurd.
Passieve stabiliteit
Bouw en functe
- Ossale en cartlagene structuren (botstructuren en kraakbeenstructuren)
- Capsulaire en ligamentaire structuren (kapsel en ligamenten)
Hebben gezamenlijke consequente
Gewrichten
₋ Artculerende botstukken
o Kraakbenige verbindingen: rib met borstbeen (kleine bewegingsvrijheid; stabiel gw)
o Synoviaal gewricht met kapsel en ligamenten: knie (grote bewegingsvrijheid)
o Verbindingen met veel vezelig kraakbeen: wervels met disci (minder beweeglijkheid)
₋ Gewrichtsvorm
o Divers: kogelgewricht, zadelgewricht, elipsoïd (pols), scharniergewricht
o Zeer kleine cavitas glenoidalis
o Toegevoegd labrum
Functes
Bot en kraakbeen
₋ Stabiliteit en steun
₋ Mobiliteit
o Axiaal [(momentane) bewegingsas(sen)]
, o Mult-axiaal; meerdere bewegingsassen
₋ Opvang buigkrachten en torsiekrachten
₋ Opvang drukkrachten en trekkrachten
₋ Opvang van schuifrachten; knie -> kruisbanden vangen schuivingen op
Kapsel en ligamenten
- Mobiliteit (collaterale banden knie)
- Passieve stabiliteit; stjfheid
- Bewegingssturing; sensoren in ligamenten, voelen hoe beweging verloopt
- Gewrichtssmering; synovia
- Bewegingsinformate; propriocepsis (zit in kapsels en banden; sensorische informate)
Bouw
Ligamenten en kapsel
₋ Direct na collageen synthese – nog instabiel; enkeldistorsie of bij een wond
₋ Vezels in diverse richtngen; vezelverloop door elkaar; mobiel (dia 15)
₋ Zwakke waterstofruggen (na enkeldistorsie, je kunt wat doen met het weefsel)
₋ Moleculaire afraak eenvoudig
₋ Crosslink vorming duurt enkele dagen
₋ Levensduur ligamenten:
o Turn over (halfwaardetjd bindweefsel) = 300 – 500 dagen. Figuur 1 Ligamenten
₋ Na letsel sneller; dan is het weefsel beter te mobiliseren
Ligamenten verzorgen grote stabiliteit, ook beetje mobiliteit (pezen en ligamenten)
Gezamenlijke consequentes
₋ Mobiliteit
₋ Bewegingsvrijheid
₋ Stabiliteit
₋ Steun
Wet van Wollf vorm functe
De vorm vh gewricht/spieren is afankelijk van de functe. Functe afankelijk van de vorm.
Essenteel: bewegen voor opbouw en behoud structuur/stabiliteitH
Acteve stabiliteit
₋ Agonist
₋ Antagonist
₋ Synergist; spieren die de beweging begeleiden
₋ Beweging vindt plaats in bewegingsketens; meerdere spieren bewegen in een bepaald
patroon
₋ Afankelijk van: Co-contracte
Sensorische informate
Classifcate
Proprioceptoren (= propriosensoren)
₋ Informate uit bewegingsapparaat
₋ Evenwichtsorgaan
Exteroceptoren
₋ Informate uit huid
₋ Oog en gehoor Figuur 2 Spierspoel en peessensor
Integrate op diverse niveaus; moeten samenwerken om je precies
te laten zien wat je voelt. Bijv. een ijzeren blok onder een kleed, je voelt met je ogen dicht. Je voelt
dan de vorm, hardheid, temperatuur
