100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting 4de Hoofdstuk Elements of Ecology 9th Edition

Rating
1.0
(1)
Sold
-
Pages
12
Uploaded on
16-03-2018
Written in
2016/2017

Samenvatting van het 4de hoorcollege van 'Ecologie: organismen in hun milieu' en het bijbehorende hoofdstuk in Elements of Ecology 9th Edition, over animal adaptations

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Unknown
Uploaded on
March 16, 2018
Number of pages
12
Written in
2016/2017
Type
Summary

Subjects

Content preview

1




4. Animal Adaptations
Samenvatting


GRENZEN AAN DE GROOTTE VAN ORGANISMEN

Fig. 7.1, 7.2, 7.3 en 7.4

 Elke taxonomische groep van dieren heeft een eigen bepaalde grootteorde, wat een resultaat is
van morfologische en fysiologische beperkingen
- De meeste morfologische en fysiologische eigenschappen veranderen als een functie van de
lichaamsgrootte op een voorspelbare manier: scaling

 De relatie tussen oppervlakte gebied en volume is erg belangrijk. Dit voornamelijk voor het
metabolisme. Het metabolisme (opname voedingstoffen en respiratie) moet materialen en
energie kunnen verplaatsen tussen het interne van het organisme en de externe buitenwereld.

 Een complexer, opgerold of gerimpeld oppervlak gaat het oppervlakte gebied vergroten.

 Complexe systemen om zuurstof doorheen het lichaam te krijgen: hart-bloedvatenstelsel

 Een grot lichaam heeft noodzakelijk complexe veranderingen aan de structuur van het organisme
nodig.

 Bv. walvissen groter dan olifanten -> water draagt gewicht

 Roofdier en prooi: indien de prooi groter wordt, gaat het roofdier nog groter moeten worden
 Dit kan niet blijven duren. Grotere dieren hebben meer energie nodig, wat in stresssituaties
fataal kan zijn
 Beter veel kleinere individuen dan veel grote individuen. De variatie blijft behouden en er is
beter kans op overleven
 Grotere soorten hebben kleinere populaties




DIEREN NEMEN OP VERSCHILLENDE WIJZE ENERGIE EN NUTRIËNTEN OP

Dieren hebben veel vetten en eiwitten, die ze ook gebruiken als bouwstenen. Planten hebben weinig
eiwitten en veel koolhydraten. Planten investeren dan ook veel in hun fotosynthese, waardoor ze een

, 1


overschot aan koolstof hebben. Deze koolstof gebruiken ze voor stikstoffixatie en morfologische
veranderingen om zich te kunnen beschermen tegen vraat (aanmaak stekels, giftige stoffen,…)

Planten bevatten 0.5-1 à 2% stikstof

Mest bevat stikstof, fosfor en kalium  zijn vaak tekort in de bodem

Herbivoren

-
- Herbivoren zijn gecategoriseerd door het type plantmateriaal dat ze eten
- Hun dieet bestaat uit veel koolhydraten, maar weinig eiwitten. Bovendien zitten de meeste
koolhydraten in cellulose, iets wat niet door het organisme kan afgebroken worden. Hierdoor
moeten er gespecialiseerde bacteriën in hun verteringsstelsel zitten. Ze verteren cellulose en
eiwitten, en synthetiseren daarbij vetzuren, aminozuren, eiwitten en vitaminen
- De beste planten voor herbivoren hebben erg veel stikstof in de vorm van eiwitten. Stikstof
zit geconcentreerd in de ‘uiteinden’ van de plant (nieuwe blaadjes, etc)

Carnivoren

- Geen problemen met tekort aan bepaalde nutriënten aangezien hun voedsel uit ongeveer
dezelfde samenstelling bestaat als zijzelf
- Hun grootste probleem is een tekort aan voedsel
- Prooien hebben vaak ook de nutriënten van planten in zich zitten

Omnivoren

- Voedselgedrag variëert naargelang het seizoen, hun leeftijd, hun grootte en hoe hard ze nog
moeten groeien.

Voedselbenodigdheden zijn een selectieve agent voor het proces van natuurlijke selectie

Adaptaties van dieren zijn gericht op het voedingspatroon.

Bv. Leeuwen hoeven minder te eten  prooi bevat elementen in de juiste verhouding
Koeien moeten meer etten, aangezien deze naar verhouding te veel koolstof opneemt.
Methaan wordt gemaakt door de fermentatie van plantenmateriaal. Methaan is ook energie.
Met andere woorden: de koe neemt te veel energie op. Deze overschot wordt gebruikt om
stikstof te extraheren. Dit is echter een lastig proces

Niet elke plant doet aan stikstoffixatie. Bonenplanten leven in symbiose met bacteriën in de wortels 
zetten N2 om naar -NH2. N wordt ook in de bodem opgenomen (NO 3). In zure bodems in de vorm van
NH4+.


Fig 7.5
$3.62
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Document also available in package deal

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
7 year ago

1.0

1 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
1
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
shariaerts Universiteit Hasselt
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
10
Member since
7 year
Number of followers
7
Documents
35
Last sold
8 months ago

2.9

21 reviews

5
1
4
1
3
16
2
1
1
2

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can immediately select a different document that better matches what you need.

Pay how you prefer, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card or EFT and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions