STRALINGSDESKUNDIGHEID
T13 SD Straling
Straling is niet zo zeer gevaarlijk maar eerder schadelijk
Straling = elke overdracht van energie vanuit een bron naar de omgeving zonder dat hiervoor een
medium nodig is
Stralingsbronnen
Toestellen
- Röntgenapparatuur
- Deeltjesversneller o.a.
• Lineaire versneller
• Cyclotron
Radioactieve bronnen
- Ingekapselde bronnen (met metaal ingekapseld)
- Niet ingekapselde bronnen (“open” bronnen)
Ioniserende straling
Je ruikt, proeft, ziet, hoort en voelt het niet.
Gebruik bij medische toepassingen
- Kijken ‘in’ de patiënt
• Radiodiagnostiek
- X-foto
- CT
• Nucleaire Geneeskunde
- Doden van cellen
• Radiotherapie
• Nucleaire Geneeskunde
Soorten straling
UV-c ultraviolet C zo korte golflengte waardoor het
ioniserend gaat worden
,Elektromagnetische straling (toevoegen aan stralen kaart)
• Samenhang tussen golflengte en frequentie
𝑪= 𝛌 ∗𝐟
c = snelheid EM golven lichtsnelheid = 3 * 108 m/s
λ = golflengte (m)
f = frequentie (Hz of s-1)
𝒉∗𝒄
𝑬𝒇𝒐𝒕𝒐𝒏 = 𝒉 ∗ 𝒇 =
𝛌
E = Energie (Joule)
h = constante van Planck = 6,63 * 10-34 J*s
1 eV = 1,6 * 10-19 J
Ioniserende straling = genoeg energie om elektronen uit schil te maken veroorzaakt ionisaties
,Verschil tussen röntgenstraling en gammastraling
Röntgenstraling wek je op d.m.v elektriciteit uit een röntgenbuis
gamma straling wordt op precies dezelfde wijze opgewekt maar dan uit een isotoop
Een formule weer
Opwekking röntgenstraling
1. Elektronen los maken
2. Elektronen versnellen
3. Botsen op anode
4. Bij “afremmen” (<1%): afbuiging -> remstraling
5. Remstraling kan elektronen uit atomen losmaken
6. Terugvallen elektronen -> karakteristieke straling
DAP dose area product
Doses oppervlakte product
- dosis x oppervlakte product (µGy * m2) (is niet altijd meter)
Remstraling (= in röntgenbuis)
• Elektron raakt energie kwijt onder invloed van de kern (positief geladen) van een atoom
• Elektron veranderd van richting
• Hierbij ontstaat remstraling
, Karakteristieke straling (= in atoom)
• K-schil elektronen dicht bij de kern, stevige aantrekkingskracht grote bindingsenergie
• N-schil elektronen verder van de kern, minder sterkte aantrekkingskracht
lagere bindingsenergie
Welke uitspraak over röntgenstraling is juist?
A. Deze straling is per definitie afkomstig uit een röntgenbuis onjuist
B. Deze straling onderscheidt zich van γ-straling door de herkomst van straling juist
C. Deze straling is vrijwel altijd mono-energetisch onjuist
D. Deze straling vermindert na het uitschakelen van de buisspanning geleidelijk in intensiteit
onjuist