6.1 – indeling en vorm van de balans
6.2 – immateriële vaste activa
Immateriële vaste activa zijn activa die niet stoffelijk van aard zijn, deze kan je niet ‘vasthouden’.
Algemene activeringscriteria:
een uit gebeurtenissen in het verleden voortgekomen middel
waarover de onderneming de beschikkingsmacht heeft
waaruit in de toekomst naar verwachting economische voordelen naar de onderneming
zullen vloeien
de kostprijs/waarde van het bedrijfsmiddel kan betrouwbaar worden vastgesteld
Soorten immateriële vaste activa:
kosten van onderzoek en ontwikkeling
kosten van concessies, vergunningen e.d.
kosten van goodwill
overige
Gekochte goodwill: dingen als een goede klantenkring, reputatie etc. Kan niet afzonderlijk gekocht
worden, alleen bij koop van de gehele onderneming.
, Voorbeeld immateriële vaste activa:
Een onderneming heeft in 2017 € 1 mln. besteed aan de ontwikkeling van een nieuw product. De
ontwikkelingsuitgaven worden vanaf 2018 in 5 jaar met gelijke bedragen afgeschreven tot nihil.
2017
0 Immateriële vaste activa (IVA) € 1.000.000
A/1 Liquide middelen € 1.000.000
0 Algemene reserve € 1.000.000
A/0 Wettelijke reserve € 1.000.000
2018 t/m 2022
4 Afschrijvingskosten IVA € 200.000
A/0 IVA € 200.000
0 Wettelijke reserve € 200.000
A/0 Algemene reserve € 200.000
Waarderingsgrondslag
De IASB geeft as waarderingsgrondslag voor immateriële vaste activa twee mogelijkheden:
Historische kosten Reële waarde
= de waarde waarvoor het actief kan worden
verhandeld. Hiervoor moet een actieve markt
bestaan waaruit de reële waarde kan worden
afgeleid.
6.3 – materiële vaste activa
• bedrijfsgebouwen en –terreinen
• machines en installaties
• andere vaste bedrijfsmiddelen
• materiële vaste activa in uitvoering en vooruitbetalingen
• niet aan het productieproces dienstbare materiële vaste activa
Materiële vaste activa kan gehuurd, gekocht of geleased worden.
Bij on-balance is de onderneming zelf eigenaar van het bedrijfsmiddel, dus bij koop en financial
lease. Bij off-balance is de leasemaatschappij/verhuurder eigenaar van het bedrijfsmiddel, dus bij
operational lease en huur. Onderhoudskosten etc. zijn voor de economische eigenaar.
De contractvoorwaarden zijn beslissend voor de classificatie operational lease of financial lease.
Indicaties voor financial lease (RJ)
• Looptijd minimaal 75% van de economische levensduur
• Contante waarde van de leasetermijnen is minimaal 90% van de reële waarde actief
• Einde looptijd overgang juridische eigendom
• Leaseobject is alleen geschikt voor lessee