100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Theorie samenvatting financieel management 2

Rating
3.6
(10)
Sold
56
Pages
28
Uploaded on
08-03-2018
Written in
2017/2018

Theorie van de hoofdstukken 2, 3, 4, 5, 6, 7, 10, 12, 19 en 20 uit het boek Bedrijfseconomie voor het hbo en aantekening uit de les van blok 2 (geen uitleg over formules) Leerstof voor het theorie tentamen van financieel management 2 van SM&O

Show more Read less
Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
H2, h3, h4, h5, h6, h7, h10, h12, h19, h20
Uploaded on
March 8, 2018
File latest updated on
March 11, 2018
Number of pages
28
Written in
2017/2018
Type
Summary

Subjects

Content preview

Hoofdstuk 2 Het ondernemingsplan
2.2
Onderzoeken of je geschikt bent als ondernemer
bepalen wat voor een bedrijf je wilt beginnen
Bepalen welke werkzaamheden er in het bedrijf moeten gebeuren
Bepalen hoe de markt eruitziet
Opstellen van een financieel plan
Beslissen of je gaat starten

2.3
Investeringsplan  debetzijde van de oprichtingsbalans, aanschaffen van productiemiddelen

2.4
Financieringsplan  creditzijde van de oprichtingsbalans, welk bedrag de eigenaar zelf beschikbaar heeft
en hoeveel daar nog bij moet van onderhandse leningen, bij leveranciers of de bank

2.5
Balans – momentopname van de geldzaken van een bedrijf(foto)

Wat heb ik met mijn geld gedaan Hoe kom ik aan mijn geld
Activa Passiva
Debet Credit
Bezitting Schulden
Kapitaal Vermogen
Investering Financiering

Ja op deze twee vragen
1. het is van jou
2. het is van waarden

Vb. Vb.
Inventaris Hypotheek
Kooppand Winstreserve
Voorraad Crediteuren
Debiteuren Aandelenvermogen
Website Lening
Te vorderen BTW Te betalen BTW
Website
Liquide middelen

Balans

,2.6
Durfkapitaal  oplossing voor financieringsproblemen, het is een achtergestelde lening  andere
schuldeisers voorgaan als er rente en aflossingen betaald moeten worden.
Operationele leasing  oplossing voor investeringsplan, het lenen van productiemiddelen, soort huur.

2.7
Prognose  elke startende ondernemer moet een prognose opstellen voor de omzet die hij wil behalen in
het komende jaar. Daartegenover staan bedrijfskosten die hij moet maken om deze omzet te realiseren.
Ondernemingsinkomen  het verschil tussen de omzet en de kosten.
gewaardeerd loon  bedrag dat de ondernemer als werknemer zou verdienen als hij in loondienst zou zijn.

Winst-en-verliesrekening

Omzet
inkoopwaarde verkopen –

Brutowinst
bedrijfskosten –

Nettowinst
Gewaardeerd loon –

Economisch resultaat

Economisch resultaat  bestemd voor het beschikbaar stellen van vermogen en voor het ondernemen

Nettowinst van een eenmanszaak  inkomen waarover je inkomstenbelastin moet betalen (fiscale winst).
Voor de te betalen belasting maakt het niet uit of de winst door de eigenaar wordt opgenomen (privé-
opname) of dat de winst in de zaak blijft. Het moet alleen wel liquide blijven, dus niet vastleggen in vaste
activa, voorraden en debiteuren, anders heb je een probleem met het betalen van de belasting.

2.8
Ontvangsten/opbrengsten  hetzelfde in het geval van contante verkoop. Maar in het geval van verkopen
op rekening in maart komen de ontvangsten misschien in mei binnen. De opbrengst worden dan in
maart geboekt en de ontvangsten in mei.

Kosten/uitgaven  hetzelfde idee als ontvangsten en opbrengsten

2.9
Kosten en opbrengsten beïnvloeden het eigen vermogen. Uitgaven en ontvangsten beïnvloeden de
liquide middelen.

Opbrengsten vergroten het eigen vermogen en kosten verkleinen het eigen vermogen. Het eigen
vermogen meet je aan het begin en eind van een bepaalde periode momentopname (tijdstipgrootheid).
opbrengsten en kosten meet je gedurende een hele periode, stroomgrootheid (film). Foto, film, film,
foto. (Hetzelfde met uitgaven en ontvangsten en liquide middelen)

, Hoofdstuk 3 Ondernemingsvormen
3.1
Een onderneming heeft een eigenaar, dat kan een natuurlijk persoon zijn of een rechtspersoon.
Natuurlijk persoon  aansprakelijk met zijn/haar privévermogen
Rechtspersoon  zelfstanding lichaam met eigen vermogen een eigen rechten en verplichtingen tegenover
derden, is niet hoofdaansprakelijk met privévermogen

3.2
Eenmanszaak  eigenaar is een natuurlijk persoon. Alles ligt in handen van 1 persoon  kwetsbaar.
Oprichten  inschrijving Handelsregister bij Kamer van Koophandel.

3.3
Vennootschap onder firma (VOF)  ontstaat uit een eenmanszaak. 2 of meer eigenaren die onder dezelfde
naam een bedrijf zijn. De vennoten of firmanten blijven hoofdaansprakelijk met hun zakelijk en
privévermogen. Oprichten  taakomschrijving en de handelingsbevoegdheid van elke vennoot
afgesproken zijn. Als een vennoot handelingen verricht die buiten zijn bevoegdheden valt is hij
hoofdaansprakelijk. Advies  opstellen van een oprichtingsakte. Ook in schrijven in het Handelsregister 
VOF in de naam van de onderneming

3.4
Bij VOF krijgen de vennoten een gewaardeerd loon toegerekend. Als de nettowinst ervan af wordt
gehaald krijg je het economisch resultaat, de afspraken over het economisch resultaat staat in de
oprichtingsakte. Het inkomen van de firmanten bestaat uit het gewaardeerd loon en hun aandeel in het
economisch resultaat.

3.5
Commanditaire vennootschap (CV)  bestaat uit beherende vennoten en stille vennoot.
Beherende vennoot  heeft zeggenschap
Stille vennoot  heeft geen zeggenschap  geldschieter. Beloning  rentevergoeding over het vermogen dat
hij de vennootschap inbrengt en soms klein deel van de winst. Is dus niet aansprakelijk met
privévermogen.
Risicodragende vermogen van een CV  totale privévermogen beherende vennoten en vermogen stille
vennoot.
Inschrijven  Handelsregister als CV

3.6
Besloten Vennootschap (BV)  onpersoonlijke ondernemingsvorm, dus niet hoofdaansprakelijk voor de
eventuele schulden. Bezit rechtspersoonlijkheid en een maatschappelijk vermogen heeft dat in aandelen
is verdeeld. Aandeelhouders van een BV zijn aansprakelijk voor hun inbreng.

Als er bij een VOF of CV een vennoot wegvalt, kan dat voor de continuïteit veel problemen opleveren. Bij
een BV hoeven de eigenaren en de bestuurders niet dezelfde persoon te zijn. Dus als er een
aandeelhouder wegvalt, hoeft dit geen gevolgen te hebben.
$5.38
Get access to the full document:
Purchased by 56 students

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Reviews from verified buyers

Showing 7 of 10 reviews
1 year ago

3 year ago

5 year ago

5 year ago

5 year ago

5 year ago

6 year ago

3.6

10 reviews

5
2
4
5
3
1
2
1
1
1
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
bregjesinnema Hogeschool van Amsterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
58
Member since
7 year
Number of followers
56
Documents
0
Last sold
1 year ago

3.6

10 reviews

5
2
4
5
3
1
2
1
1
1

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions