lOMoARcPSD|32872633
1
Inleiding:
Een retailer is:
Een distribuant die producten, meestal in klein verpakking, leveren aan finale afnemers ( =
eindgebruikers en –verbruikers).
Ze vormen de laatste schakel in het
distributiekanaal, en leveren voornamelijk
via winkels aan consumenten.
Bedrijfskolom:
een reeks van opeenvolgende bedrijven, die alle in hun eigen functie & positie deelnemen in
de voortbrenging van een bepaald product, gerekend van oerproducent tot finale afnemer.
Mogelijke bewegingen in de bedrijfskolom.:
Integratie
o een bedrijf neemt de taak van een voorgaande of volgende schakel in de kolom over.
Voorwaartse Integratie:
een bedrijf breidt zijn activiteiten uit in de richting van de eindgebruiker van zijn
producten of diensten. In de context van de retailmarkt kan dit betekenen dat een
retailer stappen onderneemt om dichter bij de consument te komen.
Bv: Eigen merkproducten: Een cosmeticawinkelketen begint zijn eigen lijn van
schoonheidsproducten te produceren en te verkopen naast het aanbieden
van producten van derden.
Achterwaartse Integratie:
een bedrijf breidt zijn activiteiten uit in de richting van zijn toeleveringsketen,
waarbij het controle en eigendom verwerft over leveranciers of productiebronnen.
Bv: Landbouwcoöperatie: Een voedingsmiddelenketen investeert in
landbouwgrond en start zijn eigen landbouwcoöperatie om de aanvoer van
verse producten te verzekeren.
Differentiatie
, lOMoARcPSD|32872633
2
o Meer tussenpersonen inschakelen.
o Differentiatie = anders willen zijn, verschil maken met concurrenten
Amazon Books Store
Parallellisatie
o een bedrijf kan ervoor kiezen aanverwante activiteiten (productieprocessen of
assortimenten) aan te trekken en zich zodoende breder op te stellen.
Lidl verkoopt kledij
Specialisatie
o In tegenstelling tot verbreding kan ook tot versmalling overgegaan worden.
o In die gevallen beperkt een bedrijf zich in zijn activiteiten
Massimo Dutti stopt met kindercollectie
Winkel:
Thuislevering
o Koerier, post, eigen bedrijf, …
Afhaalpunt
o In de winkel
o Buiten de winkel
o Tankstations, bpost lockers
Drive-in
Automaten
…
, lOMoARcPSD|32872633
3
Hoofdstuk 1: Distributiefuncties,
kanalen en tussenpersonen
1.1 Distributiefuncties van retail: generieke en secundaire
Distributiekanalen in marketingperspectief.
De marketingmix:
- Product
- Prijs
- Communicatie
- Plaats = distributie
= het ter beschikking stellen van G&D
= het dichten van kloven tussen producenten en afnemers, de retailer helpt om de
afstand tussen producenten en consumenten te overbruggen
De rol van distributie en retail?
- Generieke functies vervullen
- Extra functies: bedoeling?
De distribuant vervult 4 generieke functies = voordelen voor consument qua:
- Afstand
- Wachttijden
- Hoeveelheid/kwantiteit
- Keuze
Dit zijn functies die je moet vervullen als retailer, ze zijn verplicht anders heeft het geen nut.
1. Locatie
De fysieke afstand (geografisch)
- Kloof tussen plaats van voortbrengst ↔ plaats van afnemer
- Via marktdecentralisatie
= decentraliseren van je product over een geografisch gebied
=Als andere aspecten (prijs, kwaliteit, …) dezelfde blijven dan geven de afnemers
voorkeur aan marktdecentralisatie.
- Overbrugging geografische afstand tussen producent en afnemers
- Retailer zoekt de consument op (ipv omgekeerd)
- Vestigingen op verschillende locaties = belangrijk voor consument
- Bepaling aantal vestigingen
, lOMoARcPSD|32872633
4
2. Wachttijd
Het gewenst moment van consumptie
- Kloof tussen moment van productie ↔ moment van afname
- Wachttijdverkorting
- Stock en openingsuren van distribuant
- Consumenten willen alles zo snel mogelijk ontvangen
Doel distribuat = wachttijd zo kort mogelijk maken voor consument
- Neen-verkopen vermijden (Een verkoop die niet doorgaat omdat er geen stock is)
- Voldoende stock
- Late openingsuren
- Snelle levering en verdeling
- Kassasystemen (selfscan, slangsysteem, zonder betaling,…)
3. Hoeveelheid
De gewenste kwantiteit
- Kloof tussen voortgebrachte hoeveelheid ↔ typisch gewenste afname
- Gepaste hoeveelheid of minimaal-gekochte-hoeveelheid
- Afnemer kan kleine hoeveelheid kopen
4. Keuzemogelijkheid
De keuzemogelijkheid tussen substituten of complementaire goederen
- Kloof tussen aangeboden assortiment ↔ het assortiment waarbinnen de
afnemer graag kiest
- Variëteit
- Kiezen tussen min of meer dichte substituten
- Specialisatie van de retailer hiermee benadrukken
Bv. Delhaize: Delhaize wil een kwaliteitsvolle retailer zijn, moet passen bij
Strategie
- Assortimentsbepalingen
• Assortiment = de totaliteit van producten die door een onderneming of
organisatie voor verkoop worden aangeboden
• Kan verschillende productgroepen (product lines) omvatten: bv. Voedingswaren
(food), schoonmaakmiddelen (non food), textielwaren (non food),…
1
Inleiding:
Een retailer is:
Een distribuant die producten, meestal in klein verpakking, leveren aan finale afnemers ( =
eindgebruikers en –verbruikers).
Ze vormen de laatste schakel in het
distributiekanaal, en leveren voornamelijk
via winkels aan consumenten.
Bedrijfskolom:
een reeks van opeenvolgende bedrijven, die alle in hun eigen functie & positie deelnemen in
de voortbrenging van een bepaald product, gerekend van oerproducent tot finale afnemer.
Mogelijke bewegingen in de bedrijfskolom.:
Integratie
o een bedrijf neemt de taak van een voorgaande of volgende schakel in de kolom over.
Voorwaartse Integratie:
een bedrijf breidt zijn activiteiten uit in de richting van de eindgebruiker van zijn
producten of diensten. In de context van de retailmarkt kan dit betekenen dat een
retailer stappen onderneemt om dichter bij de consument te komen.
Bv: Eigen merkproducten: Een cosmeticawinkelketen begint zijn eigen lijn van
schoonheidsproducten te produceren en te verkopen naast het aanbieden
van producten van derden.
Achterwaartse Integratie:
een bedrijf breidt zijn activiteiten uit in de richting van zijn toeleveringsketen,
waarbij het controle en eigendom verwerft over leveranciers of productiebronnen.
Bv: Landbouwcoöperatie: Een voedingsmiddelenketen investeert in
landbouwgrond en start zijn eigen landbouwcoöperatie om de aanvoer van
verse producten te verzekeren.
Differentiatie
, lOMoARcPSD|32872633
2
o Meer tussenpersonen inschakelen.
o Differentiatie = anders willen zijn, verschil maken met concurrenten
Amazon Books Store
Parallellisatie
o een bedrijf kan ervoor kiezen aanverwante activiteiten (productieprocessen of
assortimenten) aan te trekken en zich zodoende breder op te stellen.
Lidl verkoopt kledij
Specialisatie
o In tegenstelling tot verbreding kan ook tot versmalling overgegaan worden.
o In die gevallen beperkt een bedrijf zich in zijn activiteiten
Massimo Dutti stopt met kindercollectie
Winkel:
Thuislevering
o Koerier, post, eigen bedrijf, …
Afhaalpunt
o In de winkel
o Buiten de winkel
o Tankstations, bpost lockers
Drive-in
Automaten
…
, lOMoARcPSD|32872633
3
Hoofdstuk 1: Distributiefuncties,
kanalen en tussenpersonen
1.1 Distributiefuncties van retail: generieke en secundaire
Distributiekanalen in marketingperspectief.
De marketingmix:
- Product
- Prijs
- Communicatie
- Plaats = distributie
= het ter beschikking stellen van G&D
= het dichten van kloven tussen producenten en afnemers, de retailer helpt om de
afstand tussen producenten en consumenten te overbruggen
De rol van distributie en retail?
- Generieke functies vervullen
- Extra functies: bedoeling?
De distribuant vervult 4 generieke functies = voordelen voor consument qua:
- Afstand
- Wachttijden
- Hoeveelheid/kwantiteit
- Keuze
Dit zijn functies die je moet vervullen als retailer, ze zijn verplicht anders heeft het geen nut.
1. Locatie
De fysieke afstand (geografisch)
- Kloof tussen plaats van voortbrengst ↔ plaats van afnemer
- Via marktdecentralisatie
= decentraliseren van je product over een geografisch gebied
=Als andere aspecten (prijs, kwaliteit, …) dezelfde blijven dan geven de afnemers
voorkeur aan marktdecentralisatie.
- Overbrugging geografische afstand tussen producent en afnemers
- Retailer zoekt de consument op (ipv omgekeerd)
- Vestigingen op verschillende locaties = belangrijk voor consument
- Bepaling aantal vestigingen
, lOMoARcPSD|32872633
4
2. Wachttijd
Het gewenst moment van consumptie
- Kloof tussen moment van productie ↔ moment van afname
- Wachttijdverkorting
- Stock en openingsuren van distribuant
- Consumenten willen alles zo snel mogelijk ontvangen
Doel distribuat = wachttijd zo kort mogelijk maken voor consument
- Neen-verkopen vermijden (Een verkoop die niet doorgaat omdat er geen stock is)
- Voldoende stock
- Late openingsuren
- Snelle levering en verdeling
- Kassasystemen (selfscan, slangsysteem, zonder betaling,…)
3. Hoeveelheid
De gewenste kwantiteit
- Kloof tussen voortgebrachte hoeveelheid ↔ typisch gewenste afname
- Gepaste hoeveelheid of minimaal-gekochte-hoeveelheid
- Afnemer kan kleine hoeveelheid kopen
4. Keuzemogelijkheid
De keuzemogelijkheid tussen substituten of complementaire goederen
- Kloof tussen aangeboden assortiment ↔ het assortiment waarbinnen de
afnemer graag kiest
- Variëteit
- Kiezen tussen min of meer dichte substituten
- Specialisatie van de retailer hiermee benadrukken
Bv. Delhaize: Delhaize wil een kwaliteitsvolle retailer zijn, moet passen bij
Strategie
- Assortimentsbepalingen
• Assortiment = de totaliteit van producten die door een onderneming of
organisatie voor verkoop worden aangeboden
• Kan verschillende productgroepen (product lines) omvatten: bv. Voedingswaren
(food), schoonmaakmiddelen (non food), textielwaren (non food),…