Boek: geschiedenis & samenleving
Hoofdstuk 3
Tijd van monniken en ridders 500-1000
Kenmerkende aspecten
- De verspreiding van het Christendom tot in de Lage Landen
- Hofstelsel en horigheid
Canonvensters
- Willibrord verbreding van het Christendom
- Karel de Grote keizer van het Avondland
3.1
Romeinse rijk niet meer bestand tegen de komst van grote stammen. Eerst over de limes om
te plunderen. Later ook om zich in het Romeinse gebied te plunderen.
Volksverhuizingen hele volkeren verhuizen.
Germaanse stammen verhuizen in Europa van oost naar west en van noord naar zuid.
Angelen en Saksen naar Engeland (angelsaksisch), andere Saksen in Duitsland
(Niedersachsen), Franken zuidelijke Lage Landen en Frankrijk.
Resultaat volksverhuizingen langs de kust wonen Friezen, in het Oosten de Saksen en in het
Zuiden de Franken.
Franken bouwen een groot rijk op, aan het hoofd staat een koning (is ook legeraanvoerder),
rijk is eigendom van de vors, overgedragen aan erfgenamen.
Frankische koning Merovingische koning Clovis (500), laat zich tot Christen dopen.
Merovingische tijd bloei en rijkdom dankzij de handel.
Merovingische jaren 400-700 gouden middeleeuwen.
Merovingische koning word bijgestaan door een hofmeier, is verantwoordelijk voor de
koninklijke hofhouding. In 751 zet hofmeier Pepijn de Merovingische koning af: de
Merovingers worden als koningen afgelost door de Karolingers belangrijkste is Karel de
Grote (800).
Karel de Grote rijk uitbreiden, 30 jaar oorlog om de Saksers te onderwerpen en veroverde
het noordelijke deel van Italië en Spanje. Leger zijn ruiters, moeilijk te verslaan. Uitbreiden
rijk en bekeren van heidense stammen. Karel wordt oor de paus tot keizer (imperator
Romanum) gekroond. Hij wordt keizer van het Avondland = West-Europa. Het hof (familie en
dienaren) reist van palts naar palts (paleis). Inkomsten hof bestaan uit opbrengsten van de
koninklijke landgoederen, grondbelasting, markt- en tolgelden en oorlogsbuit.
Karel zorgt voor schriftelijke wetten en voor een goede organisatie van het rijk door het in te
delen in gouwen, graafschappen en hertogdommen.
Graaf, hertog of bisschop besturen gebied zorgen voor orde, rechtspraak,
belastingheffing en verdediging met leger van ruiters (ridders) en voetknechten.
Graaf krijgt het gebied in leen (feodum) van de leenheer feodaal stelsel of leenstelsel.
Degene die het gebied in leen krijgt is de leenman of vazal. Leen is niet-erfelijk. Zendgraven
controleren het werk. Die bestuurders gaan de aristocratie in het Frankische rijk vormen.
Karel bevordert de ontwikkeling van kunsten en wetenschappen aan zijn hof verblijven
belangrijke intellectuelen belangstelling cultuur: Karolingische Renaissance.
Aken is de favoriete palts van de keizer in 814 sterft Karel hier, begraven in paltskerk in
Aken.
Over Karels leven weten we veel door de biografie die Einhard van hem schreef Vita Karoli
Magni.
Hoofdstuk 3
Tijd van monniken en ridders 500-1000
Kenmerkende aspecten
- De verspreiding van het Christendom tot in de Lage Landen
- Hofstelsel en horigheid
Canonvensters
- Willibrord verbreding van het Christendom
- Karel de Grote keizer van het Avondland
3.1
Romeinse rijk niet meer bestand tegen de komst van grote stammen. Eerst over de limes om
te plunderen. Later ook om zich in het Romeinse gebied te plunderen.
Volksverhuizingen hele volkeren verhuizen.
Germaanse stammen verhuizen in Europa van oost naar west en van noord naar zuid.
Angelen en Saksen naar Engeland (angelsaksisch), andere Saksen in Duitsland
(Niedersachsen), Franken zuidelijke Lage Landen en Frankrijk.
Resultaat volksverhuizingen langs de kust wonen Friezen, in het Oosten de Saksen en in het
Zuiden de Franken.
Franken bouwen een groot rijk op, aan het hoofd staat een koning (is ook legeraanvoerder),
rijk is eigendom van de vors, overgedragen aan erfgenamen.
Frankische koning Merovingische koning Clovis (500), laat zich tot Christen dopen.
Merovingische tijd bloei en rijkdom dankzij de handel.
Merovingische jaren 400-700 gouden middeleeuwen.
Merovingische koning word bijgestaan door een hofmeier, is verantwoordelijk voor de
koninklijke hofhouding. In 751 zet hofmeier Pepijn de Merovingische koning af: de
Merovingers worden als koningen afgelost door de Karolingers belangrijkste is Karel de
Grote (800).
Karel de Grote rijk uitbreiden, 30 jaar oorlog om de Saksers te onderwerpen en veroverde
het noordelijke deel van Italië en Spanje. Leger zijn ruiters, moeilijk te verslaan. Uitbreiden
rijk en bekeren van heidense stammen. Karel wordt oor de paus tot keizer (imperator
Romanum) gekroond. Hij wordt keizer van het Avondland = West-Europa. Het hof (familie en
dienaren) reist van palts naar palts (paleis). Inkomsten hof bestaan uit opbrengsten van de
koninklijke landgoederen, grondbelasting, markt- en tolgelden en oorlogsbuit.
Karel zorgt voor schriftelijke wetten en voor een goede organisatie van het rijk door het in te
delen in gouwen, graafschappen en hertogdommen.
Graaf, hertog of bisschop besturen gebied zorgen voor orde, rechtspraak,
belastingheffing en verdediging met leger van ruiters (ridders) en voetknechten.
Graaf krijgt het gebied in leen (feodum) van de leenheer feodaal stelsel of leenstelsel.
Degene die het gebied in leen krijgt is de leenman of vazal. Leen is niet-erfelijk. Zendgraven
controleren het werk. Die bestuurders gaan de aristocratie in het Frankische rijk vormen.
Karel bevordert de ontwikkeling van kunsten en wetenschappen aan zijn hof verblijven
belangrijke intellectuelen belangstelling cultuur: Karolingische Renaissance.
Aken is de favoriete palts van de keizer in 814 sterft Karel hier, begraven in paltskerk in
Aken.
Over Karels leven weten we veel door de biografie die Einhard van hem schreef Vita Karoli
Magni.