Samenvatting middeleeuwen
Hoofdstuk 7
Romeinse rijk
+/- 250
Interne onrust en aanvallen van buitenaf
Burgeroorlogen
Barbaarse groepen die binnenvielen
Gevolgen
De economie en landbouw zakte in
Door inflatie werd geld nutteloos
Corruptie bij officieren en generaals
Verschil in geloof
Begin 4e eeuw Diocletanius, hervormer
Keizertitel werd dominus ipv primus inter pares
Het rijk werd in 4 gedeeld (Tetrarchie), er kwamen 2 Augstussen en 2
Caesars
Hij verdeelde het rijk in diocesen en provincies
Ipv geld kon je belasting ook betalen met goederen
Constantijn
Schafte de 4delig af
Vertrok uit Rome en stichtte Constantinopel
Hij maakte beroepen die met voedsel te maken hadden erfelijk
Tolerantie voor het Christendom
De maatregelen loste echter niet alle economische problemen op. Veel stukken
land werden onbewoond en werden opgeëist door landheren en die huurde weer
vrije boeren in om hun land te bewerken in ruil voor bescherming.
Acceptatie Christendom
Diocletianus vervolgde Christenen. Constantijn riep daarin tegen tolerantie uit
voor het Christendom in het Edict van Milaan 313;
De geestelijken hoefden geen belasting te betalen
Keren mochten gebouwd worden
Rome kwam in handen van het Christelijke geloof
In ruil voor deze verdiensten moest de kerk hem helpen bij het behouden van
dorde in zijn rijk
Er kwamen verschillende stromingen in het Christendom;
Arianisme; geloofden dat jezus minder was dan god
Nestorianisme ; gaven aan dat jezus 2 verschillende personen was
namelijk de man Jezus en de Heilige Zoon van god.
Pelagianisme; de gehele mensheid was niet zondig, je begon als een leeg
blad. Je kan kiezen tussen het goede en het kwaad zonder dat je daardoor
een goddelijke interventie voor nodig hebt.
,In het concilie van Nicea 325 kwam er een verbod op het Arianisme en werd er
besloten dat Jezus van dezelfde substantie als god is en dus gelijk is aan god.
Ook werd er een paasdatum ingesteld.
In het concilie van Constantinopel in 381 is besloten dat het Arianisme verboden
wordt en dat Christus uit de vader geboren is voor alle tijd.
In het Concilie van Ephese 431 werd het Nestorianisme en het Pelagianisme
verboden en werd bepaald dat maagd Maria benoemd is tot ‘moeder van God’.
Theodosius maakte van het christendom de staatsgodsdienst en zag hun het
recht om zichzelf te besturen. Hierdoor groeide de onafhankelijke macht van de
christelijke kerk. Hij zag Barbaren als foedeorati, hij accepteerde Germaanse
stammen binnen de grenzen.
De kerk
De kerk begon structuur te krijgen. Bisschoppen kwamen vaak uit rijke families
en hadden naast geestelijke macht ook politieke macht. 5 bisschoppen ; Rome,
Antiochië, Alexandrië, Jeruzalem en Constantinopel verder verheven naar de titel
patriarch. Hiervan was Rome toch het belangrijkst;
Rome was de enige patriarch in het West-Romeinse Rijk.
De bisschop van Rome vond dat hij belangrijker was.
Rome had een belangrijke religieuze plek doordat Petrus daar de eerste
bisschop was
In Rome werd de basis gelegd voor de religieuze macht van het kerkelijke
instituut
Monniken leven
Sommige Christenen gingen zich afscheiden van de mensheid;
- Het christelijke moraal verwaterde in steden
- Door vervolgingen moesten ze vluchten naar de woestijn
In de 3e eeuw begon het met Antonius met een kleine groep die gingen wonen in
grotten in de woestijn. Hier probeerden ze door te bidden zich volledig toe te
wijden aan Christus. Daarna kwam Pachomius, toen hij zag dat er veel mensen in
de grotten gingen leven vertrok hij naar een gebouw waar hij een gemeenschap
stichtte, een afgesloten samenleving. Dit was het eerste kloosterleven.
Pachomius werd de abt/de vader. Daarna kwam Basilius van Caesarea, hij reisde
verschillende kloosters men te leren hoe je in een klooster moet leven. Als laatste
was er Benedictus van Nursia. Zijn trigger was om de regel van Benedictus
(reguliere geestelijkheid) te schrijven waarbij de dag werd verdeeld in 3 dagdelen
van 8 uur die bestond uitbidden, slapen en werken.
De kerken die niet werden afgezonderd werden de seculieren kerk genoemd.
Hoe kon de regel van Benedictus zoveel invloed en succes krijgen?
Nu konden monniken 8 uur per dag studeren waardoor verschillende
talenten ontwikkeld werden
Ook vrouwen, nonnen, waren welkom in kloosters.
Door het kappen van bos, droogleggen van moerassen en het
experimenteren in de landbouw hadden ze een grote invloed in de
ontwikkeling van de landbouw in Europa.
Ze stichtte scholen die jonge mensen gingen onderwijzen
Gender
, Jezus beschouwde vrouwen als de gelijke van mannen. Desondanks kwamen
er in de eerste eeuw beperkingen voor vrouwen. Ze mochten niet meer
preken en werden afgezet van belangrijke functies.
Augustines van Hippo
Hij was een invloedrijke kerkvader. Hij had veel contact met de bisschop van
Milaan en bezat verschillende onderwijsposities in Rome en Milaan. Hij vertrok
naar Afrika en werd bisschop van Hippo, hierschreef hij 93 boeken en brieven
over zijn ideeën over de kerk. Zijn boek The Confessions was een van de
meest invloedrijken boeken in Europa;
- Conflict tussen geloof en materieel bezit
- Zoektocht naar de oorsprong van het kwaad
- De kerk was nodig de mens op het rechte pad te houden
- 2 soorten mensen, een soort dat het leven leidt van lusten en een die het
leven leid van geest.
Barbaren
Voor de Romeinen waren het de mensen die boven de Noord-grens leefden. De
barbaren waren verschillende volkeren die overeenkomsten hadden op politiek en
economisch vlak. De grootste volken waren de Kelten en de Germanen. De
Germanen werden onderverdeeld in de Ostrogoten, Visigoten, Bourgondiërs en
Franken.
Germanen
Binnen de steden waren er sociale verschillen, de hoeveelheid runderen bepaalde
de status. Vriendschap en familieschap werd bezegeld met het inlossen van
schulden. De man was de baas over de vrouw, kinderen en slaven. Het hebben
van meerdere vrouwen was toegestaan. De persoon die vaak de sterkste en
dapperste was in de oorlog werd de leider van de stam.
Er waren geen geschreven maar mondelinge wetten. Bij lichamelijk schade was
er sprake van ‘weergeld’. De hoogte van dit bedrag werd bepaald aan de mate
van schade en de sociale status van de persoon. Toen de stammen werden
geromantiseerd of bekeerd tot het Christendom werden de wetten
samengesmolten zodat er uiteindelijk een heel nieuw systeem ontstond.
Ze mensen geloofden in polytheïstische natuurgoden. Geloof werd geleid door
priesters en werd mondeling van generatie op generatie doorgegeven. Toen de
Romeinen kwamen smolten de godsdiensten samen. Ze bleven de natuurgoden
aanbidden maar vierden wel kerstmis.
Migratie, volksverhuizingen
100 v.C. trokken er stammen het Romeinse Rijk binnen. De Romeinen wouden dit
niet en gingen de grenzen strengen bewaken. De volken trokken hierheen
doordat ze een warmer klimaat wouden, opzoek waren naar voedsel, er oorlog
was binnen de stammen en omdat ze doorgestuurd werden door andere hunnen.
Sommige kwamen binnen en vermengden zich met de Romeinen en kwamen
steeds hoger in de sociale verhoudingen.
Kelten
De kelken vroegen de Saken en Gemaanse volken om hulp. Deze volken kwamen
naar Groot-Brittanië en veroverden het. Dit was het begin van de Angelsaksische
periode 500-1066 n.C. een deel van de Ketische cultuur kwam in het Romeinse
rijk maar vervaagde. Het bleef alleen nog maar bestaan in Ierland.
Goten
Hoofdstuk 7
Romeinse rijk
+/- 250
Interne onrust en aanvallen van buitenaf
Burgeroorlogen
Barbaarse groepen die binnenvielen
Gevolgen
De economie en landbouw zakte in
Door inflatie werd geld nutteloos
Corruptie bij officieren en generaals
Verschil in geloof
Begin 4e eeuw Diocletanius, hervormer
Keizertitel werd dominus ipv primus inter pares
Het rijk werd in 4 gedeeld (Tetrarchie), er kwamen 2 Augstussen en 2
Caesars
Hij verdeelde het rijk in diocesen en provincies
Ipv geld kon je belasting ook betalen met goederen
Constantijn
Schafte de 4delig af
Vertrok uit Rome en stichtte Constantinopel
Hij maakte beroepen die met voedsel te maken hadden erfelijk
Tolerantie voor het Christendom
De maatregelen loste echter niet alle economische problemen op. Veel stukken
land werden onbewoond en werden opgeëist door landheren en die huurde weer
vrije boeren in om hun land te bewerken in ruil voor bescherming.
Acceptatie Christendom
Diocletianus vervolgde Christenen. Constantijn riep daarin tegen tolerantie uit
voor het Christendom in het Edict van Milaan 313;
De geestelijken hoefden geen belasting te betalen
Keren mochten gebouwd worden
Rome kwam in handen van het Christelijke geloof
In ruil voor deze verdiensten moest de kerk hem helpen bij het behouden van
dorde in zijn rijk
Er kwamen verschillende stromingen in het Christendom;
Arianisme; geloofden dat jezus minder was dan god
Nestorianisme ; gaven aan dat jezus 2 verschillende personen was
namelijk de man Jezus en de Heilige Zoon van god.
Pelagianisme; de gehele mensheid was niet zondig, je begon als een leeg
blad. Je kan kiezen tussen het goede en het kwaad zonder dat je daardoor
een goddelijke interventie voor nodig hebt.
,In het concilie van Nicea 325 kwam er een verbod op het Arianisme en werd er
besloten dat Jezus van dezelfde substantie als god is en dus gelijk is aan god.
Ook werd er een paasdatum ingesteld.
In het concilie van Constantinopel in 381 is besloten dat het Arianisme verboden
wordt en dat Christus uit de vader geboren is voor alle tijd.
In het Concilie van Ephese 431 werd het Nestorianisme en het Pelagianisme
verboden en werd bepaald dat maagd Maria benoemd is tot ‘moeder van God’.
Theodosius maakte van het christendom de staatsgodsdienst en zag hun het
recht om zichzelf te besturen. Hierdoor groeide de onafhankelijke macht van de
christelijke kerk. Hij zag Barbaren als foedeorati, hij accepteerde Germaanse
stammen binnen de grenzen.
De kerk
De kerk begon structuur te krijgen. Bisschoppen kwamen vaak uit rijke families
en hadden naast geestelijke macht ook politieke macht. 5 bisschoppen ; Rome,
Antiochië, Alexandrië, Jeruzalem en Constantinopel verder verheven naar de titel
patriarch. Hiervan was Rome toch het belangrijkst;
Rome was de enige patriarch in het West-Romeinse Rijk.
De bisschop van Rome vond dat hij belangrijker was.
Rome had een belangrijke religieuze plek doordat Petrus daar de eerste
bisschop was
In Rome werd de basis gelegd voor de religieuze macht van het kerkelijke
instituut
Monniken leven
Sommige Christenen gingen zich afscheiden van de mensheid;
- Het christelijke moraal verwaterde in steden
- Door vervolgingen moesten ze vluchten naar de woestijn
In de 3e eeuw begon het met Antonius met een kleine groep die gingen wonen in
grotten in de woestijn. Hier probeerden ze door te bidden zich volledig toe te
wijden aan Christus. Daarna kwam Pachomius, toen hij zag dat er veel mensen in
de grotten gingen leven vertrok hij naar een gebouw waar hij een gemeenschap
stichtte, een afgesloten samenleving. Dit was het eerste kloosterleven.
Pachomius werd de abt/de vader. Daarna kwam Basilius van Caesarea, hij reisde
verschillende kloosters men te leren hoe je in een klooster moet leven. Als laatste
was er Benedictus van Nursia. Zijn trigger was om de regel van Benedictus
(reguliere geestelijkheid) te schrijven waarbij de dag werd verdeeld in 3 dagdelen
van 8 uur die bestond uitbidden, slapen en werken.
De kerken die niet werden afgezonderd werden de seculieren kerk genoemd.
Hoe kon de regel van Benedictus zoveel invloed en succes krijgen?
Nu konden monniken 8 uur per dag studeren waardoor verschillende
talenten ontwikkeld werden
Ook vrouwen, nonnen, waren welkom in kloosters.
Door het kappen van bos, droogleggen van moerassen en het
experimenteren in de landbouw hadden ze een grote invloed in de
ontwikkeling van de landbouw in Europa.
Ze stichtte scholen die jonge mensen gingen onderwijzen
Gender
, Jezus beschouwde vrouwen als de gelijke van mannen. Desondanks kwamen
er in de eerste eeuw beperkingen voor vrouwen. Ze mochten niet meer
preken en werden afgezet van belangrijke functies.
Augustines van Hippo
Hij was een invloedrijke kerkvader. Hij had veel contact met de bisschop van
Milaan en bezat verschillende onderwijsposities in Rome en Milaan. Hij vertrok
naar Afrika en werd bisschop van Hippo, hierschreef hij 93 boeken en brieven
over zijn ideeën over de kerk. Zijn boek The Confessions was een van de
meest invloedrijken boeken in Europa;
- Conflict tussen geloof en materieel bezit
- Zoektocht naar de oorsprong van het kwaad
- De kerk was nodig de mens op het rechte pad te houden
- 2 soorten mensen, een soort dat het leven leidt van lusten en een die het
leven leid van geest.
Barbaren
Voor de Romeinen waren het de mensen die boven de Noord-grens leefden. De
barbaren waren verschillende volkeren die overeenkomsten hadden op politiek en
economisch vlak. De grootste volken waren de Kelten en de Germanen. De
Germanen werden onderverdeeld in de Ostrogoten, Visigoten, Bourgondiërs en
Franken.
Germanen
Binnen de steden waren er sociale verschillen, de hoeveelheid runderen bepaalde
de status. Vriendschap en familieschap werd bezegeld met het inlossen van
schulden. De man was de baas over de vrouw, kinderen en slaven. Het hebben
van meerdere vrouwen was toegestaan. De persoon die vaak de sterkste en
dapperste was in de oorlog werd de leider van de stam.
Er waren geen geschreven maar mondelinge wetten. Bij lichamelijk schade was
er sprake van ‘weergeld’. De hoogte van dit bedrag werd bepaald aan de mate
van schade en de sociale status van de persoon. Toen de stammen werden
geromantiseerd of bekeerd tot het Christendom werden de wetten
samengesmolten zodat er uiteindelijk een heel nieuw systeem ontstond.
Ze mensen geloofden in polytheïstische natuurgoden. Geloof werd geleid door
priesters en werd mondeling van generatie op generatie doorgegeven. Toen de
Romeinen kwamen smolten de godsdiensten samen. Ze bleven de natuurgoden
aanbidden maar vierden wel kerstmis.
Migratie, volksverhuizingen
100 v.C. trokken er stammen het Romeinse Rijk binnen. De Romeinen wouden dit
niet en gingen de grenzen strengen bewaken. De volken trokken hierheen
doordat ze een warmer klimaat wouden, opzoek waren naar voedsel, er oorlog
was binnen de stammen en omdat ze doorgestuurd werden door andere hunnen.
Sommige kwamen binnen en vermengden zich met de Romeinen en kwamen
steeds hoger in de sociale verhoudingen.
Kelten
De kelken vroegen de Saken en Gemaanse volken om hulp. Deze volken kwamen
naar Groot-Brittanië en veroverden het. Dit was het begin van de Angelsaksische
periode 500-1066 n.C. een deel van de Ketische cultuur kwam in het Romeinse
rijk maar vervaagde. Het bleef alleen nog maar bestaan in Ierland.
Goten
