Samenvatting lessen persoonlijkheidspsychologie
H1: Zelfbeeld en zelfwaardering
- Inzicht in je persoonlijk functioneren
- Verband met professioneel functioneren
- Sociale sector, werken in relatie tot mensen
- Adolescenten gaan vaak eigenschappen beschrijven wanneer het over zichzelf gaat, kleuters
eerder uiterlijke kenmerken
- Zelfbeeld vs. Zelfpresentatie vs. Ideaalbeeld vs. Alterbeeld.
Zelfbeeld, definiëring:
Zelfconcept/ zelfschema= beeld van eigen persoon en functioneren. Geheel van opvattingen van
individu over zijn persoonlijke eigenschappen en functioneren. Van jongs af aan: worden we niet
mee geboren, bouwen we op en andere mensen beïnvloeden dit. Zowel inhoud als structuur -->
cognitieve component van zelfbeeld.
- Universele aspecten van ons zelfconcept= kritisch voor jezelf zijn, gevoeliger dan anderen
denken, denken dat het niet verstandig is om gevoelens openbaar te maken, sociaal persoon
zijn.
- Voor heel wat mensen geldig!
• Zelfwaardering= de manier waarop je over jezelf denkt en dit beeld kan negatief of positief
zijn. Heb je een laag zelfbeeld, dan voel je je vaak tekortschieten. Bij een positief zelfbeeld
voel je je goed om wie je bent en accepteer je jezelf met al je sterke én zwakke kanten.
Emotioneel stukje van jezelf (affectieve component).
• Zelfpresentatie= is het proces waarmee we als individu proberen controle uit te oefenen op
wat anderen van ons denken. Veelal gebeurt dit onbewust, we hebben nauwelijks in de
gaten dat we ons gedragen om 'in een positief daglicht' te komen staan bij anderen. Ook wel
impressie-management genoemd. Sociale identiteit (gedragscomponent).
• Zelfbeschikking= is het recht op eigen keuzen en zelfstandigheid, zowel voor het individu als
voor een collectief, bijvoorbeeld een volk. Het individuele recht op zelfbeschikking kan
gezien worden als een element van de persoonlijke vrijheid, en daarmee als een grondslag
van de mensenrechten. (Attributies maken)
• Zelfhandhaving= het in stand houden van je persoonlijkheid. (Coping)
Verschillende vormen van zelfhandhaving:
1) Rationalisatie= het construeren van een redelijke verklaring voor emotioneel gedrag. Voor
jezelf een verklaring zoeken die aanvaardbaar is.
2) Compensatie= goedmaken, aanvullen of vervangen van iets dat tekort schier of uitgevallen
is.
3) Verschuiving= opschorting, uitstel, verandering in groep/ project. Afreageren.
4) Negatie= ontkenning, loochening, niet willen geloven.
H1: Zelfbeeld en zelfwaardering
- Inzicht in je persoonlijk functioneren
- Verband met professioneel functioneren
- Sociale sector, werken in relatie tot mensen
- Adolescenten gaan vaak eigenschappen beschrijven wanneer het over zichzelf gaat, kleuters
eerder uiterlijke kenmerken
- Zelfbeeld vs. Zelfpresentatie vs. Ideaalbeeld vs. Alterbeeld.
Zelfbeeld, definiëring:
Zelfconcept/ zelfschema= beeld van eigen persoon en functioneren. Geheel van opvattingen van
individu over zijn persoonlijke eigenschappen en functioneren. Van jongs af aan: worden we niet
mee geboren, bouwen we op en andere mensen beïnvloeden dit. Zowel inhoud als structuur -->
cognitieve component van zelfbeeld.
- Universele aspecten van ons zelfconcept= kritisch voor jezelf zijn, gevoeliger dan anderen
denken, denken dat het niet verstandig is om gevoelens openbaar te maken, sociaal persoon
zijn.
- Voor heel wat mensen geldig!
• Zelfwaardering= de manier waarop je over jezelf denkt en dit beeld kan negatief of positief
zijn. Heb je een laag zelfbeeld, dan voel je je vaak tekortschieten. Bij een positief zelfbeeld
voel je je goed om wie je bent en accepteer je jezelf met al je sterke én zwakke kanten.
Emotioneel stukje van jezelf (affectieve component).
• Zelfpresentatie= is het proces waarmee we als individu proberen controle uit te oefenen op
wat anderen van ons denken. Veelal gebeurt dit onbewust, we hebben nauwelijks in de
gaten dat we ons gedragen om 'in een positief daglicht' te komen staan bij anderen. Ook wel
impressie-management genoemd. Sociale identiteit (gedragscomponent).
• Zelfbeschikking= is het recht op eigen keuzen en zelfstandigheid, zowel voor het individu als
voor een collectief, bijvoorbeeld een volk. Het individuele recht op zelfbeschikking kan
gezien worden als een element van de persoonlijke vrijheid, en daarmee als een grondslag
van de mensenrechten. (Attributies maken)
• Zelfhandhaving= het in stand houden van je persoonlijkheid. (Coping)
Verschillende vormen van zelfhandhaving:
1) Rationalisatie= het construeren van een redelijke verklaring voor emotioneel gedrag. Voor
jezelf een verklaring zoeken die aanvaardbaar is.
2) Compensatie= goedmaken, aanvullen of vervangen van iets dat tekort schier of uitgevallen
is.
3) Verschuiving= opschorting, uitstel, verandering in groep/ project. Afreageren.
4) Negatie= ontkenning, loochening, niet willen geloven.
