Samenvatting Hulp nodig met de eerste lessen Spaans?

Spaans tentamenweek 1

- Lidwoorden
‘el’ en ‘un’ zijn mannelijk enkelvoud (unos is meervoud)
‘la’ en ‘una’ zijn vrouwelijk enkelvoud (unas is meervoud)
!! Unos Días !! = enkele dagen
- Dubbele medeklinkers komen nauwelijks voor in het Spaans
De enige letters die dubbel kunnen zijn, zijn de L, R en de C


- Voorzetsels
Naar= a
In/ op/ bij/ aan= en
Van/ uit= de
Met= con
Door (vanwege)= por
(Om te= para)
- Aantal ik-vormen
Soy= ik ben…  voorstellen (Soy Finette)
Estoy= ik ben…  waar je je bevind (Estoy en Breda)
Tengo= ik heb…
Voy= ik ga…
Yo= ik


- Hay= er is/ er zijn
- Más= meer
- Menos= minder
- Cuántos= hoeveel


- Uitgang in meervoud
Woord eindigt op medeklinker in meervoud= -les
Woord eindigt op klinker in meervoud= -as

, - Woorduitgangen mannelijk/ vrouwelijk
Over het algemeen zijn woorden die eindigen met een -o mannelijk en -a vrouwelijk.
Algemene vrouwelijke uitgangen van woorden zijn: -ción, -sión, -zón, -dad, -tad, -tud, -ez
Algemene mannelijke uitgangen zijn: -or, -aje, -ismo , -ón, -oma, -ema


- Ontkenning
Vraagteken vooraan in de zin omdat (¿por qué?) je dan al ziet aan het begin van de zin dat
hete en vraag is. In het Nederlands zie je dit door het vraagwoord.
¿Hay preguntas?  No hay preguntas.
¿Es posible?  No es posible.


- Bijvoeglijke naamwoorden staan achter het zelfstandige naamwoord
Shelley tiene un abrigo neuve
¿Shelley tiene un Abrigo neuve?


- Alfabet uitspraak
Alle klinkers worden kort uitgesproken
Alles uitspreken wat er staat, behalve de H
LL = J
L spreek je uit als ele
V als een voorzichtige B
Bij ‘es París’ spreek je de -s ook uit
Taal en persoon is hetzelfde (español is dus de taal maar ook een spanjaard)
J = jota als losse letter (Javier zeg je als Gavier)
Ñ is ‘enje / eñe’ als uitspraak
Q als cu (als ‘koe’)
W= uve doble (als ube double)
Y= ye/ i griega
Ce en ci worden als S uitgesproken
Ca, co en cu spreek je uit als een K
Gi en ge spreek je uit mete en strot-klank
Ga, Go en Gu spreek je uit als de Engelse ‘good’
La gente is de mensen en is in het Spaans altijd enkelvoud


- Jezelf voorstellen
Hola, soy Finette, encantada (aangenaam)

, - Vragen hoe het gaat
Hola, ¿qúe tal? / Hola, ¿cómo estás?
 Muy bien, gracias (heel goed, bedankt). ¿Y tú? (en met jou)
 yo también (ook)

 Así así (zo,zo) / Regular (het gaat wel) / Tirando (ik sleep mij voort/ z’n gangetje) /
Más o menos (het gaat wel)
 (Muy) mal (slecht) / Fatal (fataal/ het gaat klote, heel slecht)


- Naam vragen
El nombre= de naam
¿Cómo se llamas? = hoe heet je?
 Me llamo… (ik noem mij)
 Soy…
 Mi nombre es…
(Enkelvoud altijd ‘mi’, meervoud is ‘mis’, jouw= tu, jouw mv= tus)
Hoe schrijf je dat? = ¿Cómo se escribe?
Deletrear= spellen
Mi apellido= achternaam
¿Cuál es su apallido?
- Afscheid nemen
Hasta pronto (tot gauw)
Chau (doei)
Hasta luego (tot ziens)
Bienvenidos= welkom als er een groep is en er mannen bij zijn
Biendenidas= welkom als er een groep is en alleen vrouwen zijn
- Of
‘si’ bij het Engelse ‘if’
‘O’ bij keuze (koffie of thee)
- Landen
Italiano (m) wordt italiana (v)
Alemán (m) wordt alemana
Holandés (m) is holandesa (v)
België= belga mannelijk en vrouwelijk
Estadounidense= Amerikaans
Estados Unidos= verenigde staten