Hoofdstuk 1 privaatrecht week 1 hoorcollege
Wat is privaatrecht: regelt de juridische betrekkingen tussen burgers onderling
- Privaatrecht
o Personenrecht
Personen- en familierecht
Rechtspersonenrecht
o Vermogensrecht: gericht op het vermogen van de natuurlijke persoon en de
rechtspersoon (boeken 3 t/m 8). Vermogensrecht is op geld waardeerbare rechten en
plichten die iemand heeft. Daaronder vallen weer:
Goederenrecht
(boeken 3 t/m 5) geeft regels voor de relatie tussen een persoon en
een goed
Verbintenissenrecht
- Staatsrecht hoe de samenleving is ingericht
- Bestuursrecht regels m.b.t. de overheid in actie (algemene wet bestuursrecht)
Denk bij privaatrecht aan:
Bijv. trouwen, scheiden, adoptie, consumentenkoop, erfrecht, vermogensrecht, aangaan van een
overeenkomst
Al het privaatrecht is in het burgerlijk wetboek geregeld.
Beginselen van het privaatrecht: (voornamelijk van toepassing op verbintenissenrecht)
- Contractsvrijheid
o Iedereen is vrij om een overeenkomst aan te gaan/niet aan te gaan, te kiezen welke
wederpartij en wat de inhoud is van de overeenkomst.
- Vormvrijheid art. 3:37 lid 1 BW
o Gericht op de totstandkoming van de overeenkomst. Uitgangspunt is dat de
overeenkomst geen speciale vorm heeft waarin de handelingen moeten worden
verricht. Zo kan een overeenkomst ook mondeling worden gesloten.
- Pacta sunt servanda art. 6:248 lid 1 BW
o ‘overeenkomsten moeten worden nagekomen’ of ‘belofte maakt schuld’
o Wat je bent overeengekomen, moet je dus nakomen
, Feiten en handelingen vinden dagelijks plaats en hebben geen juridische gevolgen.
- Feiten gebeurtenissen, omstandigheden, handelingen en verloop van tijd
o Rechtsfeiten: feiten met rechtsgevolg
Blote rechtsfeiten zijn ontstaan maar geen sprake van een handeling
Menselijke handelingen ontstaan d.m.v. een handeling
Rechtshandelingen menselijke handelingen met een beoogd
rechtsgevolg (ontstaan door afspraak)
o Eenzijdig
(er is 1 handelend persoon nodig)
o Meerzijdig
(meerdere handelende personen nodig)
Feitelijke handelingen gevolgen van menselijk handelen niet
beoogd (ontstaan door de wet)
o Rechtmatige daad
(is niet in strijd met de wet, denk aan
zaakwaarneming, onverschuldigde betaling)
o Onrechtmatige daad
(mag niet volgens de wet)
o Wanprestatie
(gevolgen zijn ontstaan doordat 1 partij zich niet aan
de afspraken heeft gehouden)
o Feiten zonder rechtsgevolg geen juridisch gevolg aan gekoppeld
Handelingsbekwaamheid om rechtshandelingen te verrichten moet je in staat zijn deze
zelfstandig te doen (Art. 3:32 lid 1 BW)
Iedereen kan rechtshandelingen verrichten voor zover de wet niet anders bepaalt. De wet geeft twee
groepen mensen die geen rechtshandelingen mogen verrichten:
- Minderjarigen (Art. 1:234 BW)
o Doen zij dit wel dan kan de rechtshandeling vernietigd worden.
o Vernietigen betekent dat de bestaande rechtshandeling ongedaan wordt gemaakt.
De gevolgen moeten worden teruggedraaid. (Art. 3:53 BW)
o In geval van toestemming van de wettelijke vertegenwoordiger mag een minderjarige
wel een rechtshandeling verrichten.
o Handlichting er is sprake van als de kantonrechter een verklaring afgeeft die de
handelingsonbekwaamheid van een minderjarige voor bepaalde bevoegdheden
opheft. (art. 1:235 BW) (vanaf 16 jaar afgegeven)
- Onder curatele gestelde (Art. 1:381 lid 2 BW)
o Zijn meerderjarigen die handelingsonbekwaam zijn verklaard door de rechtbank
Geestelijke stoornis
Causaal verband (oorzaak-gevolg) bestaan tussen de stoornis en
wilsverklaring
Verkwisting
Gewoonte van drankmisbruik (Art. 1:378 BW)
o Deze rechtshandelingen zijn vernietigbaar en kunnen dus teruggedraaid worden (art.
3:32 lid 2 BW)
Wat is privaatrecht: regelt de juridische betrekkingen tussen burgers onderling
- Privaatrecht
o Personenrecht
Personen- en familierecht
Rechtspersonenrecht
o Vermogensrecht: gericht op het vermogen van de natuurlijke persoon en de
rechtspersoon (boeken 3 t/m 8). Vermogensrecht is op geld waardeerbare rechten en
plichten die iemand heeft. Daaronder vallen weer:
Goederenrecht
(boeken 3 t/m 5) geeft regels voor de relatie tussen een persoon en
een goed
Verbintenissenrecht
- Staatsrecht hoe de samenleving is ingericht
- Bestuursrecht regels m.b.t. de overheid in actie (algemene wet bestuursrecht)
Denk bij privaatrecht aan:
Bijv. trouwen, scheiden, adoptie, consumentenkoop, erfrecht, vermogensrecht, aangaan van een
overeenkomst
Al het privaatrecht is in het burgerlijk wetboek geregeld.
Beginselen van het privaatrecht: (voornamelijk van toepassing op verbintenissenrecht)
- Contractsvrijheid
o Iedereen is vrij om een overeenkomst aan te gaan/niet aan te gaan, te kiezen welke
wederpartij en wat de inhoud is van de overeenkomst.
- Vormvrijheid art. 3:37 lid 1 BW
o Gericht op de totstandkoming van de overeenkomst. Uitgangspunt is dat de
overeenkomst geen speciale vorm heeft waarin de handelingen moeten worden
verricht. Zo kan een overeenkomst ook mondeling worden gesloten.
- Pacta sunt servanda art. 6:248 lid 1 BW
o ‘overeenkomsten moeten worden nagekomen’ of ‘belofte maakt schuld’
o Wat je bent overeengekomen, moet je dus nakomen
, Feiten en handelingen vinden dagelijks plaats en hebben geen juridische gevolgen.
- Feiten gebeurtenissen, omstandigheden, handelingen en verloop van tijd
o Rechtsfeiten: feiten met rechtsgevolg
Blote rechtsfeiten zijn ontstaan maar geen sprake van een handeling
Menselijke handelingen ontstaan d.m.v. een handeling
Rechtshandelingen menselijke handelingen met een beoogd
rechtsgevolg (ontstaan door afspraak)
o Eenzijdig
(er is 1 handelend persoon nodig)
o Meerzijdig
(meerdere handelende personen nodig)
Feitelijke handelingen gevolgen van menselijk handelen niet
beoogd (ontstaan door de wet)
o Rechtmatige daad
(is niet in strijd met de wet, denk aan
zaakwaarneming, onverschuldigde betaling)
o Onrechtmatige daad
(mag niet volgens de wet)
o Wanprestatie
(gevolgen zijn ontstaan doordat 1 partij zich niet aan
de afspraken heeft gehouden)
o Feiten zonder rechtsgevolg geen juridisch gevolg aan gekoppeld
Handelingsbekwaamheid om rechtshandelingen te verrichten moet je in staat zijn deze
zelfstandig te doen (Art. 3:32 lid 1 BW)
Iedereen kan rechtshandelingen verrichten voor zover de wet niet anders bepaalt. De wet geeft twee
groepen mensen die geen rechtshandelingen mogen verrichten:
- Minderjarigen (Art. 1:234 BW)
o Doen zij dit wel dan kan de rechtshandeling vernietigd worden.
o Vernietigen betekent dat de bestaande rechtshandeling ongedaan wordt gemaakt.
De gevolgen moeten worden teruggedraaid. (Art. 3:53 BW)
o In geval van toestemming van de wettelijke vertegenwoordiger mag een minderjarige
wel een rechtshandeling verrichten.
o Handlichting er is sprake van als de kantonrechter een verklaring afgeeft die de
handelingsonbekwaamheid van een minderjarige voor bepaalde bevoegdheden
opheft. (art. 1:235 BW) (vanaf 16 jaar afgegeven)
- Onder curatele gestelde (Art. 1:381 lid 2 BW)
o Zijn meerderjarigen die handelingsonbekwaam zijn verklaard door de rechtbank
Geestelijke stoornis
Causaal verband (oorzaak-gevolg) bestaan tussen de stoornis en
wilsverklaring
Verkwisting
Gewoonte van drankmisbruik (Art. 1:378 BW)
o Deze rechtshandelingen zijn vernietigbaar en kunnen dus teruggedraaid worden (art.
3:32 lid 2 BW)