1.1 Wat is een onderwerp/pv?
1.2 Wanneer ‘d/t’?
1.4 Wanneer 'tt'/'dd'?
1.5 Wanneer volt.dlw. ‘d’/‘t’? (zonder 1.8)
1.6 Wat is het verschil tussen pv en volt. dlw.?
1.7 Is het ‘vergrote huis’ of ‘vergrootte huis’?
1.8 Is het ‘verhuist’ of ‘verhuisd’?
1.9 Hoe vervoeg je Engelse leenwoorden?
2.1 Wat is de hoofdzin/bijzin?
2.2 Wanneer die/dat/wat?
2.3 Mag je een zin beginnen met ‘echter’?
3.1 Wanneer is de beknopte bijzin goed?
3.2 Wanneer mag je wel/niet delen van een zin samentrekken?
3.3 Hoe gebruik je het vervangingsstreepje?
3.4 Wanneer meew.vwp./lijd.vwp?
3.5 Wanneer hen/hun?
4.1 Wanneer afkortingen met hoofdletter/kleine letter?
4.2 Apostrof of streepje
4.3 Wanneer -e tussen twee woorden
4.4 Wanneer s/ss tussen twee woorden?
4.5 Wanneer trema?
4.6 Engelse ziekte: Wanneer woorden wel/niet aan elkaar?
4.7 Wanneer hij/zij/het bij verwijzingen?
5.1 Wanneer de/het?
5.2 Wanneer bijv.nmw. wel/geen –e?
5.3 Wanneer alle/allen?
5.4 Wanneer als/dan
5.5 Wanneer zeg ik twee keer hetzelfde? (pleonasme/tautologie)
5.6 Welke twee uitdrukkingen/woorden zijn vermengd? (contaminatie)
6.1 Wat betekenen moeilijke woorden?
6.2 Hoe schrijf je moeilijke woorden?
, 1.1 Wat is een onderwerp/pv?
1.2 Wanneer ‘d/t’?
1.4 Wanneer 'tt'/'dd'?
1.5 Wanneer volt.dlw. ‘d’/‘t’? (zonder 1.8)
1.6 Wat is het verschil tussen pv en volt. dlw.?
1.7 Is het ‘vergrote huis’ of ‘vergrootte huis’?
1.8 Is het ‘verhuist’ of ‘verhuisd’?
1.9 Hoe vervoeg je Engelse leenwoorden?
2.1 Wat is de hoofdzin/bijzin?
Hoofdzin [hz]: de belangrijkste mededeling, daar waar het om draait.
De voorzitter van de rechtbank schorst de zitting.
Bijzin [fz]: een toelichting op de hoofdzin
De voorzitter van de rechtbank schorst de zitting [hz], nadat partijen in tweede
termijn in hun standpunten hadden volhard [bz].
Elke hoofd- of bijzin heeft een eigen PV en onderwerp!
Hoofdzin [hz]: de belangrijkste mededeling, daar waar het om draait.
De voorzitter van de rechtbank schorst de zitting.
Bijzin [fz]: een toelichting op de hoofdzin