Alle stof van SJW1 samengevat
Start in de
juridische wereld
Samenvatting
M.L.R
,Inhoud
Rechtshandelingen en Overeenkomsten ................................................................................................ 1
Overeenkomst, Contract en Verbintenis:.............................................................................................. 17
Dwaling en Andere Wilsgebreken ......................................................................................................... 19
Wanprestatie art 6:74 BW..................................................................................................................... 20
het goederenrecht en de overdracht .................................................................................................... 20
Relatieve rechten en Absolute rechten ................................................................................................. 22
Rechtshandelingen en Overeenkomsten
Definitie van Rechtshandeling:
Een rechtshandeling (Latijn: actus juridicus) verwijst naar een handeling die een persoon doet met de
bedoeling om een specifiek juridisch gevolg te bewerkstelligen. Hoewel het Nederlandse Burgerlijk
Wetboek geen formele definitie van rechtshandeling geeft, wordt in Artikel 33 van Boek 3 van het
Burgerlijk Wetboek uiteengezet wat vereist is voor een geldige rechtshandeling.
Elementen van een Rechtshandeling:
Om een rechtshandeling geldig te maken, moeten de volgende elementen aanwezig zijn:
1. Op een Rechtsgevolg Gerichte Wil: Dit betekent dat de persoon die de rechtshandeling
verricht, een specifiek juridisch resultaat beoogt te bereiken. Met andere woorden, er moet
een intentie zijn om bepaalde juridische gevolgen te creëren door de handeling uit te voeren.
Wetsartikel: Dit element wordt benadrukt in Artikel 33 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
2. Verklaring: De wil om het rechtsgevolg tot stand te brengen moet tot uiting komen in een
verklaring. Deze verklaring kan mondeling of schriftelijk zijn, afhankelijk van de specifieke
situatie.
Wetsartikel: Hoewel het specifieke vereiste van een verklaring niet in Artikel 33 wordt genoemd, is
het impliciet aanwezig, aangezien de wil tot uitdrukking moet komen.
Rechtshandeling als Rechtsfeit:
Het begrip "rechtshandeling" moet worden onderscheiden van een "rechtsfeit". Een rechtshandeling
is per definitie een rechtsfeit. Rechtsfeiten zijn gebeurtenissen die juridische gevolgen kunnen
hebben, en een rechtshandeling is een specifiek type rechtsfeit omdat het wordt gekenmerkt door
de intentie van de persoon om bepaalde juridische gevolgen te creëren.
Voorbeeld:
Stel dat persoon A met persoon B een overeenkomst sluit om zijn auto aan B te verkopen. In dit geval
is de handeling van het sluiten van de overeenkomst door persoon A een rechtshandeling, omdat het
de intentie heeft om het rechtsgevolg van de autoverkoop te bewerkstelligen. Deze intentie wordt
uitgedrukt in de verklaring van de overeenkomst.
, Rechtshandeling en Feitelijke Handeling:
In het Nederlandse privaat- en publiekrecht worden gebeurtenissen, omstandigheden, handelingen
en tijdsverlopen onderscheiden als rechtsfeiten en blote feiten.
• Rechtsfeiten zijn gebeurtenissen, omstandigheden, handelingen of tijdsverlopen die
juridische gevolgen met zich meebrengen. Ze kunnen worden onderverdeeld in menselijke
handelingen met rechtsgevolg (zoals rechtshandelingen en onrechtmatige daden) en blote
rechtsfeiten (zoals verjaring, overlijden, geboorte, en naburigheid), die geen menselijke
handelingen zijn maar toch juridische gevolgen hebben.
• Blote feiten zijn gebeurtenissen, omstandigheden, menselijke handelingen of tijdsverlopen
die geen juridische gevolgen hebben en daarom niet worden beschouwd als rechtsfeiten. Ze
hebben geen invloed op de rechten en plichten van partijen in een juridische context.
Hier zijn voorbeelden van rechtsfeiten en blote feiten om de concepten duidelijker te maken:
Rechtsfeiten:
1. Rechtshandelingen: Dit zijn menselijke handelingen met de bedoeling om juridische
gevolgen te creëren. Bijvoorbeeld, het sluiten van een koopcontract om een auto te kopen.
2. Onrechtmatige daad: Een persoon veroorzaakt schade aan een ander als gevolg van
onrechtmatig gedrag, zoals een verkeersongeval waarbij de veroorzaker aansprakelijk is voor
de schade.
3. Verjaring: Wanneer een wettelijke termijn verstrijkt en een vordering niet meer afdwingbaar
is. Bijvoorbeeld, als iemand te laat een claim indient voor een onbetaalde schuld, kan de
verjaring optreden, waardoor de vordering niet meer kan worden ingediend.
4. Overlijden: Het overlijden van een persoon heeft juridische gevolgen, zoals de overdracht
van eigendom van de nalatenschap aan erfgenamen volgens het erfrecht.
5. Geboorte: De geboorte van een kind kan leiden tot juridische gevolgen, zoals het vaststellen
van ouderlijke rechten en verplichtingen.
6. Naburigheid: Dit verwijst naar de juridische relatie tussen aangrenzende eigendommen of
percelen. Het kan betrekking hebben op kwesties zoals grensgeschillen en het recht van
overpad.
Blote Feiten:
1. Het opkomen van de zon: De dagelijkse opkomst van de zon is een voorbeeld van een blote
gebeurtenis. Het heeft geen invloed op de juridische positie van individuen.
2. Regenval: Het weer, inclusief regenval, is een natuurlijk fenomeen dat geen juridische
gevolgen heeft, tenzij het leidt tot schade die kan worden betwist in een juridische context,
zoals een verzekeringsclaim.
3. Een passerende vogel: Het zien van een vogel die voorbij vliegt, is een willekeurige
gebeurtenis zonder juridische relevantie.
4. Het verstrijken van de tijd: Het verstrijken van de tijd heeft geen directe juridische gevolgen,
maar het kan van invloed zijn op zaken zoals verjaringstermijnen.
Start in de
juridische wereld
Samenvatting
M.L.R
,Inhoud
Rechtshandelingen en Overeenkomsten ................................................................................................ 1
Overeenkomst, Contract en Verbintenis:.............................................................................................. 17
Dwaling en Andere Wilsgebreken ......................................................................................................... 19
Wanprestatie art 6:74 BW..................................................................................................................... 20
het goederenrecht en de overdracht .................................................................................................... 20
Relatieve rechten en Absolute rechten ................................................................................................. 22
Rechtshandelingen en Overeenkomsten
Definitie van Rechtshandeling:
Een rechtshandeling (Latijn: actus juridicus) verwijst naar een handeling die een persoon doet met de
bedoeling om een specifiek juridisch gevolg te bewerkstelligen. Hoewel het Nederlandse Burgerlijk
Wetboek geen formele definitie van rechtshandeling geeft, wordt in Artikel 33 van Boek 3 van het
Burgerlijk Wetboek uiteengezet wat vereist is voor een geldige rechtshandeling.
Elementen van een Rechtshandeling:
Om een rechtshandeling geldig te maken, moeten de volgende elementen aanwezig zijn:
1. Op een Rechtsgevolg Gerichte Wil: Dit betekent dat de persoon die de rechtshandeling
verricht, een specifiek juridisch resultaat beoogt te bereiken. Met andere woorden, er moet
een intentie zijn om bepaalde juridische gevolgen te creëren door de handeling uit te voeren.
Wetsartikel: Dit element wordt benadrukt in Artikel 33 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
2. Verklaring: De wil om het rechtsgevolg tot stand te brengen moet tot uiting komen in een
verklaring. Deze verklaring kan mondeling of schriftelijk zijn, afhankelijk van de specifieke
situatie.
Wetsartikel: Hoewel het specifieke vereiste van een verklaring niet in Artikel 33 wordt genoemd, is
het impliciet aanwezig, aangezien de wil tot uitdrukking moet komen.
Rechtshandeling als Rechtsfeit:
Het begrip "rechtshandeling" moet worden onderscheiden van een "rechtsfeit". Een rechtshandeling
is per definitie een rechtsfeit. Rechtsfeiten zijn gebeurtenissen die juridische gevolgen kunnen
hebben, en een rechtshandeling is een specifiek type rechtsfeit omdat het wordt gekenmerkt door
de intentie van de persoon om bepaalde juridische gevolgen te creëren.
Voorbeeld:
Stel dat persoon A met persoon B een overeenkomst sluit om zijn auto aan B te verkopen. In dit geval
is de handeling van het sluiten van de overeenkomst door persoon A een rechtshandeling, omdat het
de intentie heeft om het rechtsgevolg van de autoverkoop te bewerkstelligen. Deze intentie wordt
uitgedrukt in de verklaring van de overeenkomst.
, Rechtshandeling en Feitelijke Handeling:
In het Nederlandse privaat- en publiekrecht worden gebeurtenissen, omstandigheden, handelingen
en tijdsverlopen onderscheiden als rechtsfeiten en blote feiten.
• Rechtsfeiten zijn gebeurtenissen, omstandigheden, handelingen of tijdsverlopen die
juridische gevolgen met zich meebrengen. Ze kunnen worden onderverdeeld in menselijke
handelingen met rechtsgevolg (zoals rechtshandelingen en onrechtmatige daden) en blote
rechtsfeiten (zoals verjaring, overlijden, geboorte, en naburigheid), die geen menselijke
handelingen zijn maar toch juridische gevolgen hebben.
• Blote feiten zijn gebeurtenissen, omstandigheden, menselijke handelingen of tijdsverlopen
die geen juridische gevolgen hebben en daarom niet worden beschouwd als rechtsfeiten. Ze
hebben geen invloed op de rechten en plichten van partijen in een juridische context.
Hier zijn voorbeelden van rechtsfeiten en blote feiten om de concepten duidelijker te maken:
Rechtsfeiten:
1. Rechtshandelingen: Dit zijn menselijke handelingen met de bedoeling om juridische
gevolgen te creëren. Bijvoorbeeld, het sluiten van een koopcontract om een auto te kopen.
2. Onrechtmatige daad: Een persoon veroorzaakt schade aan een ander als gevolg van
onrechtmatig gedrag, zoals een verkeersongeval waarbij de veroorzaker aansprakelijk is voor
de schade.
3. Verjaring: Wanneer een wettelijke termijn verstrijkt en een vordering niet meer afdwingbaar
is. Bijvoorbeeld, als iemand te laat een claim indient voor een onbetaalde schuld, kan de
verjaring optreden, waardoor de vordering niet meer kan worden ingediend.
4. Overlijden: Het overlijden van een persoon heeft juridische gevolgen, zoals de overdracht
van eigendom van de nalatenschap aan erfgenamen volgens het erfrecht.
5. Geboorte: De geboorte van een kind kan leiden tot juridische gevolgen, zoals het vaststellen
van ouderlijke rechten en verplichtingen.
6. Naburigheid: Dit verwijst naar de juridische relatie tussen aangrenzende eigendommen of
percelen. Het kan betrekking hebben op kwesties zoals grensgeschillen en het recht van
overpad.
Blote Feiten:
1. Het opkomen van de zon: De dagelijkse opkomst van de zon is een voorbeeld van een blote
gebeurtenis. Het heeft geen invloed op de juridische positie van individuen.
2. Regenval: Het weer, inclusief regenval, is een natuurlijk fenomeen dat geen juridische
gevolgen heeft, tenzij het leidt tot schade die kan worden betwist in een juridische context,
zoals een verzekeringsclaim.
3. Een passerende vogel: Het zien van een vogel die voorbij vliegt, is een willekeurige
gebeurtenis zonder juridische relevantie.
4. Het verstrijken van de tijd: Het verstrijken van de tijd heeft geen directe juridische gevolgen,
maar het kan van invloed zijn op zaken zoals verjaringstermijnen.
