ALLE HOORCOLLEGES PSYCHOLOGIE GZW 2020/2021 (aangevuld met hoorcolleges van
2021/2022)
,Hoorcollege 1 Psychologie
Inleiding
Wat is psychologie?
Komt van het woord psyche (=geest) en logos (=wetenschap/leer). Heel veel verschillende
onderdelen binnen de psychologie. Wij gaan focussen op gedragsgenetica, cognitieve
psychologie, ontwikkelingspsychologie, sociale psychologie, klinische psychologie en
gezondheidspsychologie.
Gaan kijken naar:
- Baby tot volwassenen
- Racisme (sociale psycho)
- Depressie (verschil depressie en depressieve gedachten, vaak gelinkt met eenzaamheid)
- Dementie (door Alzheimer, maar ook andere oorzaken, doodsoorzaak nummer 1, 1/3
vrouwen, 1/7 mannen)
- Worden we beïnvloed door het kijken naar gewelddadige films of het spelen van
agressieve videogames?
- Waarom grijpen mensen niet in indien iemand in elkaar geslagen wordt?
- Hoe kan men mensen overtuigen om te stoppen met roken?
- Wat doet de corona crisis met ons?
- Kan je je cognitie verbeteren door te wandelen in de natuur?
Psychologie:
Is de wetenschappelijke studie van de geest (mentale processen en het gedrag van de mens.
Doel: algemene uitspraken formuleren over psychische processen.
Belangrijk: objectief en controleerbaar bewijs.
Is wel lastig…
Manier waarop ideeën en theorieën worden getest:
Verschil tussen beschrijvend en experimenteel onderzoek
Beschrijvend onderzoek: kijken we naar status quo, bekijkt natuurlijk gedrag. Dus gewoon
observeren van gedrag. Turven mensen die bellen op de fiets bv.
Experimenteel onderzoek: beïnvloeden van een factor: kan oorzaak en gevolg
onderscheiden. Mensen die kijken naar bord “niet bellen op de fiets”, en dan kijken wie t idd
niet doen (maakt het uit ja/nee) bv.
Self-rapportages (bij beschrijvend onderzoek):
- Vragenlijsten
- Interviews
- Introspectie (kijken naar wat voel ik, wat denk ik (erg tijdsgebonden, daardoor niet erg
repliceerbaar) wilhem mund is hierin belangrijk)
Observationele methodes:
- Natuurlijke obeservaties
- Psychologische testen (door bv dingen uit te lokken en te vergelijken met verschillende
situaties)
Belangrijke perspectieven:
1. Evolutionair
, 2. Socio-cultureel
3. Sociaal leren
4. Sociaal cognitief
Elke categorie slaat een brug naar een bepaalde tak van de psychologie. Verbonden
binnen elkaar.
Zo is er bijvoorbeeld: Genetische en evolutionaire basis van gedrag:
Verklaart sociaal gedrag vanuit fysieke en psychologische kenmerken die over de eeuwen
zijn aangepast om de kansen op overleven en voortplanting te vergroten. Alles staat in teken
van overleving en voortplanting (te vergroten).
Evolutionair:
- Natuurlijke selectie: het proces waarin belangrijke eigenschappen die helpen bij
overleving doorgegeven worden aan nageslacht (Darwin 1809-1882) The voyage of
the beagle (1831-1836). & On the Origin of Species (1859)
Film: Creation (2009) kijken!!!
Vier componenten natuurlijke selectie (basiscomponenten):
1. Overproductie
2. Variatie
3. Erfelijkheid
4. Selectie a.d.h.v. omgevingsfit (de kenmerken die ‘handig’ zijn om te kunnen
overleven worden overgedragen)
- Natuurlijke selectie met guppy’s (voordeel is dat zij zich snel voortplanten) (John Endler):
verdeeld over 10 vijvers:
Bodem varieerde; 5 fijn zand, 5 grove kiezels
In sommige vijvers was een rover aanwezig
hoe planten guppy’s voort en hoe groot is kans op overleving
+ Vijvers met roofdier:
*Fijn zand: guppy’s hadden kleine stippels ontwikkeld
*Grove kiezels: guppy’s hadden grote stippels ontwikkeld
*Guppy’s planten zich op jongere leeftijd voort cyclus veel vlugger zodat ze niet
aangevallen kunnen worden door roofdier voordat ze zich voortgeplant hadden.
+Vijvers zonder roofdier:
*Mannen hadden felle kleuren ontwikkeld (welke gruppy-vrouw wil dat niet?)
- Verklaart waarom bepaalde gedragingen/gedachtes/gevoelens ‘ingebouwd’ zijn in de
mens (evolutionair):
Automatische kwade gezichten herkennen
Inherent gevoel van behoefte aan bescherming van kinderen
Automatische aandacht voor aantrekkelijke anderen
Socio-cultureel
- = het theoretische perspectief dat zoekt naar oorzaken van sociaal gedrag in de invloed
van grotere sociale groepen.
- Sociale normen: regels voor ‘correct’ gedrag.
- Cultuur: de gewoontes, overtuigingen en taal die gedeeld worden door mensen in
bepaalde locatie/ tijd.
- Verklaart verschil tussen culturen:
2021/2022)
,Hoorcollege 1 Psychologie
Inleiding
Wat is psychologie?
Komt van het woord psyche (=geest) en logos (=wetenschap/leer). Heel veel verschillende
onderdelen binnen de psychologie. Wij gaan focussen op gedragsgenetica, cognitieve
psychologie, ontwikkelingspsychologie, sociale psychologie, klinische psychologie en
gezondheidspsychologie.
Gaan kijken naar:
- Baby tot volwassenen
- Racisme (sociale psycho)
- Depressie (verschil depressie en depressieve gedachten, vaak gelinkt met eenzaamheid)
- Dementie (door Alzheimer, maar ook andere oorzaken, doodsoorzaak nummer 1, 1/3
vrouwen, 1/7 mannen)
- Worden we beïnvloed door het kijken naar gewelddadige films of het spelen van
agressieve videogames?
- Waarom grijpen mensen niet in indien iemand in elkaar geslagen wordt?
- Hoe kan men mensen overtuigen om te stoppen met roken?
- Wat doet de corona crisis met ons?
- Kan je je cognitie verbeteren door te wandelen in de natuur?
Psychologie:
Is de wetenschappelijke studie van de geest (mentale processen en het gedrag van de mens.
Doel: algemene uitspraken formuleren over psychische processen.
Belangrijk: objectief en controleerbaar bewijs.
Is wel lastig…
Manier waarop ideeën en theorieën worden getest:
Verschil tussen beschrijvend en experimenteel onderzoek
Beschrijvend onderzoek: kijken we naar status quo, bekijkt natuurlijk gedrag. Dus gewoon
observeren van gedrag. Turven mensen die bellen op de fiets bv.
Experimenteel onderzoek: beïnvloeden van een factor: kan oorzaak en gevolg
onderscheiden. Mensen die kijken naar bord “niet bellen op de fiets”, en dan kijken wie t idd
niet doen (maakt het uit ja/nee) bv.
Self-rapportages (bij beschrijvend onderzoek):
- Vragenlijsten
- Interviews
- Introspectie (kijken naar wat voel ik, wat denk ik (erg tijdsgebonden, daardoor niet erg
repliceerbaar) wilhem mund is hierin belangrijk)
Observationele methodes:
- Natuurlijke obeservaties
- Psychologische testen (door bv dingen uit te lokken en te vergelijken met verschillende
situaties)
Belangrijke perspectieven:
1. Evolutionair
, 2. Socio-cultureel
3. Sociaal leren
4. Sociaal cognitief
Elke categorie slaat een brug naar een bepaalde tak van de psychologie. Verbonden
binnen elkaar.
Zo is er bijvoorbeeld: Genetische en evolutionaire basis van gedrag:
Verklaart sociaal gedrag vanuit fysieke en psychologische kenmerken die over de eeuwen
zijn aangepast om de kansen op overleven en voortplanting te vergroten. Alles staat in teken
van overleving en voortplanting (te vergroten).
Evolutionair:
- Natuurlijke selectie: het proces waarin belangrijke eigenschappen die helpen bij
overleving doorgegeven worden aan nageslacht (Darwin 1809-1882) The voyage of
the beagle (1831-1836). & On the Origin of Species (1859)
Film: Creation (2009) kijken!!!
Vier componenten natuurlijke selectie (basiscomponenten):
1. Overproductie
2. Variatie
3. Erfelijkheid
4. Selectie a.d.h.v. omgevingsfit (de kenmerken die ‘handig’ zijn om te kunnen
overleven worden overgedragen)
- Natuurlijke selectie met guppy’s (voordeel is dat zij zich snel voortplanten) (John Endler):
verdeeld over 10 vijvers:
Bodem varieerde; 5 fijn zand, 5 grove kiezels
In sommige vijvers was een rover aanwezig
hoe planten guppy’s voort en hoe groot is kans op overleving
+ Vijvers met roofdier:
*Fijn zand: guppy’s hadden kleine stippels ontwikkeld
*Grove kiezels: guppy’s hadden grote stippels ontwikkeld
*Guppy’s planten zich op jongere leeftijd voort cyclus veel vlugger zodat ze niet
aangevallen kunnen worden door roofdier voordat ze zich voortgeplant hadden.
+Vijvers zonder roofdier:
*Mannen hadden felle kleuren ontwikkeld (welke gruppy-vrouw wil dat niet?)
- Verklaart waarom bepaalde gedragingen/gedachtes/gevoelens ‘ingebouwd’ zijn in de
mens (evolutionair):
Automatische kwade gezichten herkennen
Inherent gevoel van behoefte aan bescherming van kinderen
Automatische aandacht voor aantrekkelijke anderen
Socio-cultureel
- = het theoretische perspectief dat zoekt naar oorzaken van sociaal gedrag in de invloed
van grotere sociale groepen.
- Sociale normen: regels voor ‘correct’ gedrag.
- Cultuur: de gewoontes, overtuigingen en taal die gedeeld worden door mensen in
bepaalde locatie/ tijd.
- Verklaart verschil tussen culturen: