Immuun gecompromitteerde patiënt
Het immuunsysteem is een verdedigingssysteem met als doel indringers (bacterie, virus, schimmel
etc.) of veranderde eigen cellen (bijvoorbeeld kanker) te bestrijden.
Immuungecompromiteerd:
Er is sprake van een niet of niet goed functionerend immuunsysteem door ziekte of medicatie
(verstoorde afweer). In feite zijn (bijna) alle IC-patiënten Immuungecompromiteerd.
Welke patiënten zijn Immuungecompromiteerd: Leuko’s <1
- Patiënten met aangeboren immuundeficiëntie
- Patiënten met een langer bestaande neutropenie (weinig afweercellen)
- Patiënten met een HIV-infectie en een laag CD4 aantal (<200) (lymfocyten)
- Patiënten met een allogene (van een andere donor) hematopoëtische stamceltransplantatie
- Patiënten die afweerremmende medicatie ontvangen, bijv. na een orgaantransplantatie
- Patiënten met een zware chemotherapie, als het beenmerg tot stilstand wordt gebracht
waardoor er geen leuko’s worden gemaakt neutropenie 10-14 dagen
- Hematologische patiënten
Neutrofielen: heb je nodig om infectie tegen te gaan. Onderdeel van de leukocyten
Neutropenie: <1.0
CD4: immuuncellen
Ziektebeelden: Non Hodgkin en Hodgkin Lymfoom, Ziekte van Kahler, Leukemie
Hematologie
Er is geen tumor op één plek (geen solide tumor), maar kanker uitgaand van het bloedvormende en
lymfesysteem (bloed/lymfe), zit dus overal. Oorzaak van immuun-gecompromitteerdheid kan de
ziekte zelf zijn, de chemotherapie en door gebruik van immunosuppressiva en corticosteroïden.
Beenmerg zit in al de platte botten en stollingsproblematiek
Ziektes: non hodgkin, hodkin lymfoom, ziekte van kahler, leukemie
Beenmerg zit in de platte pijpbeenderen; femur, sternum, bekken
Hematopoëse: het vormen van bloedcellen uit stamcellen (aanmaak van cellen), normale
bloedcelvorming
, In het beenmerg zitten stamcellen. Deze hebben op zichzelf geen functie maar kunnen in andere
cellen ontwikkelen.
- Myoloïde stamcel
o Trombocyten (bloedplaatjes) = primaire stolling, vormen propje.
Normaalwaarde: 150-350
o Erytrocyten (rode bloedcellen) = transport van O2
o Leukocyten/ granulocyten (witte bloedcellen) = afweer infecties (specifiek)
o Mestcel = bij allergische reactie
o Macrofaag = algemeen
- Lymfoïde stamcel
o Naturel killercel = pakken alles aan
o T-Lymfocyt = gemaakt in thymus (onder sternum/ luchtpijp); gebruikt bij afweer
(zullen als eerste aanvallen, daarna B-lymfocyt)
o B-lymfocyt = aangemaakt in beenmerg
o Afweer + geheugen voor afweer
Hematopoësische stamcel (HSC) probeert leukocyt te
worden maar wordt een blastcel en blijft zich
vermenigvuldigen. Immuunapparaat slaat toe waardoor
normale cellen worden geproduceerd. Bij leukemie treedt
immuunapparaat niet toe. Hoe meer blast, hoe dikker het
bloed = erytrocyten nemen toe
Stamcel: kan zich altijd herproduceren. Kan zich
ontwikkelen in verschillende cellen.
Natural killer cel: maakt kapot wat lichaamsvreemd is.
Leukocyten kunnen aangeven wat voor soort infectie er is:
- Lymfocyten hoog = viraal/virus
- Neutrofielen hoog = bacterieel
Wat doen B en T-lymfocyten zorgen voor immuniteit
T-lymfocyt: worden gemaakt in de thymus. Trainingscentrum van T-lymfocyten. Daar worden ze
gerijpt.
- Geheugencellen: er worden markertjes uitgezet. Systeem onthoudt dat. Indien markertjes
weer terugkomen reageert het immuunsysteem
- Helpercellen
Het immuunsysteem is een verdedigingssysteem met als doel indringers (bacterie, virus, schimmel
etc.) of veranderde eigen cellen (bijvoorbeeld kanker) te bestrijden.
Immuungecompromiteerd:
Er is sprake van een niet of niet goed functionerend immuunsysteem door ziekte of medicatie
(verstoorde afweer). In feite zijn (bijna) alle IC-patiënten Immuungecompromiteerd.
Welke patiënten zijn Immuungecompromiteerd: Leuko’s <1
- Patiënten met aangeboren immuundeficiëntie
- Patiënten met een langer bestaande neutropenie (weinig afweercellen)
- Patiënten met een HIV-infectie en een laag CD4 aantal (<200) (lymfocyten)
- Patiënten met een allogene (van een andere donor) hematopoëtische stamceltransplantatie
- Patiënten die afweerremmende medicatie ontvangen, bijv. na een orgaantransplantatie
- Patiënten met een zware chemotherapie, als het beenmerg tot stilstand wordt gebracht
waardoor er geen leuko’s worden gemaakt neutropenie 10-14 dagen
- Hematologische patiënten
Neutrofielen: heb je nodig om infectie tegen te gaan. Onderdeel van de leukocyten
Neutropenie: <1.0
CD4: immuuncellen
Ziektebeelden: Non Hodgkin en Hodgkin Lymfoom, Ziekte van Kahler, Leukemie
Hematologie
Er is geen tumor op één plek (geen solide tumor), maar kanker uitgaand van het bloedvormende en
lymfesysteem (bloed/lymfe), zit dus overal. Oorzaak van immuun-gecompromitteerdheid kan de
ziekte zelf zijn, de chemotherapie en door gebruik van immunosuppressiva en corticosteroïden.
Beenmerg zit in al de platte botten en stollingsproblematiek
Ziektes: non hodgkin, hodkin lymfoom, ziekte van kahler, leukemie
Beenmerg zit in de platte pijpbeenderen; femur, sternum, bekken
Hematopoëse: het vormen van bloedcellen uit stamcellen (aanmaak van cellen), normale
bloedcelvorming
, In het beenmerg zitten stamcellen. Deze hebben op zichzelf geen functie maar kunnen in andere
cellen ontwikkelen.
- Myoloïde stamcel
o Trombocyten (bloedplaatjes) = primaire stolling, vormen propje.
Normaalwaarde: 150-350
o Erytrocyten (rode bloedcellen) = transport van O2
o Leukocyten/ granulocyten (witte bloedcellen) = afweer infecties (specifiek)
o Mestcel = bij allergische reactie
o Macrofaag = algemeen
- Lymfoïde stamcel
o Naturel killercel = pakken alles aan
o T-Lymfocyt = gemaakt in thymus (onder sternum/ luchtpijp); gebruikt bij afweer
(zullen als eerste aanvallen, daarna B-lymfocyt)
o B-lymfocyt = aangemaakt in beenmerg
o Afweer + geheugen voor afweer
Hematopoësische stamcel (HSC) probeert leukocyt te
worden maar wordt een blastcel en blijft zich
vermenigvuldigen. Immuunapparaat slaat toe waardoor
normale cellen worden geproduceerd. Bij leukemie treedt
immuunapparaat niet toe. Hoe meer blast, hoe dikker het
bloed = erytrocyten nemen toe
Stamcel: kan zich altijd herproduceren. Kan zich
ontwikkelen in verschillende cellen.
Natural killer cel: maakt kapot wat lichaamsvreemd is.
Leukocyten kunnen aangeven wat voor soort infectie er is:
- Lymfocyten hoog = viraal/virus
- Neutrofielen hoog = bacterieel
Wat doen B en T-lymfocyten zorgen voor immuniteit
T-lymfocyt: worden gemaakt in de thymus. Trainingscentrum van T-lymfocyten. Daar worden ze
gerijpt.
- Geheugencellen: er worden markertjes uitgezet. Systeem onthoudt dat. Indien markertjes
weer terugkomen reageert het immuunsysteem
- Helpercellen
