Anouk Antonissen
Thema 4: Concepts and categories
Literatuur:
- Radvansky, G.A. (2011). Chapter 9 (pp. 172-197).
- Posner, M.I., & Keele, S.W. (1968).
- Hintzman, D.L. (1986).
Studievragen:
1. Suppose you do an experiment in which subjects have to decide whether letters strings such as TIGER
and WAPPY are existing English words or not. Just before the stimulus TIGER you briefly present a
word. You find that subjects are faster and more accurate if the first word (e.g., LION) is related to TIGER
than if the first word (e.g., BOOK) is not related to TIGER. How can this effect be explained?
2. Describe in detail what is meant by echo intensity and echo content. How are they calculated?
3. What are the basic findings of categorization experiments that must be explained by any model? How
does MINERVA 2 account for these findings?
Radvansky, G.A. (2011). Chapter 9 (pp. 172-197).
Abstract
Soms refereren herinneringen niet naar bepaalde events, maar zijn zij meer encyclopedie-achtig. Deze
algemene kennis is het semantisch geheugen. Dit geheugen neemt voordeel van regelmatigheden in de
wereld om meer accurate voorspellingen te maken over wat er hierna zal gebeuren. In dit hoofdstuk wordt er
over een aantal aspecten van het semantisch geheugen gepraat.
Semantic Priming
Een opvallend kenmerk van het semantisch geheugen is de georganiseerde en regelmatige structuur. Het
herinneren van een bepaald concept brengt gerelateerde herinneringen dichter bij het bewustzijn. De
facilitatie van gerelateerde ideeën is priming. Wanneer een concept geactiveerd wordt verspreid de activatie
zich naar gerelateerde concepten, zodat wanneer het nodig is om deze te gebruiken, dit sneller kan
gebeuren.
- In een typische priming studie krijgen proefpersonen een lexical beslissingstaak waar zij moeten
aangeven of een aantal letters achter elkaar een bestaand woord zijn of niet. In dit soort studies zijn er
paren van woorden: een critical trial (= prime) gevolgd door een target. Het is interessant om te weten
hoe snel proefpersonen reageren op de target.
o Wanneer de prime niet gerelateerd is aan de target heet dit een baseline (= controle conditie).
o Wanneer de prime wel gerelateerd is aan de target heet dit de experimentele conditie.
- Mensen zijn over het algemeen sneller met reageren in de experimentele conditie, dan in de controle
conditie.
Er is zelfs priming gevonden in ERP opnames van 250 milliseconden na het target woord werd
gepresenteerd. Er moet echter wel gezegd worden dat er minder breinactiviteit is wanneer er rijkere
semantische representaties zijn, omdat het makkelijker is voor het brein om deze informatie te activeren (het
hoeft minder hard te werken).
Semantic priming komt voor omdat concepten niet begrepen worden in isolatie, maar in termen van hoe zij
met elkaar verbonden zijn. Door het activeren van gerelateerde concepten kunnen mensen meer kennis
ophalen om hen te helpen de wereld te begrijpen. Het kan ook worden gebruikt om inconsistenties te
detecteren (semantische inconsistentie detectie is N400).
Het semantisch geheugen bevat abstracte structurele relaties over hoe het informatie moet gebruiken, en
deze abstracte structuur kan andere kennis primen die weer eenzelfde structuur heeft. De structuur van het
geheugen is gebaseerd op gedeelde aspecten van de mening van een woord soortgelijke concepten
worden metaforisch opgeslagen.
Controlled Priming
Priming is een automatisch en impliciet proces. Het kan echter toch beïnvloed worden door bewuste
inspanning.
1
, Anouk Antonissen
- Onderzoek Neely (1977): mensen kregen categorie namen gevolgd door een lexical beslissingstaak.
Deze trials kwamen 250ms, 400ms of 700ms na de categorie namen.
o Het verschil tussen het begin van de categorienamen en de lexical beslissing wordt de stimulus
onset asynchrony genoemd (SOA).
o Er waren 5 verschillende groepen:
Nonshift Expected Related, (BIRD – robin). De mensen in
deze conditie verwachtten dat het woord dat na de
categorienaam kwam, een gerelateerd woord was. En dit was
ook het geval.
Nonshift Unexpected Related, (BIRD – arm). De mensen in
deze conditie verwachtten dat het woord dat na de
categorienaam kwam, een gerelateerd woord was. Maar dit
was niet het geval.
Shift Expected Unrelated, (BODY – door). De mensen in
deze conditie verwachtten dat het woord dat na de
categorienaam kwam, een woord was van een bepaalde
ongerelateerde categorie. En dit was ook het geval.
Shift Unexpected Unrelated, (BODY – sparrow). Dit was
hetzelfde als de derde categorie, behalve dat het woord een
lid was van een ongerelateerde categorie.
Shift Unrelated Related, (BODY – heart). Dit was hetzelfde
als de afgelopen twee, maar het woord is een lid van dezelfde
categorie als de prime.
Mediated Priming
De theorie achter semantische priming is dat wanneer een concept wordt geactiveerd, de activatie verspreid
naar omliggende gerelateerde concepten. De vraag die we dan kunnen stellen is: Hoe ver gaat deze
activatie?
- Om dit te testen wordt er gebruik gemaakt van mediated priming. Bijvoorbeeld, een persoon het
concept ‘leeuw’ laten ophalen en dan kijken hoe de retrieval van ‘strepen’ wordt beïnvloed. De connectie
tussen ‘leeuw’ en ‘strepen’ wordt gemedieerd door ‘tijger’.
- Onderzoek wijst uit dat mediated priming wél voorkomt. De activiteit is echter veel kleiner dan
algemene priming.
Semantic Interconnectivity
Het semantisch geheugen is opgebouwd uit vele grote getallen van associaties tussen concepten. Deze
interconnectiviteit kan gezien worden als een complex netwerk van concepten en associaties.
- Concepten in het semantisch geheugen met MEER interconnectiviteit worden sneller opgehaald (in
tegenstelling tot het episodisch geheugen, fan effect). Dit is zo omdat het semantisch geheugen deze
associaties zowel direct als indirect aanbiedt. Concepten kunnen direct met elkaar geassocieerd zijn,
maar ook door een aantal tussenconcepten, waardoor het aantal retrieval paden verhoogd.
o Als resultaat kunnen concepten elkaar op veel verschillende maniren primen.
Inhibition
Inhibitie kan de zoektocht in het semantisch geheugen smaller maken. Tijdens het actief ophalen van
informatie, worden gerelateerde concepten geinhibieerd. Ditzelfde geldt voor semantisch geheugen: het
selecteren van een bepaalde specifieke semantische herinnering zorgt voor de inhibitie van gerelateerde
concurrenten die interferentie kunnen veroorzaken.
Nature of Semantic Information
De natuur van semantische herinneringen is complex. Informatie heeft veel tijd nodig om van het
episodisch geheugen te verplaatsen naar het semantisch geheugen.
- Wanneer mensen abstracte concepten verwerken, vertrouwen ze meer op associatie informatie, maar
wanneer mensen concrete concepten verwerken, vertrouwen zij meer op gelijkheidsinformatie.
o Hieruit kan geconcludeerd worden dat semantische kennis, alhoewel abstract in het feit dat het niet
refereert naar specifieke gebeurtenissen, toch erg wordt beïnvloed door hoe wij fysiek interacteren
met de wereld.
2
Thema 4: Concepts and categories
Literatuur:
- Radvansky, G.A. (2011). Chapter 9 (pp. 172-197).
- Posner, M.I., & Keele, S.W. (1968).
- Hintzman, D.L. (1986).
Studievragen:
1. Suppose you do an experiment in which subjects have to decide whether letters strings such as TIGER
and WAPPY are existing English words or not. Just before the stimulus TIGER you briefly present a
word. You find that subjects are faster and more accurate if the first word (e.g., LION) is related to TIGER
than if the first word (e.g., BOOK) is not related to TIGER. How can this effect be explained?
2. Describe in detail what is meant by echo intensity and echo content. How are they calculated?
3. What are the basic findings of categorization experiments that must be explained by any model? How
does MINERVA 2 account for these findings?
Radvansky, G.A. (2011). Chapter 9 (pp. 172-197).
Abstract
Soms refereren herinneringen niet naar bepaalde events, maar zijn zij meer encyclopedie-achtig. Deze
algemene kennis is het semantisch geheugen. Dit geheugen neemt voordeel van regelmatigheden in de
wereld om meer accurate voorspellingen te maken over wat er hierna zal gebeuren. In dit hoofdstuk wordt er
over een aantal aspecten van het semantisch geheugen gepraat.
Semantic Priming
Een opvallend kenmerk van het semantisch geheugen is de georganiseerde en regelmatige structuur. Het
herinneren van een bepaald concept brengt gerelateerde herinneringen dichter bij het bewustzijn. De
facilitatie van gerelateerde ideeën is priming. Wanneer een concept geactiveerd wordt verspreid de activatie
zich naar gerelateerde concepten, zodat wanneer het nodig is om deze te gebruiken, dit sneller kan
gebeuren.
- In een typische priming studie krijgen proefpersonen een lexical beslissingstaak waar zij moeten
aangeven of een aantal letters achter elkaar een bestaand woord zijn of niet. In dit soort studies zijn er
paren van woorden: een critical trial (= prime) gevolgd door een target. Het is interessant om te weten
hoe snel proefpersonen reageren op de target.
o Wanneer de prime niet gerelateerd is aan de target heet dit een baseline (= controle conditie).
o Wanneer de prime wel gerelateerd is aan de target heet dit de experimentele conditie.
- Mensen zijn over het algemeen sneller met reageren in de experimentele conditie, dan in de controle
conditie.
Er is zelfs priming gevonden in ERP opnames van 250 milliseconden na het target woord werd
gepresenteerd. Er moet echter wel gezegd worden dat er minder breinactiviteit is wanneer er rijkere
semantische representaties zijn, omdat het makkelijker is voor het brein om deze informatie te activeren (het
hoeft minder hard te werken).
Semantic priming komt voor omdat concepten niet begrepen worden in isolatie, maar in termen van hoe zij
met elkaar verbonden zijn. Door het activeren van gerelateerde concepten kunnen mensen meer kennis
ophalen om hen te helpen de wereld te begrijpen. Het kan ook worden gebruikt om inconsistenties te
detecteren (semantische inconsistentie detectie is N400).
Het semantisch geheugen bevat abstracte structurele relaties over hoe het informatie moet gebruiken, en
deze abstracte structuur kan andere kennis primen die weer eenzelfde structuur heeft. De structuur van het
geheugen is gebaseerd op gedeelde aspecten van de mening van een woord soortgelijke concepten
worden metaforisch opgeslagen.
Controlled Priming
Priming is een automatisch en impliciet proces. Het kan echter toch beïnvloed worden door bewuste
inspanning.
1
, Anouk Antonissen
- Onderzoek Neely (1977): mensen kregen categorie namen gevolgd door een lexical beslissingstaak.
Deze trials kwamen 250ms, 400ms of 700ms na de categorie namen.
o Het verschil tussen het begin van de categorienamen en de lexical beslissing wordt de stimulus
onset asynchrony genoemd (SOA).
o Er waren 5 verschillende groepen:
Nonshift Expected Related, (BIRD – robin). De mensen in
deze conditie verwachtten dat het woord dat na de
categorienaam kwam, een gerelateerd woord was. En dit was
ook het geval.
Nonshift Unexpected Related, (BIRD – arm). De mensen in
deze conditie verwachtten dat het woord dat na de
categorienaam kwam, een gerelateerd woord was. Maar dit
was niet het geval.
Shift Expected Unrelated, (BODY – door). De mensen in
deze conditie verwachtten dat het woord dat na de
categorienaam kwam, een woord was van een bepaalde
ongerelateerde categorie. En dit was ook het geval.
Shift Unexpected Unrelated, (BODY – sparrow). Dit was
hetzelfde als de derde categorie, behalve dat het woord een
lid was van een ongerelateerde categorie.
Shift Unrelated Related, (BODY – heart). Dit was hetzelfde
als de afgelopen twee, maar het woord is een lid van dezelfde
categorie als de prime.
Mediated Priming
De theorie achter semantische priming is dat wanneer een concept wordt geactiveerd, de activatie verspreid
naar omliggende gerelateerde concepten. De vraag die we dan kunnen stellen is: Hoe ver gaat deze
activatie?
- Om dit te testen wordt er gebruik gemaakt van mediated priming. Bijvoorbeeld, een persoon het
concept ‘leeuw’ laten ophalen en dan kijken hoe de retrieval van ‘strepen’ wordt beïnvloed. De connectie
tussen ‘leeuw’ en ‘strepen’ wordt gemedieerd door ‘tijger’.
- Onderzoek wijst uit dat mediated priming wél voorkomt. De activiteit is echter veel kleiner dan
algemene priming.
Semantic Interconnectivity
Het semantisch geheugen is opgebouwd uit vele grote getallen van associaties tussen concepten. Deze
interconnectiviteit kan gezien worden als een complex netwerk van concepten en associaties.
- Concepten in het semantisch geheugen met MEER interconnectiviteit worden sneller opgehaald (in
tegenstelling tot het episodisch geheugen, fan effect). Dit is zo omdat het semantisch geheugen deze
associaties zowel direct als indirect aanbiedt. Concepten kunnen direct met elkaar geassocieerd zijn,
maar ook door een aantal tussenconcepten, waardoor het aantal retrieval paden verhoogd.
o Als resultaat kunnen concepten elkaar op veel verschillende maniren primen.
Inhibition
Inhibitie kan de zoektocht in het semantisch geheugen smaller maken. Tijdens het actief ophalen van
informatie, worden gerelateerde concepten geinhibieerd. Ditzelfde geldt voor semantisch geheugen: het
selecteren van een bepaalde specifieke semantische herinnering zorgt voor de inhibitie van gerelateerde
concurrenten die interferentie kunnen veroorzaken.
Nature of Semantic Information
De natuur van semantische herinneringen is complex. Informatie heeft veel tijd nodig om van het
episodisch geheugen te verplaatsen naar het semantisch geheugen.
- Wanneer mensen abstracte concepten verwerken, vertrouwen ze meer op associatie informatie, maar
wanneer mensen concrete concepten verwerken, vertrouwen zij meer op gelijkheidsinformatie.
o Hieruit kan geconcludeerd worden dat semantische kennis, alhoewel abstract in het feit dat het niet
refereert naar specifieke gebeurtenissen, toch erg wordt beïnvloed door hoe wij fysiek interacteren
met de wereld.
2
