1.1 I De agrarische revolutie
Het leven van Jagers-verzamelaars
- Nomaden (geen vaste verblijfplaats).
- Leven in kleine groepen (20 à 30 pers.).
- Geringe sociale verschillen, waarschijnlijke taakverdeling man (jagen)/vrouw
(verzamelen).
Waarom is het lastig om het leven van deze mensen te reconstrueren?
Prehistorie: dus geen geschreven bronnen.
Belang van de archeologie.
De agrarische revolutie
Belangrijkste ontwikkeling tot 3000 v.C.: De agrarische revolutie (landbouwrevolutie).
Jagen en verzamelen → boerenbestaan: ontstaan landbouwsamenlevingen.
Waar? Midden-Oosten (vruchtbare Halve Maan).
Wanneer? 9000-6000 v.C. Waarom toen? Einde laatste ijstijd (12.000 v.C.), verschillende
theorieën:
- meer regen → meer vruchtbare grond → mensen blijven daar wonen.
- klimaatverandering (kouder en droger) → minder eetbare planten → voedseltekort
→ graan verbouwen.
- snelle bevolkingsgroei + mensen blijven op één plek → noodzaak om gewassen te
verbouwen.
Een nieuwe levenswijze
Belangrijke gevolgen van de agrarische revolutie
• Snelle bevolkingsgroei.
• Sedentair bestaan → ontwikkeling veeteelt en bijproducten
• Stimulans uitvinding van nieuwe technieken (bijv. gepolijste stenen gereedschappen:
nieuwe steentijd/neolithicum).
- Bronstijd: vanaf 3000 v.C. in het Midden-Oosten.
- IJzertijd: vanaf 1200 v.C. in het Midden-Oosten.
Vooruitgang?
• Eerste boeren waren minder gezond (ondervoeding, infectieziektes, misvorming
ruggengraat) en de levensverwachting daalde.
Oorzaken?
• Voedsel eenzijdiger dan dat van jagers-verzamelaars.
• Minder soorten gewassen: bij mislukte oogst direct hongersnood.
• Infectieziektes door vee en doordat mensen dichter op elkaar leefden.
Grote verandering: sterkte toename sociale ongelijkheid (rijkdom, macht en aanzien)
→hiërarchie.
Het leven van Jagers-verzamelaars
- Nomaden (geen vaste verblijfplaats).
- Leven in kleine groepen (20 à 30 pers.).
- Geringe sociale verschillen, waarschijnlijke taakverdeling man (jagen)/vrouw
(verzamelen).
Waarom is het lastig om het leven van deze mensen te reconstrueren?
Prehistorie: dus geen geschreven bronnen.
Belang van de archeologie.
De agrarische revolutie
Belangrijkste ontwikkeling tot 3000 v.C.: De agrarische revolutie (landbouwrevolutie).
Jagen en verzamelen → boerenbestaan: ontstaan landbouwsamenlevingen.
Waar? Midden-Oosten (vruchtbare Halve Maan).
Wanneer? 9000-6000 v.C. Waarom toen? Einde laatste ijstijd (12.000 v.C.), verschillende
theorieën:
- meer regen → meer vruchtbare grond → mensen blijven daar wonen.
- klimaatverandering (kouder en droger) → minder eetbare planten → voedseltekort
→ graan verbouwen.
- snelle bevolkingsgroei + mensen blijven op één plek → noodzaak om gewassen te
verbouwen.
Een nieuwe levenswijze
Belangrijke gevolgen van de agrarische revolutie
• Snelle bevolkingsgroei.
• Sedentair bestaan → ontwikkeling veeteelt en bijproducten
• Stimulans uitvinding van nieuwe technieken (bijv. gepolijste stenen gereedschappen:
nieuwe steentijd/neolithicum).
- Bronstijd: vanaf 3000 v.C. in het Midden-Oosten.
- IJzertijd: vanaf 1200 v.C. in het Midden-Oosten.
Vooruitgang?
• Eerste boeren waren minder gezond (ondervoeding, infectieziektes, misvorming
ruggengraat) en de levensverwachting daalde.
Oorzaken?
• Voedsel eenzijdiger dan dat van jagers-verzamelaars.
• Minder soorten gewassen: bij mislukte oogst direct hongersnood.
• Infectieziektes door vee en doordat mensen dichter op elkaar leefden.
Grote verandering: sterkte toename sociale ongelijkheid (rijkdom, macht en aanzien)
→hiërarchie.