Fysiotherapeutische vaardigheden:
Schouder.
Abductie-elevatie (2-3-1a)
Uitgangshouding cliënt:
- Zitten op de kruk
- Rechtop zitten
- Voeten naast elkaar
- Ontspannen
Uitgangshouding fysio:
- Romp fixatie: ongelijknamige hand lateraal tegen de hetrolaterale schouder
- Onderarm distaal door de gelijknamige hand omvat
o De humerus en de onderam met de gelijknamige onderarm van de fysio
ondersteund.
De beweging:
- Romp wordt gefixeerd met de niet-gelijknamige hand
- Met de gelijknamige hand wordt de abductie-elevatie ingezet
Van: Naar:
Anteflexie-elevatie (2-3-1b)
Uitgangshouding cliënt:
- Zitten op de kruk
- Rechtop zitten
- Voeten naast elkaar
- Ontspannen
,Uitgangshouding fysio:
- Romp fixatie: ongelijknamige hand iets caudaal van de homolaterale scapula te plaatsen
- Onderarm de gelijknamige hand omvat, humerus met de gelijknamige hand van de fysio
ondersteund.
De beweging
- Met de gelijknamige hand wordt de anteflexie-elevatie gemaakt
- Romp wordt gefixeert met ongelijknamige hand.
Van: Naar:
Horizontale adductie (2-3-1c)
Uitgangshouding cliënt:
- Zitten op de kruk
- Rechtop zitten
- Voeten naast elkaar
- Ontspannen
Uitgangshouding fysio:
- De thorax wordt door plaatsing van de gelijknamige hand dorsaal op de gelijknamige
schouder gefixeerd.
- De elleboog wordt vanaf mediaal in de ondergreep omvat. De onderarm wordt ondersteund.
, De beweging
- Met de ongelijknamige hand trekkend uitgevoerd naar horizontale adductie
- Thorax wordt gefixeert met gelijknamige hand
Van: Naar:
Horizontale abductie (2-3-1d)
Uitgangshouding cliënt:
- Zitten op de kruk
- Rechtop zitten
- Voeten naast elkaar
- Ontspannen
Uitgangshouding fysio:
- De thorax wordt door plaatsing van de ongelijknamige hand dorsaal op de hetrolaterale
schouder gefixeerd.
- Omvat de onderarm in de ondergreep. De onderarm wordt ondersteund.
De beweging
Schouder.
Abductie-elevatie (2-3-1a)
Uitgangshouding cliënt:
- Zitten op de kruk
- Rechtop zitten
- Voeten naast elkaar
- Ontspannen
Uitgangshouding fysio:
- Romp fixatie: ongelijknamige hand lateraal tegen de hetrolaterale schouder
- Onderarm distaal door de gelijknamige hand omvat
o De humerus en de onderam met de gelijknamige onderarm van de fysio
ondersteund.
De beweging:
- Romp wordt gefixeerd met de niet-gelijknamige hand
- Met de gelijknamige hand wordt de abductie-elevatie ingezet
Van: Naar:
Anteflexie-elevatie (2-3-1b)
Uitgangshouding cliënt:
- Zitten op de kruk
- Rechtop zitten
- Voeten naast elkaar
- Ontspannen
,Uitgangshouding fysio:
- Romp fixatie: ongelijknamige hand iets caudaal van de homolaterale scapula te plaatsen
- Onderarm de gelijknamige hand omvat, humerus met de gelijknamige hand van de fysio
ondersteund.
De beweging
- Met de gelijknamige hand wordt de anteflexie-elevatie gemaakt
- Romp wordt gefixeert met ongelijknamige hand.
Van: Naar:
Horizontale adductie (2-3-1c)
Uitgangshouding cliënt:
- Zitten op de kruk
- Rechtop zitten
- Voeten naast elkaar
- Ontspannen
Uitgangshouding fysio:
- De thorax wordt door plaatsing van de gelijknamige hand dorsaal op de gelijknamige
schouder gefixeerd.
- De elleboog wordt vanaf mediaal in de ondergreep omvat. De onderarm wordt ondersteund.
, De beweging
- Met de ongelijknamige hand trekkend uitgevoerd naar horizontale adductie
- Thorax wordt gefixeert met gelijknamige hand
Van: Naar:
Horizontale abductie (2-3-1d)
Uitgangshouding cliënt:
- Zitten op de kruk
- Rechtop zitten
- Voeten naast elkaar
- Ontspannen
Uitgangshouding fysio:
- De thorax wordt door plaatsing van de ongelijknamige hand dorsaal op de hetrolaterale
schouder gefixeerd.
- Omvat de onderarm in de ondergreep. De onderarm wordt ondersteund.
De beweging